Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie;
- de aanhouding van de zaak op verzoek van beide partijen;
- de akte uitlating tevens overlegging nadere productie 18 van [eiseres] ;
- de akte uitlating van [gedaagde] .
2.De feiten
De huurcommissie heeft op 5 april 2022 een voorbereidend onderzoek in het gehuurde laten uitvoeren. Op basis daarvan heeft de (voorzitter van de) huurcommissie op 19 april 2022 onder meer beslist dat:
- de overeengekomen aanvangshuurprijs van € 785,00 niet redelijk is;
- bij het gehuurde hoort een puntenaantal van 73 en een maximaal redelijke huurprijs van € 355,61;
- een huurprijs van € 355,61 per maand met ingang van 1 december 2019 wel redelijk is.
(zaaknummer: 468171, verzenddatum: 22 juni 2022) ongegrond verklaard.
3.De vorderingen over en weer
of € 5.592,00 (bij een aanvangshuurprijs van € 523,38);
4.De beoordeling
Uitvoeringswet huurprijzen woonruimtebeoordeeld moeten worden in hoeverre de feitelijke toestand van de woning wat de energieprestatie betreft op het moment van de opname gelijk is aan die op de ingangsdatum van de huurovereenkomst.
Algemene Bepalingen huurovereenkomst woonruimte(hierna: AB) staat:
Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten(hierna: het Besluit) van toepassing is. De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief dat hoort bij de toewijsbaar geoordeelde waarborgsom. Nu dat het gevolg is van een niet voorzienbare omstandigheid, zal de kantonrechter de vergoeding niet afwijzen, maar de vergoeding toewijzen tot het wettelijke tarief dat aansluit bij (de omvang van) de toewijsbaar geoordeelde waarborgsom. Dit betekent dat een bedrag van € 108,90 aan incassokosten toewijsbaar is.
5.De beslissing
- de wettelijke rente over € 5.813,73 vanaf 18 oktober 2022 tot 20 november 2022;
- € 600,00 aan resterende waarborgsom, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 oktober 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
- € 108,90 aan incassokosten;