ECLI:NL:RBMNE:2024:1754

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
20 maart 2024
Zaaknummer
23/1753
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing laattijdige Wajong-aanvraag op basis van arbeidsvermogen

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 12 maart 2024 uitspraak gedaan over de afwijzing van een laattijdige Wajong-aanvraag van eiseres. Eiseres, die op 9 maart 2022 een aanvraag indiende, werd door het Uwv in het primaire besluit van 6 juli 2022 en het bestreden besluit van 7 februari 2023 geweigerd, omdat zij over arbeidsvermogen zou beschikken. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij stelde dat het Uwv haar medische beperkingen had onderschat en dat zij niet voldeed aan de voorwaarden voor arbeidsvermogen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 september 2023 en het onderzoek heropend om aanvullende informatie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te verkrijgen. Na beoordeling van de ingediende medische rapporten en de argumenten van beide partijen, concludeerde de rechtbank dat het Uwv terecht had vastgesteld dat eiseres op haar 18e verjaardag en tijdens haar studieperiode arbeidsvermogen had. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd had onderbouwd dat eiseres aan de eisen voor arbeidsvermogen voldeed, ondanks haar medische klachten. De rechtbank wees het verzoek van eiseres om een onafhankelijke deskundige te benoemen af, omdat de medische beoordeling aan de vereisten voldeed. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de Wajong-aanvraag.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Almere
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/1753

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 maart 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. P.A.J. van Putten),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het Uwv), verweerder
(gemachtigde: W.A. Postma).

Inleiding

Eiseres is op [1993] achttien jaar geworden. Op 9 maart 2022 heeft eiseres een aanvraag beoordeling arbeidsvermogen ingediend, omdat zij een uitkering wil krijgen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). In het primaire besluit van 6 juli 2022 heeft het Uwv beslist dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering, omdat zij arbeidsvermogen heeft. Om die reden heeft het Uwv de aanvraag afgewezen.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit. Dat bezwaar heeft het Uwv bij het besluit van 7 februari 2023 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 6 september 2023 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De begeleidster van eiseres, [begeleidster] , is ook meegekomen naar de zitting. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Het onderzoek is op de zitting gesloten.
Naar aanleiding van de beroepsgronden en wat op de zitting is besproken heeft de rechtbank aanleiding gezien om het onderzoek te heropenen om het Uwv in de gelegenheid te stellen een nadere reactie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te laten indienen. Het Uwv heeft daarop het aanvullend rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 11 oktober 2023 ingebracht. Eiseres heeft hierop gereageerd.
Nadat geen van de partijen heeft aangegeven een nadere zitting te wensen, heeft de rechtbank het onderzoek op 8 februari 2024 gesloten.

Waar gaat deze zaak over?

1. Deze zaak gaat over het afwijzen van de Wajong-aanvraag. Eiseres vindt dat zij wel recht heeft op een Wajong-uitkering. Het Uwv blijft in beroep bij het standpunt dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering. De rechtbank moet aan de hand van wat partijen naar voren hebben gebracht, beoordelen of het Uwv terecht heeft vastgesteld dat eiseres op haar 18e verjaardag en tijdens de studieperiode arbeidsvermogen heeft.

Wanneer kun je een Wajong-uitkering krijgen?

2. Een Wajong-uitkering kan je alleen krijgen als je op je 18e verjaardag en de periode erna geen arbeidsvermogen had. Het Uwv moet in dit geval dus beoordelen hoe de situatie van eiseres in die periode was. Om te beoordelen of iemand arbeidsvermogen had, gelden vier cumulatieve eisen. Iemand moet:
1. een taak kunnen uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
2. beschikken over basale werknemersvaardigheden;
3. ten minste vier uur per dag belastbaar zijn of ten minste twee uur per dag het wettelijk minimumuurloon verdienen; en
4. ten minste een uur aaneengesloten kunnen werken zonder een wezenlijke onderbreking van het productieproces.
3. De arbeidsdeskundige beoordeelt de eisen onder a en b en de verzekeringsarts beoordeelt de eisen onder c en d.

