Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[verzoeker sub 1] ,
2.[verzoeker sub 2] ,
1.De procedure
- het verzoekschrift ex artikel 5:121 van het Burgerlijk Wetboek (BW) van
- het verweerschrift van [verweerder sub 2] van 17 juli 2023 tevens houdende een tegenverzoek ex artikel 5:121 BW, met producties 2 tot en met 25;
- de bij brief van [verzoeker c.s.] van 26 juli 2023 gevoegde aanvullende producties 13 tot en met 21.
[verzoeker c.s.] heeft daarbij gebruik gemaakt van zijn spreekaantekeningen. De mondelinge behandeling is gesloten maar het wijzen van een beschikking is in overleg met partijen aangehouden in verband met nog te voeren schikkingsoverleg tussen partijen. De afspraken die partijen in dat kader hebben gemaakt zijn neergelegd in een aan partijen gestuurde e-mail van 28 juli 2023 (16:58 uur).
2.De feiten
1. Artikel 2lid 1wordt gewijzigd als volgt:
lid 1wordt toegevoegd:
Indien door een niet voldoende of helemaal geen onderhoud of (verkeerd) gebruik van het bij enig appartementsrecht behorend balkon schade mocht ontstaan aan het direkt daaronder gelegen appartement, zijn de aan herstel van deze schade verbonden kosten voor rekening van de eigenaar van het eerstgenoemde appartementsrecht.
Voor elk appartementsrecht wordt één stem uitgebracht.
[…], balkonconstructies, […], de daken […]
[…]
ontwerpvan de balkonconstructie [6] van [bedrijf 1] van 14 april 2021 voor een bedrag van € 30.478,07 inclusief btw.
- het vervangen van de balkonconstructie conform het ontwerp van [bedrijf 1] en
- daarop
- de overige in de offerte van [bedrijf 1] vermelde onderhoud-/herstelwerkzaamheden
3.Het verzoek van [verzoeker c.s.]
- hem een vervangende machtiging ex artikel 5:121 BW te verlenen tot het laten vervangen van de balkons en het laten uitvoeren van herstelwerkzaamheden aan het dak, goot alsmede schilderwerk van de daklijsten door [bedrijf 2] conform de offerte van 28 februari 2023;
- te bepalen dat de met de uitvoering van de verleende vervangende machtiging gepaard gaande kosten voor rekening van alle appartementseigenaren komen in de verhoudding gelijk aan de breukdelen voor de verdeling van de gemeenschappelijke kosten die in de akte van splitsing zijn vastgesteld;
- te bepalen dat [verweerder sub 2] gehouden is hieraan haar medewerking te verlenen, door alle betrokkenen toegang tot haar privé gedeelte te geven om de werkzaamheden aan het dak, goot en het balkon alsmede het schilderwerk uit te kunnen voeren; en
- [verweerder sub 1] , met uitzondering van [verzoeker c.s.] , te veroordelen in de proces- en nakosten.
4.Het tegenverzoek van [verweerder sub 2]
- haar een vervangende machtiging ex artikel 5:121 BW te verlenen tot het aanstellen van de besloten vennootschap [bedrijf 3] B.V. (hierna: [bedrijf 3] ), dan wel een andere beheerder van kleine VvE’s, als extern beheerder van [verweerder sub 1] om naast het bestuur van [verweerder sub 1] uitvoering te geven aan het beheer van [verweerder sub 1] ;
- te bepalen dat [verzoeker c.s.] tijdens de ledenvergadering van [verweerder sub 1] hiertoe zijn medewerking zal verlenen;
- te bepalen dat de met de uitvoering van de verleende machtiging gepaard gaande kosten voor rekening van alle appartementseigenaren komen in de verhouding gelijk aan de breukdelen voor de verdeling van de gemeenschappelijke kosten die in de akte van splitsing zijn vastgesteld; en
- [verzoeker c.s.] te veroordelen in de proces- en nakosten.
