In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 20 maart 2024, is de omgangsregeling tussen de vader en zijn minderjarige kind gewijzigd. De rechtbank heeft bepaald dat er op dit moment geen omgang zal zijn tussen de vader en het kind, omdat omgang in strijd is met de zwaarwegende belangen van het kind. De vader had verzocht om een ondertoezichtstelling, maar dit verzoek is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, die een kwetsbare gezondheid heeft, veel stress ervaart bij het idee van contact met zijn vader. De bijzondere curator, die was aangesteld om de belangen van het kind te behartigen, heeft geadviseerd om de omgangsregeling te beëindigen. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het recht op omgang alleen kan worden ontzegd als dit in strijd is met de belangen van het kind. In dit geval is de gezondheid van het kind, dat medicatie nodig heeft voor zijn aandoening, van groot belang. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de vader bereid is om de beslissing van de rechtbank te respecteren, wat getuigt van zijn inzicht in de situatie van het kind. De rechtbank heeft de bijzondere curator ontslagen uit zijn functie en het overige verzoek van de vader afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.