ECLI:NL:RBMNE:2024:1449
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot exclusief gebruik van de woning in het kader van verbintenissenrecht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over het exclusieve gebruik van een huurwoning. De procedure begon op 15 augustus 2023 toen [eiseres] [gedaagde] dagvaardde. Na een schriftelijke reactie van [gedaagde] op 4 oktober 2023, volgde een mondelinge behandeling op 10 januari 2024, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren. De zaak betreft een affectieve relatie tussen partijen die inmiddels is beëindigd, en zij hebben samen drie kinderen. [eiseres] vordert dat zij met uitsluiting van [gedaagde] de huurrechten van de woning mag voortzetten, terwijl [gedaagde] zich verzet en ook aanspraak maakt op het exclusieve gebruik van de woning.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de affectieve relatie tussen partijen sinds 2020 is beëindigd en dat er conflicten zijn die een onveilige situatie voor de kinderen creëren. De rechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat [eiseres] het exclusieve gebruik van de woning krijgt, zodat zij in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen en bepaald dat [gedaagde] de woning vóór 7 mei 2024 moet verlaten. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de beslissing onmiddellijk moet worden opgevolgd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.