In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, vorderde Nice Software B.V. (hierna: Nice) nakoming van een samenwerkingsovereenkomst met Nexus Nederland B.V. (hierna: Nexus) in het kader van de implementatie van software voor een project bij een derde partij. De voorzieningenrechter heeft op 26 februari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding, waarin Nice stelde dat de samenwerkingsovereenkomst niet was beëindigd en dat de inspanningsverplichting om samen te werken nog steeds gold. Nexus had de samenwerking met Nice op 11 oktober 2023 beëindigd, wat Nice betwistte en als onterecht beschouwde. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Partnerovereenkomst nog steeds van kracht was en dat de onderhandelingen over een nadere overeenkomst voor de implementatie van software in een vergevorderd stadium waren, waardoor deze niet zonder meer mochten worden afgebroken. De primaire vordering van Nice tot nakoming van de Partnerovereenkomst werd toegewezen, maar de specifieke vordering met betrekking tot het project [naam 1] werd afgewezen, omdat toewijzing ingrijpende gevolgen zou hebben voor een derde partij die geen partij was in deze procedure. Daarnaast werd een dwangsom opgelegd aan Nexus voor het niet nakomen van de verplichtingen uit de Partnerovereenkomst met betrekking tot de projecten [naam 3] en [naam 4]. Nexus werd ook veroordeeld in de proceskosten van Nice.