ECLI:NL:RBMNE:2023:873

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 februari 2023
Publicatiedatum
1 maart 2023
Zaaknummer
9967893 \ AC EXPL 22-1604
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij de verkoop van een tweedehands auto en de gevolgen van ontbinding van de koopovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en [gedaagde] B.V. over de non-conformiteit van een tweedehands auto, een Mini Cooper, die eiseres op 12 november 2021 had gekocht. Na de aankoop vertoonde de auto al snel gebreken, waaronder een defecte motor, wat leidde tot een vervangingsprocedure door de gedaagde partij. Eiseres heeft de auto op 22 maart 2022 buitengerechtelijk ontbonden, omdat de gebreken niet binnen een redelijke termijn waren verholpen en zij ernstige overlast had ondervonden.

De kantonrechter oordeelde dat eiseres terecht de koopovereenkomst had ontbonden, omdat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die een koper mag hebben van een tweedehands auto. De rechter stelde vast dat de gebreken zich binnen zes maanden na de aankoop hadden geopenbaard, wat de gedaagde partij verplichtte om de koopprijs van € 5.970,00 terug te betalen, evenals een schadevergoeding van € 791,60 voor de kosten die eiseres had gemaakt in verband met de auto. De rechter oordeelde dat de gedaagde partij ook de auto moest terugnemen en een vrijwaringsbewijs moest afgeven.

De uitspraak benadrukt de rechten van consumenten bij de aankoop van tweedehands goederen en de verplichtingen van verkopers om te voldoen aan de wettelijke normen van non-conformiteit. De kantonrechter heeft de gedaagde partij ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 880,10. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde partij onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ook al kan deze in hoger beroep worden aangevochten.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: 9967893 \ AC EXPL 22-1604 RvdH/1037
Vonnis van 22 februari 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende in [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. W. Sallé,
tegen
[gedaagde] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. D. Coskun.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 26,
- conclusie van antwoord,
- de akte overlegging productie van [gedaagde] van 18 januari 2023,
- de brief van de gedaagde van [eiseres] van 18 januari 2023,
- de mondelinge behandeling van 19 januari 2023.
1.2.
De kantonrechter heeft besloten dat de uitspraak vandaag is.

2.Waar gaat het over?

2.1.
In november 2021 bood [gedaagde] een Mini Cooper uit 2007 met een kilometerstand van 144.913 km aan. Die heeft [eiseres] op 12 november 2021 gekocht voor € 5.970,00.
2.2.
Op 5 december 2021 stond [eiseres] met pech langs de snelweg en brandde het motormanagementlampje. Na hulp van de ANWB is [eiseres] thuisgekomen. [gedaagde] heeft de auto op 12 december 2021 bij [eiseres] opgehaald en onderzocht.
2.3.
[gedaagde] heeft vervolgens de motor van de auto (laten) vervangen. De auto was klaar op 12 maart 2022. [eiseres] heeft de auto op die datum opgehaald en in gebruik genomen. Kort daarna klonk er een vreemd geluid uit de motorkap. [eiseres] heeft de auto op 18 maart 2022 laten bekijken door [bedrijf] .
2.4.
[bedrijf] heeft een diagnose gesteld en [eiseres] geadviseerd om niet met de auto te rijden. [eiseres] heeft de diagnose van [bedrijf] op 22 maart 2022 met [gedaagde] gedeeld en de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. [eiseres] heeft daarbij [gedaagde] gesommeerd om de aankoopsom van € 5.970,00 terug te betalen, waarna [eiseres] zou meewerken aan het overdragen van het juridisch eigendom. [gedaagde] heeft geen uitvoering gegeven aan de sommatie. [eiseres] heeft de auto nog steeds in haar bezit.
2.5.
