In deze zaak vordert eiser, [eiser], een verklaring voor recht en schadevergoeding van de parochie, [gedaagde], naar aanleiding van de verwijdering van beplanting en aarde van zijn familiegraf. Eiser stelt dat deze verwijdering het gevolg is van onrechtmatige handelingen door een grafdelver van de parochie. De procedure begon met een dagvaarding op 4 augustus 2023, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft op 6 maart 2024 uitspraak gedaan.
Eiser is rechthebbende op het familiegraf en ontdekte eind april 2023 dat de aarde en beplanting van het graf waren verwijderd. Hij stelt dat dit is gebeurd doordat de grafdelver per ongeluk aan het verkeerde graf heeft gewerkt. De parochie betwist echter dat de schade is ontstaan door hun toedoen. De kantonrechter oordeelt dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn vorderingen te onderbouwen. De bewijslast ligt bij eiser, en hij heeft niet aangetoond dat de parochie verantwoordelijk is voor de schade aan zijn familiegraf.
De kantonrechter concludeert dat er geen onrechtmatige gedraging van de parochie is vastgesteld en dat de vorderingen van eiser om die reden worden afgewezen. Eiser wordt bovendien veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 405,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. C.J.M. Hendriks en is uitvoerbaar bij voorraad.