5.De beoordeling
[bedrijf 1] . Aan dit rechtsgeldig besluit van “de vergadering van eigenaars” zijn
[verzoeker c.s.] en [verweerder sub 2] gehouden. Daaraan doet niet af dat [verweerder sub 2] thans het vorenbedoelde ontwerp aangepast wenst te zien, in de zin dat zij in plaats van een steektrap een wenteltrap wil. De kantonrechter verwerpt de stelling van [verweerder sub 2] dat het ontwerp van [bedrijf 1] in strijd is met het Bouwbesluit, omdat [verweerder sub 2] deze stelling niet met objectieve verifieerbare gegevens heeft onderbouwd.
[bedrijf 2] op te dragen.
[bedrijf 2] . Gelet op wat onder 5.5. staat, is [verzoeker c.s.] ontvankelijk in zijn verzoek ter verkrijging van een vervangende machtiging van de kantonrechter ter vervanging van de vereiste toestemming van [verweerder sub 2] .
Gelet op het voormelde kan de kantonrechter [verweerder sub 2] dan ook niet volgen in haar stelling dat [bedrijf 2] geen gedegen onderzoek heeft kunnen doen en niet tot de conclusie heeft kunnen komen dat een betonnen fundering moet worden geplaatst. De kantonrechter onderschrijft de stelling van [verzoeker c.s.] dat het plaatsen van een betonnen fundering noodzakelijk is om de deels stalen balkonconstructie te kunnen dragen.
Ter verduidelijking overweegt de kantonrechter nog het volgende. Indien zou blijken dat [verweerder sub 2] [bedrijf 2] en/of door hem in te schakelen derden niet zou willen toelaten tot haar woning, dan dient [verweerder sub 1] / [verzoeker c.s.] dienaangaande de wettelijke voorschriften betreffende het binnentreden in acht te nemen; in de uit te spreken veroordeling ligt geen machtiging besloten om buiten de wil van [verweerder sub 2] haar woning binnen te treden.
in het houten balkon bij het appartement van [verzoeker c.s.] meer houtrot zat dan in het houten balkon bij het appartement van [verweerder sub 2] . Gelet hierop, artikel 17 van het modelreglement en de aanvulling in de splitsingsakte, moet [verzoeker c.s.] de helft van de herstelkosten van het balkon betalen. De andere helft komt voor rekening van [verweerder sub 1] , waartoe [verzoeker c.s.] en [verweerder sub 2] dan binnen [verweerder sub 1] verantwoordelijk zijn voor ieder 50%. Dit komt er dan feitelijk op neer dat de kostenverdeling in zijn totaal uitkomt op 75% voor [verzoeker c.s.] en 25% voor [verweerder sub 2] .
de eerste € 1.000,00 van de totale kosten voor zijn rekening neemt en dat de rest van de totale kosten voor de helft door [verzoeker c.s.] en voor de helft door [verweerder sub 2] wordt gedragen; gesteld noch gebleken is dat de afspraak over de kostenverdeling afhankelijk is gesteld van de staalprijs. Aan deze afspraak over de kostenverdeling, zijnde een besluit van “de vergadering van eigenaars”, zijn [verzoeker c.s.] en [verweerder sub 2] gebonden. Omdat de afspraak over de kostenverdeling niet afhankelijk is gesteld van de staalprijs, kan [verweerder sub 2] niet worden gevolgd in haar stelling dat vanwege de prijsverhoging die veroorzaakt wordt door de verhoogde staalprijzen, [verzoeker c.s.] een ander, hoger bedrag dan € 1.000,00 voor zijn rekening dient te nemen. Met inachtneming van het voormelde en met toepassing van artikel 5:121 lid 2 BW bepaalt de kantonrechter dat [verzoeker c.s.] de eerste € 1.000,00 van de totale kosten voor zijn rekening moet nemen en dat [verzoeker c.s.] en Gerginmet betrekking tot de rest van de totale kosten in de verhouding 50%-50% moeten bijdragen.
medebestuurdervan [verweerder sub 1] benoemd te krijgen.
6.De beslissing
- [verzoeker c.s.] neemt de eerste € 1.000,00 van de totale kosten voor zijn rekening
- [verzoeker c.s.] en [verweerder sub 2] dragen met betrekking tot de rest van de totale kosten bij in de verhouding 50%-50%;