ECLI:NL:RBMNE:2023:781
Rechtbank Midden-Nederland
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van stadsnomaden en de toepassing van artikel 138 Sr en artikel 551a Sv
In deze zaak heeft de Raadkamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechter-commissaris van 2 februari 2023. De zaak betreft de ontruiming van een perceel waar stadsnomaden verblijven, die sinds 12 december 2022 op het terrein verblijven in caravans, busjes, tenten en zelfgemaakte bouwwerken. De officier van justitie had op 30 januari 2023 een vordering ingediend voor een machtiging tot ontruiming, die gedeeltelijk werd toegewezen door de rechter-commissaris. De appellanten, die deel uitmaken van de groep stadsnomaden, hebben beroep ingesteld tegen deze machtiging.
De rechtbank heeft beoordeeld of er sprake is van een verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 138 van het Wetboek van Strafrecht, en of de stadsnomaden recht hebben op huisrecht. De rechtbank concludeert dat de stadsnomaden zonder juridische titel op het perceel verblijven, dat het perceel een 'besloten erf' is en dat er sprake is van een verdenking van een misdrijf. Tevens is vastgesteld dat de stadsnomaden huisrecht hebben, maar dat dit niet opweegt tegen het belang van de eigenaar bij ontruiming.
De rechtbank heeft een belangenafweging gemaakt tussen het belang van de eigenaar bij ontruiming en het belang van de stadsnomaden bij het behoud van hun woonruimte. De rechtbank concludeert dat de eigenaar concrete plannen heeft voor het perceel en dat de stadsnomaden geen omstandigheden hebben aangevoerd die hun belangen zwaarder doen wegen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de machtiging tot ontruiming.