Volgens [eiseres] is de auto non-conform omdat zij er niet normaal mee aan het verkeer kan deelnemen. Het gebrek heeft zich binnen zes maanden na de aankoop geopenbaard. De eerdere reparatie is volgens [eiseres] niet verricht binnen een redelijke termijn en bezorgde [eiseres] dusdanig veel overlast, zodat zij stelt dat zij bevoegd was de koopovereenkomst te ontbinden. [eiseres] vordert primair in deze procedure:
  • een verklaring voor recht dat de overeenkomst op 22 maart 2022 rechtsgeldig is ontbonden,
  • terugbetaling van de koopprijs van € 5.970,00 plus de wettelijke rente vanaf 6 april, althans 18 mei 2022,
  • terugname van de Mini Cooper en afgifte van het vrijwaringsbewijs, op straffe van een dwangsom,
  • betaling van een schadevergoeding van € 791,60 plus wettelijke rente vanaf de dagvaarding. De schadevergoeding bestaat uit de verzekeringspremies, motorrijtuigenbelasting en de kosten voor schorsing die [eiseres] heeft betaald.
Subsidiair vordert [eiseres] dat de auto kosteloos wordt hersteld, op straffe van een dwangsom, en dat [gedaagde] de kosten van een daarna volgende eindinspectie door [bedrijf] betaalt.
2.6.
[gedaagde] voert verweer en betwist dat de auto schade of gebreken heeft. [gedaagde] heeft de auto na de vervanging van de motor niet gezien en weet daardoor niet wat er aan de hand is met de auto en hoeveel het kost om de auto te repareren. [gedaagde] is niet in verzuim, omdat [eiseres] haar niet de gelegenheid heeft gegeven om de door [eiseres] gestelde gebreken te herstellen. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure.
2.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] de koopovereenkomst op 22 maart 2022 buitengerechtelijk mocht ontbinden. Dat betekent dat [gedaagde] de koopprijs van € 5.970,00 aan [eiseres] moet terugbetalen en de auto moet terugnemen. [gedaagde] moet ook een schadevergoeding aan [eiseres] betalen. Hierna legt de kantonrechter uit waarom hij tot die beslissing is gekomen.
Beoordelingskader
3.2.
De koop van de auto door [eiseres] is een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). [eiseres] doet een beroep op non-conformiteit als bedoeld in artikel 7:17 BW.
3.3.
Het uitgangspunt bij de beoordeling van een beroep op non-conformiteit is de in artikel 7:17 lid 1 BW neergelegde regel, dat een afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Op grond van artikel 7:17 lid 2 BW mag een koper verwachten dat de gekochte zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Een gebrek levert geen non-conformiteit op als de koper op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst hiermee bekend was dan wel redelijkerwijs bekend had kunnen zijn. Dit laatste impliceert dat op de koper een zekere onderzoeksplicht kan rusten. In het geval een (tweedehands) auto wordt gekocht, waarvan de verkoper weet dat deze door de koper wordt gekocht om daarmee aan het verkeer deel te nemen, moet als regel worden aangenomen dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst indien als gevolg van een daaraan klevend gebrek (dat niet op eenvoudige wijze kan worden hersteld), zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren (dat is beslist in de uitspraak van de Hoge Raad van 15 april 1994, vindplaats: ECLI:NL:HR:1994:ZC1338). Dit kan anders zijn wanneer de koper bijvoorbeeld het risico van zo’n gebrek aanvaardt. De regel mag echter niet worden omgekeerd, in die zin dat andere gebreken geen non-conformiteit als bedoeld in artikel 7:17 BW zouden kunnen opleveren (dat heeft de Hoge Raad bepaald in de uitspraak van 8 juli 2005, vindplaats: ECLI:NL:HR:2005:AT3097).
3.4.
De bewijslast van de non-conformiteit ligt in beginsel bij de koper. De consument-koper geniet een wettelijke bescherming: als zich binnen zes maanden na de aflevering een gebrek openbaart, wordt de zaak vermoed reeds bij de aflevering niet aan de overeenkomst te hebben beantwoord (dat volgt uit artikel 7:18 lid 2 BW (oud), geldend voor overeenkomsten die zijn gesloten tot en met 26 april 2022).
De gebreken
3.5.
