In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 maart 2024 een beschikking gegeven over de adoptie van een minderjarige door de stiefvader. De vader, die eerder met de moeder was getrouwd, heeft een kind met haar, maar heeft sinds december 2021 geen contact meer met het kind. De moeder en de stiefvader zijn sinds 2021 getrouwd en hebben samen een kind. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stiefvader en de moeder sinds december 2021 samenwonen, maar dat zij niet voldoen aan de driejaarstermijn die normaal gesproken vereist is voor adoptie. Desondanks oordeelt de rechtbank dat de relatie tussen de stiefvader en de moeder voldoende bestendig is om de adoptie toe te staan. De rechtbank heeft ook overwogen dat de adoptie in het belang van het kind is, omdat het kind een sterke band heeft met de stiefvader en het belangrijk is dat zij dezelfde achternaam heeft als haar stiefvader en haar zusje. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en bepaald dat het kind de achternaam van de stiefvader zal krijgen. Daarnaast is er een informatieregeling vastgesteld voor de vader, zodat hij op de hoogte blijft van de ontwikkelingen in het leven van het kind. De rechtbank heeft ook de verzoeken van de moeder en de stiefvader over gezag en kinderalimentatie afgewezen, omdat deze niet meer relevant zijn na de adoptie.