Hoe moet de rechtbank het bestreden besluit toetsen?

4. Eiseres heeft pas geruime tijd na haar 18e verjaardag een aanvraag om een Wajong-uitkering gedaan. Dit betekent dat er sprake is van een zogeheten laattijdige aanvraag. Omdat het medisch beeld met het verstrijken van de tijd steeds moeilijker is vast te stellen, is in de vaste rechtspraak in dit soort zaken bepaald dat bij een dergelijke laattijdige aanvraag de bewijslast op eiseres rust. Als onvoldoende gegevens over de gezondheidstoestand van eiseres in de hier relevante periode beschikbaar zijn, komt deze omstandigheid voor haar risico. [1]
5. Het Uwv heeft het bestreden besluit gebaseerd op rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep. Het Uwv mag besluiten zoals in deze zaak baseren op rapporten van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, maar deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten de rapporten op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen, mogen deze geen tegenstrijdigheden bevatten en moeten de rapporten conclusies voldoende begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze vereisten voldoen.

Wat vindt eiseres?

6. Eiseres voert aan dat het Uwv haar medische beperkingen heeft onderschat. Eiseres vindt dat de verzekeringsartsen en de arbeidsdeskundigen onvoldoende hebben gemotiveerd dat er sprake is van arbeidsvermogen. Eiseres voldoet niet aan de vier eisen die hiervoor zijn gesteld. Zij heeft een WMO-indicatie en wordt door haar moeder verzorgd die voor structuur in haar leven zorgt. Eiseres heeft dit vanwege haar autisme ook nodig. Eiseres heeft geprobeerd te participeren op de arbeidsmarkt, maar zij ontdekte al gauw dat dit niet werkbaar was. Eiseres heeft nooit goed in die functie kunnen functioneren. Verder stelt eiseres dat zij niet geschikt is om de door de arbeidsdeskundige genoemde voorbeeldtaken te verrichten vanwege de samenwerking met collega’s. Dit past niet binnen haar beperkingen op het gebied van sociaal functioneren. Eiseres onderbouwt haar standpunten met verschillende overgelegde medische stukken. Eiseres heeft op de zitting toegelicht dat in het bijzonder de (ongedateerde) brief van de behandelaar GGZ Centraal van belang is in deze zaak. Deze brief is volgens eiseres begin 2023 opgesteld. Eiseres heeft daarbij toegelicht dat de behandelaar in deze brief uitleg geeft welke negatieve invloed de ASS op eiseres heeft en heeft gehad in het verleden. De behandelaar beschrijft welke stress, paniek en angst het eiseres geeft om te functioneren wanneer opdrachten, taken, projecten, omgangsvormen en communicatie niet duidelijk zijn of wanneer deze veranderen waardoor voorspelbaarheid verdwijnt. Dit was ook zo tijdens haar 18e jaar en tijdens haar studie en volgens de behandelaar lijkt dit niet meer weg te zijn gegaan. Volgens eiseres zijn dit juist de kenmerkende factoren van ASS die ook bij haar aanwezig zijn; impulsief gedrag, het niet kunnen reguleren van emoties en het niet kunnen omgaan met te veel prikkels van mensen. Eiseres reageert dan niet meer en er komt dan een shutdown.

Wat vindt de rechtbank?