Volgens [eiseres] is er – na het vervangen van de motor – sprake van de volgende gebreken: de DSC-regeleenheid is defect, een specifieke cilinder geeft een storing en de compressie wijkt af. [gedaagde] heeft deze gebreken slechts in algemene bewoordingen betwist; zij wil zelf vaststellen wat er mis is met de auto. [eiseres] heeft haar stelling echter onderbouwd met een diagnose van een andere garage, [bedrijf] . [bedrijf] adviseert om niet te rijden met de auto en schat in dat het vervangen van de DSC-regeleenheid € 2.115,00 kost. Om de oorzaak van de storing aan de cilinder vast te stellen, moet de motor open. De kosten daarvan zijn € 529,00. Dat betekent dat de auto niet zonder een kostbare reparatie kan worden hersteld. [eiseres] kan zonder de reparatie niet (veilig) aan het verkeer deelnemen met haar auto.
3.6.
[eiseres] had wel mogen verwachten dat zij na aankoop (veilig) kon deelnemen aan het verkeer, zonder dat daarvoor dit soort kostbare reparaties aan essentiële onderdelen, zoals de motor, nodig zouden zijn. [eiseres] wist natuurlijk dat zij een tweedehands auto kocht, en dat je daaraan lagere eisen mag stellen dan aan een nieuwe auto. Maar [eiseres] hoefde er niet van uit te gaan dat de auto binnen een paar maanden al dit soort grote en kortbare reparaties zou moeten ondergaan. Dit geldt te meer omdat [gedaagde] naar eigen zeggen op haar website een compleet aanbod biedt van geheel betrouwbare auto’s. In de advertentie van de Mini Cooper stond onder andere dat het een
zeer mooie en technisch goed onderhouden autobetreft. [eiseres] heeft de auto in de showroom bekeken en heeft een korte proefrit gemaakt. Partijen zijn het erover eens dat [eiseres] een marktconforme prijs voor de auto heeft betaald. Tegen deze achtergrond beschouwd is aan [eiseres] niet de auto geleverd die zij had mogen verwachten. De kantonrechter is daarom van oordeel dat er sprake is van non-conformiteit.
3.7.
Dat [gedaagde] de auto zonder garantie heeft verkocht dan wel dat er al dan niet afspraken zijn gemaakt over garantie aan de vervangende motor, doet aan het voorgaande niet af. Ook als een verkoper nadrukkelijk geen garantie aanbiedt, komt de consumentkoper in beginsel een beroep op non-conformiteit toe en is de wettelijke bescherming als genoemd onder 3.4 van toepassing.
Ingebrekestelling
3.8.
[eiseres] heeft [gedaagde] na het ontstaan van de eerste problemen in gebreke gesteld en de gelegenheid gegeven om de problemen op te lossen. [eiseres] heeft [gedaagde] na het ontstaan van de problemen
na de eerste reparatieniet opnieuw in gebreke gesteld. De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] desondanks bevoegd was om de overeenkomst onmiddellijk te ontbinden.
3.9.
Een koper is namelijk op grond van artikel 7:22 lid 5 onder d BW bevoegd om de koop onmiddellijk te ontbinden als de verkoper heeft verklaard, of uit de omstandigheden duidelijk blijkt dat hij de zaak door middel van herstel of vervanging niet binnen een redelijke termijn of zonder ernstige overlast voor de koper aan de overeenkomst kan laten beantwoorden. Van een dergelijke situatie is in dit geval sprake.
3.10.
De auto ging al binnen twee weken na aflevering kapot. [eiseres] kon er niet meer mee rijden. [gedaagde] heeft de auto op 12 december 2021 bij [eiseres] opgehaald en onderzocht. De motor bleek dusdanig stuk te zijn dat die niet meer te repareren was. De motor moest vervangen worden. [gedaagde] wilde dat wel doen, maar wilde daarbij aanvankelijk alleen het arbeidsloon voor haar rekening nemen. [eiseres] moest de motor van € 2.000,00 zelf betalen. Daarmee heeft zij niet ingestemd. [gedaagde] heeft pas op
31 januari 2022ingestemd met kosteloos herstel.
3.11.
