21. De documenten 61, 62 en 63 zijn documenten die gaan over de financiering van onderzoek dat de universiteit voor derden verricht. Document 61 is de ‘Regeling werken voor derden’ van juli 2015. Dit document is via de website van de universiteit niet te openen en zit als het ware achter een slotje. Het college heeft geweigerd dit document openbaar te maken, omdat volgens hem hierop de weigeringsgronden van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob van toepassing zijn. Volgens het college is het belangrijk dat dergelijke informatie, die inzicht geeft in de opbouw van kostprijs en tarieven, niet openbaar wordt, zodat de universiteit niet wordt benadeeld bij onderhandelingen.
22. Eiseres vindt dat het college documenten over de financiering van onderzoek voor derden openbaar moet maken. Zij wil hierop controle kunnen uitoefenen.
23. De rechtbank volgt het standpunt van het college voor het overgrote deel van document 61. De uitgewerkte onderdelen van de ‘Regeling werken voor derden’ die het college niet openbaar hoeft te maken, omdat zij teveel inzicht geven in de werkwijze van de universiteit met het oog op het verkrijgen van middelen, de zogenoemde derde geldstroom. Openbaarmaking van die gegevens is onevenredig benadelend voor de universiteit, omdat het ten koste gaat van haar concurrentiepositie en haar financiële belangen schaadt omdat deze derde geldstroom een substantieel deel van de inkomsten van de universiteit uitmaakt. De rechtbank vindt echter niet dat het college om die reden openbaarmaking van de regeling integraal heeft mogen weigeren. Er zijn passages aan te wijzen waarop de weigeringsgronden van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob, zonder nadere toelichting, niet van toepassing zijn. De rechtbank wijst als voorbeeld op de algemene passages in de ‘Toelichting bij de regeling’, pagina 9 tot en met 11 van document 61. Niet valt in te zien waarom openbaarmaking van die algemeen geformuleerde uitgangspunten voor het werken met derden onevenredig benadelend zou zijn voor de universiteit of de universiteit zou raken in enig financieel belang. Het college moet, dat is vaste rechtspraak, per passage beoordelen of daarop een weigeringsgrond van toepassing is. Dat heeft hij hier nagelaten en dat zal hij dus alsnog moeten doen. De beroepsgrond van eiseres slaagt op dit punt.
24. Document 62 is de tarievenlijst waar eiseres om heeft verzocht. Bij het aanvullende besluit heeft het college overwogen dat hij heeft verzuimd om deze tarievenlijst openbaar te maken met uitzondering van de daarop genoemde bedragen. Deze bedragen heeft hij geweigerd openbaar te maken onder toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob. Tijdens de zitting is aan de orde geweest dat de eerste kolom met bedragen feitelijk al openbaar is, omdat daarin de salarisschalen en bedragen conform het overzicht van de VSNU staan. De rechtbank moet beoordelen of het college de overige bedragen mocht weigeren openbaar te maken.
25. De rechtbank oordeelt dat het college openbaarmaking van de tarievenlijst en de brief over de opbouw van de kostprijs (document 63) op goede gronden heeft geweigerd. Openbaarmaking van die documenten, raakt de universiteit onevenredig in haar concurrentiepositie. Ook het financiële belang van het college is daarmee in geding. Derden kunnen namelijk hun voordeel doen met hun kennis van deze tarieven en de opbouw van kostprijzen en daarvan gebruik maken bij (toekomstige) onderhandelingen met de universiteit. Zij kunnen hun onderhandelingen daarop afstemmen met als mogelijk gevolg dat de universiteit minder inkomsten genereert. Het college heeft de tarieven en de opbouw van de kostprijzen daarom mogen weigeren met toepassing van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder b en g, van de Wob. De monopolypositie van het NeCen over het gebruik van het desbetreffende instrumentarium maakt dat niet anders. Het college heeft op de zitting toegelicht dat de manier waarop deze kostprijs wordt vastgesteld ook relevant is voor andere faculteiten die eveneens moeten voorzien in hun bekostiging door het verrichten van onderzoek en die geen monopolypositie hebben. Dit legt extra gewicht in de schaal om document 63 niet openbaar te maken. Hetgeen overigens is aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel. Niet gebleken is dat er nog andere, voor dit verzoek relevante tarievenlijsten zijn. Het belang van openbaarheid van de inkomsten via de derde geldstroom, om controle daarop mogelijk te maken, weegt niet op tegen het belang van verweerder bij geheimhouding van documenten 62 en 63 , mede gelet op de overige controlemogelijkheden zoals de controle van de jaargegevens/bestuursverslag.
Over het besluit van 23 december 2022
26. Bij het aanvullende besluit hebben verweerders e-mailberichten met nadere correspondentie tussen het college en de commissie gedeeltelijk openbaar gemaakt. Het gaat om de documenten 1 tot en met 11 van de aanvullende inventarislijst. Deze documenten zijn met uitzondering van gegevens die de persoonlijke levenssfeer betreffen openbaar gemaakt. Verweerders mochten dit doen met toepassing van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder e, van de Woo.
27. Document 12 is correspondentie tussen het college en zijn advocaat. Ook dit document heeft het college niet openbaar hoeven maken. Door openbaarmaking van de correspondentie kan het goed functioneren van het college in gedrang komen. Het college heeft dit document daarom mogen weigeren openbaar te maken onder toepassing van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder i, van de Woo. Ook artikel 5.2, eerste lid, van de Woo biedt bovendien voldoende grondslag om openbaarmaking van deze vertrouwelijke correspondentie te weigeren, omdat het gaat om documenten die zijn opgesteld voor intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen bevatten. De rechtbank wijst kortheidshalve naar wat zij hiervoor heeft overwogen over de correspondentie tussen het college en de advocaat.
28. De documenten 13 tot en met 14 zijn screenshots van de website van de universiteit en zij zijn openbaar gemaakt. Document 15 is de hiervoor al besproken tarievenlijst. De rechtbank verwijst naar wat zij hiervoor over deze tarievenlijst heeft overwogen.
29. De documenten 16 tot en met 27 zijn conceptadviezen van de commissie. De documenten 16 en 17 zijn openbaar gemaakt met uitzondering van de persoonsgegevens. De commissie heeft toegelicht dat deze twee concepten nauwelijks afwijken van de definitieve versie van het advies. De overige conceptadviezen heeft de commissie niet openbaar gemaakt. Zij heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat over deze conceptadviezen al bij het eerste besluit van 6 april 2022 inhoudelijk was beslist. Deze documenten vallen namelijk onder het kopje interne communicatie binnen de commissie en zijn geweigerd openbaar te maken, omdat daarop artikel 11, eerste lid, van de Wob van toepassing is.
30. Eiseres vindt dat deze documenten wel openbaar gemaakt moeten worden. Zij verwijst naar de uitspraak van 10 juni 2022 van deze rechtbank.Volgens haar moet de commissie beter motiveren waarom persoonlijke beleidsopvattingen niet openbaar worden gemaakt en er niet voor is gekozen om tot niet tot de personen herleidbare verstrekking over te gaan.