Is de medische beoordeling juist?
7. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep gemotiveerd heeft onderbouwd waarom eiseres ten minste vier uur per dag belastbaar is en ten minste een uur aaneengesloten kan werken zonder een wezenlijke onderbreking van het productieproces.
Daarmee voldoet eiseres aan de twee door haar betwiste eisen voor arbeidsvermogen. De rechtbank legt dit als volgt uit.
8. De primaire arts heeft de door eiseres overgelegde medische informatie van de huisarts, de GGZ, het psychologisch onderzoek, het ondersteuningsplan van de gemeente en van [psycholoog] bij de beoordeling betrokken. Uit het medisch rapport van 24 januari 2023 van de verzekeringsarts bezwaar en beroep blijkt dat eiseres bekend is met fybromyalgie, trigeminus neuralgie, tinnitus, chronisch lymfoedeem, depressie en persoonlijkheidsproblematiek. Eiseres heeft vanaf jonge leeftijd wisselende psychologische trajecten gevolgd, meestal gericht op het omgaan met haar angsten (faalangst en sociale angst). In 2012 is zij behandeld, waarbij de diagnoses paniekstoornis zonder agorafobie met een gemengd angstige depressieve stemming (aanpassingsstoornis), persoonlijkheidsstoornis NAO werd gesteld. In 2019/2020 is de diagnose ASS gesteld. Volgens de verzekeringsartsen is bij eiseres sprake van stoornissen betreffende de globale psychosociale functies, energie en driften, temperament en persoonlijkheid en de stemming. Als diagnoses worden ASS en angstige vermijdende persoonlijkheid aangenomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat weliswaar bij eiseres op haar 18-jarige leeftijd en tijdens de studie sprake was van stoornissen van de mentale functies, maar dat zij toen wel beschikte over arbeidsvermogen gelet op haar onderwijsprestaties. Eiseres heeft haar VWO-diploma behaald en deed in 1994 een universitaire studie die zij in 2004 heeft afgerond. Daarnaast heeft eiseres ook een arbeidsverleden. Zij heeft 10 jaar als inpakker in een magazijn gewerkt en 10 jaar in een supermarkt. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep kan eiseres ten minste 1 uur aaneengesloten werken en is zij ten minste 4 uur per dag belastbaar.
9. Naar aanleiding van de door eiseres in beroep ingebrachte medische stukken heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in het aanvullend rapport van 11 oktober 2023 gereageerd dat de aanwezigheid van ASS op/rond de 18e jaar van eiseres bekend is en dat de ingebrachte informatie niet leidt tot een andere beoordeling over het arbeidsvermogen. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te twijfelen. Daarbij betrekt de rechtbank dat uit het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 24 januari 2023 blijkt dat hij onder ogen heeft gehad dat eiseres vanwege haar beperkingen het moeilijk heeft gehad tijdens haar studie en dat zij forse vertraging opliep, maar zij heeft uiteindelijk stage gelopen en haar universitaire studie in 2004 afgerond. Dat eiseres een negatieve invloed van ASS op haar functioneren tijdens de studie heeft ervaren, maakt niet dat zij niet in staat zou zijn om vier uur per dag te functioneren en niet ten minste een uur aaneengesloten kan werken.
Is de arbeidsdeskundige beoordeling juist?
10. De rechtbank is van oordeel dat uit het rapport van 25 januari 2023 van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep blijkt waarom eiseres een taak kon uitvoeren in een arbeidsorganisatie en over basale werknemersvaardigheden beschikte. Daarmee voldoet eiseres aan de overige twee door haar betwiste eisen voor het beschikken over arbeidsvermogen. De rechtbank legt dit als volgt uit.
11. In het rapport van 25 januari 2023 concludeert de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat eiseres de voorbeeldtaak ‘Handmatig afwassen’ kan uitvoeren. Deze taak is volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep geschikt, omdat het gaat om enkelvoudige werkzaamheden waarin sprake is van een duidelijke structuur. In een dierenpension wordt voornamelijk gewerkt met vaste collega’s (geen uitzendkrachten). Eiseres kan zich richten op haar eigen taken zonder intensieve samenwerking met anderen. Er is verder geen sprake van deadlines, druk, grote verantwoordelijkheden, verstoringen en onverwachte onderbrekingen/veranderingen. Als extra voorbeeldtaak heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep het ‘Plaatsen van onderdelen op een printplaat’ geselecteerd, waarbij sprake is van dezelfde omstandigheden als hiervoor geschetst. Er wordt voornamelijk gewerkt in de nabijheid van collega’s, maar de medewerker werkt vrij solistisch aan de eigen deeltaak. Bij zijn beoordeling heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep kenbaar rekening gehouden met de beperkingen die de verzekeringsartsen hebben aangenomen op het gebied op het gebied van werk, communicatie en tussenmenselijke interacties en relaties. De rechtbank kan daarom volgen dat de geselecteerde taken geschikt zijn voor eiseres.