Het herstel zou aanvankelijk twee weken duren (vanaf 31 januari 2022 tot medio februari 2022), maar op dat moment bleek de auto nog niet hersteld te zijn. De aflevering van de auto is uitgesteld. [gedaagde] zegde daarna toe dat de auto op 4 maart 2022 klaar zou zijn. Ook die afspraak is [gedaagde] niet nagekomen. Dat kwam omdat de motor tijdens een testrit niet goed bleek te werken. Pas op 12 maart 2022 kon [eiseres] de auto ophalen. Dat betekent dat zij
drie maandenniet over haar auto heeft kunnen beschikken. In die periode heeft [gedaagde] weinig gecommuniceerd over de voortgang. De gemachtigde van [eiseres] heeft [gedaagde] (via haar gemachtigde) moeten sommeren om de herstelwerkzaamheden af te ronden. De auto is een paar dagen na aflevering opnieuw kapotgegaan. [eiseres] kan nu nog steeds niet meer haar auto rijden.
3.12.
De kantonrechter leidt uit de voorgaande omstandigheden af dat [eiseres] grote overlast heeft ondervonden van de eerdere poging tot herstel door [gedaagde] en dat de auto niet binnen een redelijke termijn is hersteld. En toen de auto eenmaal was herstelt ging hij na een paar dagen al weer kapot. De kantonrechter vindt dat [eiseres] er van mocht uitgaan dat de auto niet binnen een redelijke termijn of zonder ernstige overlast zou kunnen worden hersteld. Allereerst was die redelijke termijn al verlopen. En gelet op haar eerdere ervaringen mocht [eiseres] er van uitgaan dat een nieuwe reparatie ook niet binnen een redelijke termijn of zonder ernstige overlast zou plaatsvinden. Op basis van die omstandigheden mocht [eiseres] de koopovereenkomst onmiddellijk ontbinden toen de auto na de herstelpoging van [gedaagde] opnieuw stuk ging. Dat het herstel van de gebreken mogelijk nog onder de garantie van de door [gedaagde] ingeschakelde garage valt, maakt dat niet anders.
Conclusie
3.13.
De kantonrechter zal voor recht verklaren dat [eiseres] de koopovereenkomst op 22 maart 2022 rechtsgeldig heeft ontbonden en [gedaagde] veroordelen tot terugbetaling van € 5.970,00 en tot het ophalen en vrijwaren van de auto. De gevorderde dwangsom wordt opgelegd zoals in de beslissing vermeld.
3.14.
[eiseres] heeft sinds de aankoop van de auto verzekeringspremies en motorrijtuigenbelasting betaald (samen € 766,65), ook in de periode van drie maanden dat de auto bij [gedaagde] stond en gedurende de periode dat de auto opnieuw vanwege een gebrek stilstaat. [eiseres] heeft de auto op 4 mei 2022 geschorst en daar heeft zij € 24,95 voor betaald. [eiseres] merkt deze kosten aan als schade en vordert dat [gedaagde] haar daarvoor een vergoeding betaalt. [gedaagde] heeft de omvang van deze schade slechts in algemene bewoordingen betwist. [eiseres] kan aanspraak maken op een vergoeding van haar schade. De kantonrechter veroordeelt [gedaagde] daarom tot betaling van (€ 766,65 + € 24,95 =) € 791,60 aan [eiseres] .
3.15.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- terugbetaling koopsom: € 5.970,00
- schadevergoeding € 791,60
totaal € 6.761,60
De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dat zoals verzocht. [gedaagde] heeft daar ook geen verweer tegen gevoerd.
3.16.
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
134,10
- griffierecht
86,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
Totaal
880,10
3.17.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verklaart voor recht dat [eiseres] de koopovereenkomst van 12 november 2021 op 22 maart 2022 rechtsgeldig heeft ontbonden,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 6.761,60, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over:
- het bedrag van € 5.970,00 (aan terugbetaling koopsom), met ingang van 6 april 2022,
- het bedrag van € 791,60 (aan schadevergoeding), met ingang van 22 juni 2022,
telkens tot de dag van volledige betaling,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen 10 dagen na betekening van dit vonnis de auto met kenteken [kenteken] bij [eiseres] op te halen, onder afgifte van de sleutels en het kentekenbewijs door [eiseres] aan [gedaagde] en onder afgifte van een vrijwaringsbewijs door [gedaagde] aan [eiseres] , op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan met een maximum van € 6.000,00,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 880,10, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
4.5.
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 132,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen de explootkosten als [gedaagde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
4.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2023.