ECLI:NL:RBMNE:2024:1896

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 maart 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
C/16/568520 / FZ RK 24-23
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging voor middelgerelateerde verslavingsstoornis met verwijzing naar criteria Hoge Raad

Op 14 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van verplichte zorg was ingediend door de officier van justitie voor een betrokkene die lijdt aan een middelgerelateerde verslavingsstoornis. De rechtbank had eerder op 19 januari 2024 al een zorgmachtiging verleend tot en met 19 maart 2024, maar het verzoek om verdere zorgmachtiging werd aangehouden. Tijdens de mondelinge behandeling op 8 maart 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en een psychiater. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat de verslaving niet van zodanige ernst is dat het denken en handelen van de betrokkene ernstig wordt beïnvloed. De psychiater bevestigde dat er meer aan de hand is dan alleen de verslavingsstoornis, maar dat de problemen niet ernstig genoeg zijn voor een zorgmachtiging. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de betrokkene geen controle heeft over zijn verslaving, er geen verzet is tegen de geboden ambulante zorg. De rechtbank volgde het verweer van de advocaat en wees het verzoek tot zorgmachtiging af, met de overweging dat de betrokkene zich in crisissituaties vrijwillig zal laten behandelen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling familierecht
Locatie Lelystad
Zaaknummer: C/16/568520 / FZ RK 24-23
Machtiging tot verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 14 maart 2024, naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1969, [geboorteplaats] ,
wonende en verblijvende te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.D. van der Heijden.

1.Procesverloop

1.1.
Bij beschikking van 19 januari 2024 heeft de rechtbank een zorgmachtiging verleend tot en met 19 maart 2024. Het meer of anders gevraagde is aangehouden.
1.2.
voor het eerdere procesverloop wordt verwezen naar de beschikking van 19 januari 2024.
1.3.
De rechtbank heeft nadien kennisgenomen van de volgende stukken:
- een brief van de GGZ over de actuele stand van zaken en de rapportage van het psychologisch onderzoek, d.d. 29 feb 2024;
- een actuele medische verklaring d.d. 5 maart 2024.
1.4.
De verdere mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 maart 2024 in het gebouw van [instelling] te Hilversum. Daarbij heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. J.D. van der Heijden;
- mevrouw A. van der Zande, psychiater.
Verder was aanwezig:
- de zus van betrokkene.
1.5.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de
mondelinge behandeling te verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
In het verzoekschrift is, op grond van het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, verzocht om aan betrokkene de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 Wvggz te mogen verlenen. Het gaat om:
a. toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
j. opnemen in een accommodatie.
2.2.
De standpunten
Door de advocaat van betrokkene is ter zitting geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. Betrokkene lijdt slechts aan een alcoholverslaving en deze verslaving is niet van zodanige ernst dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen daardoor zo ingrijpend worden beïnvloed dat betrokkene het veroorzaakte gevaar niet kan worden toegerekend, omdat de stoornis de gevaarvolle daden van de betrokkene overwegend beheerst. Er is dan ook geen sprake van een stoornis die tot toepassing van de Wvggz kan leiden. [1] Ook is er onvoldoende sprake van ernstig nadeel. Hoewel betrokkene veel drinkt, gaat het in de thuissituatie redelijk goed. De zus van betrokkene is nauw betrokken en ook laat betrokkene de ambulante hulpverleners en behandelaars toe. Betrokkene verzet zich niet tegen de ambulante hulp. Gelet op het ontbreken van een psychische stoornis in de zin van de Wvggz en de bereidheid van betrokkene om de zorg op vrijwillige basis te ontvangen, dient het verzoek tot een zorgmachtiging te worden afgewezen. Aanvullend heeft de advocaat naar voren gebracht dat het in het belang van betrokkene kan zijn als hij zou verhuizen naar een beschermde woonomgeving. Binnen een beschermde woonomgeving heeft betrokkene 24-uurs zorg en heeft hij de mogelijkheid om sociale contacten aan te gaan. Mogelijk doet dit betrokkene goed. De uitkomst van het psychologisch onderzoek biedt mogelijkheden om de CIZ indicatie van betrokkene te verhogen, waarna betrokkene naar een beschermde woonomgeving kan verhuizen. Indien betrokkene zich dan verzet, kan er gekeken worden naar de mogelijkheden van verplichte zorg op grondslag van de Wzd. De advocaat hoopt dat de zorgaanbieder van betrokkene zich hiervoor zal inzetten.
Door de psychiater is ter zitting naar voren gebracht dat betrokkene opgenomen is geweest bij de GGZ wegens suïcidaliteit. Volgens de psychiater is er bij betrokkene meer aan de hand dan alleen een verslavingsstoornis, maar zijn deze problemen, bijvoorbeeld cognitieve achteruitgang, niet van zodanige ernst dat er sprake is van een stoornis, anders dan een middelgerelateerde verslavingsstoornis. Voorts heeft de psychiater naar voren gebracht dat er op de lange termijn gezocht moet worden naar een betere woonvorm voor betrokkene, maar dat de verzochte zorgmachtiging nu bedoeld is om ambulant betrokken te kunnen blijven en te kunnen ingrijpen wanneer dit noodzakelijk is.
2.3.
De rechtbank oordeelt op basis van de overgelegde stukken en de verkregen inlichtingen tijdens de mondelinge behandeling als volgt. Anders dan de advocaat is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria die de Hoge Raad stelt voor de toepassing van de Wvggz bij een middelgerelateerde verslavingsstoornis. Betrokkene heeft geen controle over zijn verslaving. Op het moment dat hij start met drinken, is hij niet in staat om hier mee te stoppen en verwaarloost hij zichzelf. Betrokkene heeft door zijn cognitieve problemen geen overzicht meer en belt dan zijn zus zeer vaak achter elkaar
.Ook is er een risico op een poging tot suïcide ten gevolgde van het overmatige alcoholgebruik. Echter, het is niet vast komen te staan dat betrokkene zich verzet tegen de geboden ambulante zorg. Hoewel betrokkene de zorgen om zijn alcoholgebruik niet herkent en aangeeft geen bemoeienis te willen, laat hij de ambulante hulpverlening wel binnen. De rechtbank volgt het verweer van de advocaat op dit punt en zal het resterende deel van de zorgmachtiging afwijzen, nu de rechtbank er voldoende vertrouwen in heeft dat betrokkene zich in voordoende crisissituaties vrijwillig zal laten behandelen.

3.Beslissing

De rechtbank:
wijst het resterende deel van het verzoek af.
Deze beschikking is op 8 maart 2024 mondeling gegeven door mr. P.R. Tjallema, rechter en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van M.R. Meijn als griffier, en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.
!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!