12. Daarnaast kan de rechtbank de conclusie van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep volgen dat eiseres over basale werknemersvaardigheden beschikt. Daarvoor is nodig dat een werknemer de instructies van een werkgever kan begrijpen, uitvoeren en onthouden en in staat is gemaakte afspraken met een werkgever na te komen. Daar is volgens de verzekeringsartsen bij eiseres sprake van. Dit blijkt volgens de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ook uit de studie en de lange dienstverbanden in de praktijk. Eiseres heeft weliswaar aangegeven dat zij in het verleden nooit in de functie heeft kunnen functioneren, maar de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft gemotiveerd onderbouwd dat zij het werk gedurende 10 jaar heeft volgehouden, hoe moeilijk dat ook is geweest. Daarbij komt dat het werk bij de supermarkt niet passend was voor eiseres vanwege de prikkels, afleiding en waar meer een beroep wordt gedaan op sociaal contact met klanten. De rechtbank kan deze toelichting volgen.
Verzoek om benoeming van een onafhankelijke medisch deskundige
13. Eiseres heeft de rechtbank gevraagd om een onafhankelijke deskundige te benoemen, bijvoorbeeld een psychiater, en beroept zich daarbij op het Korošec-arrest. Uit dit arrest kan worden afgeleid dat het principe van ‘equality of arms’ wordt geschonden, omdat bij de medische beoordeling wordt afgegaan op het oordeel van een deskundige die in dienst is van het Uwv. Eiseres verwijst hiervoor naar de uitspraak van de CRvB van 30 juni 2017. [2]
14. De rechtbank wijst het verzoek van eiseres af. Zoals hiervoor overwogen is de rechtbank van oordeel dat de medische beoordeling voldoet aan de voorwaarden die daaraan worden gesteld. Het beroep van eiseres op het Korošec-arrest slaagt niet. Eiseres wordt niet gevolgd in haar standpunt dat sprake zou zijn van een oneerlijk proces en strijd met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, omdat de medische beoordeling heeft plaatsgevonden door een deskundige in dienst van het Uwv. De rechtbank ziet namelijk geen reden om aan te nemen dat eiseres belemmeringen heeft ondervonden bij de onderbouwing van haar standpunt dat het Uwv haar beperkingen heeft onderschat. In het dossier zitten, naast de beoordelingen van de verzekeringsartsen van het Uwv, verschillende medische stukken die eiseres heeft overgelegd. Dergelijke stukken zijn geschikt om twijfel te zaaien over het standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Deze informatie is kenbaar door de verzekeringsarts bezwaar en beroep betrokken bij de beoordeling van het arbeidsvermogen van eiseres. Er zijn geen aanwijzingen dat medische informatie ontbreekt. Daarmee is in dit geval voldaan aan het vereiste van een gelijke procespositie. Uit het Korošec-arrest volgt niet dat de rechter uit een oogpunt van ‘equality of arms’ gehouden zou zijn een medisch deskundige te benoemen in de situatie waarin de verzekeringsarts bezwaar en beroep de informatie van de behandelaars inzichtelijk bij de beoordeling heeft betrokken, zoals hier aan de orde is.

Conclusie en gevolgen

15. De rechtbank concludeert dat het Uwv op basis van de rapporten van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen ervan mocht uitgaan dat eiseres op haar 18e verjaardag en tijdens de studieperiode arbeidsvermogen heeft. Het Uwv heeft daarom terecht gesteld dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering en is de aanvraag terecht geweigerd. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Azmi, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 12 maart 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 30 juli 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1678.