ECLI:NL:RBMNE:2023:7760

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 september 2023
Publicatiedatum
15 november 2024
Zaaknummer
16/243229-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bankhelpdeskfraude met meerdere slachtoffers door verdachte en medeverdachten

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan bankhelpdeskfraude. De verdachte heeft in een korte periode meerdere slachtoffers, voornamelijk ouderen, opgelicht door zich voor te doen als medewerker van verschillende banken. De slachtoffers werden telefonisch benaderd en onder valse voorwendselen verleid tot het afgeven van hun bankpassen, pincodes en telefoons. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen heeft gehandeld en dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en bijzondere voorwaarden. Daarnaast is er een taakstraf van 180 uur opgelegd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om het adolescentenstrafrecht toe te passen, aangezien de verdachte ten tijde van de feiten meerderjarig was. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/243229-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 september 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ( [postcode 1] ) te [plaats 1] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 januari 2023, 31 maart 2023, 4 april 2023 en 25 augustus 2023. De zaak is op laatstgenoemde datum inhoudelijk behandeld. Het onderzoek is op de zitting van
8 september 2023 gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. J. Boon.
Verdachte is niet verschenen. De raadsman van verdachte, mr. A.C. Vingerling, advocaat te Utrecht, heeft aangegeven uitdrukkelijk te zijn gemachtigd om namens verdachte het woord te voeren.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op zitting aangepast. De aangepaste tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:
op 22 september 2022 te Leusden samen met (een) ander(en) geprobeerd heeft [aangever 1] op te lichten;
feit 2:op 22 september 2022 te Leusden samen met (een) ander(en) [aangever 2] heeft opgelicht;
feit 3:op 13 augustus 2022 te Baarn samen met (een) ander(en) [aangeefster 1] heeft opgelicht;
feit 4:op 22 september 2022 te Landsmeer samen met (een) ander(en) heeft geprobeerd
[aangeefster 2] op te lichten;
feit 5:op 15 september 2022 te Laren samen met (een) ander(en) [aangever 3] en/of [aangeefster 4] heeft opgelicht;
feit 6:op 12 september 2022 te Harmelen samen met (een) ander(en) [aangeefster 3] heeft opgelicht;
feit 7:
op 6 september 2022 te Culemborg samen met (een) ander(en) [aangever 4] heeft opgelicht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van het onder feit 3 ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat het aantreffen van bankpassen van aangeefster [aangeefster 1] in het voertuig waarin verdachte zich als bestuurder bevond onvoldoende is, om zonder enig ander redengevend bewijsmiddel, tot een veroordeling te komen. Verdachte is niet de rechthebbende eigenaar van het voertuig en het is dan ook niet uit te sluiten dat een ander dan verdachte hiervan gebruik heeft gemaakt.
Ten aanzien van het onder feit 1, 2, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde heeft de raadsman het volgende bepleit. Verdachte heeft zijn betrokkenheid als chauffeur bekend. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte de feitelijke uitvoerder is geweest van de andere in de tenlastelegging opgenomen handelingen. Het enkele gegeven dat verdachte als chauffeur fungeerde, is onvoldoende om medeplegen wettig en overtuigend bewezen te verklaren. De rol van verdachte is ondergeschikt en levert hoogstens medeplichtigheid op, echter is dat niet ten laste gelegd. Verdachte moet dan ook van alle bovengenoemde feiten worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak ten aanzien van feit 3
De rechtbank is, gelijk aan het standpunt van de raadsman, van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte zich samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 3 ten laste gelegde oplichting van mevrouw [aangeefster 1] . Dat de pinpassen van mevrouw [aangeefster 1] op 22 september 2022 in het voertuig waarin verdachte zich bevond zijn aangetroffen, is onvoldoende voor de vaststelling dat verdachte zelf op enigerlei wijze bij de oplichting van mevrouw [aangeefster 1] op 13 augustus 2022 betrokken was. Ook het gegeven dat de beller de naam [A] aan mevrouw [aangeefster 1] opgeeft en diezelfde naam is gebruikt bij de poging tot oplichting van aangever [aangever 1] , maakt dit niet anders. Omdat het dossier overigens ook geen aanwijzingen bevat voor enige directe betrokkenheid van verdachte bij het onder feit 3 ten laste gelegde, zal de rechtbank verdachte voor dit feit vrijspreken.
Bewijsmiddelen
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 4, feit 5, feit 6 en feit 7: [1]
De aangiften
Aangever [aangever 1] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 1):
Plaats delict: [adres 2] , [postcode 2] , [plaats 2] .
Op 22 september 2022 werd mijn vrouw telefonisch benaderd door een vrouw. De vrouw verbond mij direct door naar iemand van de fraude afdeling, een zogenaamd fraude expert. De man stelde zich voor als zijnde [A] . Hij vertelde dat hij fraudeanalist was bij de ING bank. De man vertelde dat er een virus zou zitten op onze iPad en mobiele telefoon. De man vertelde dat hij wilde voorkomen dat de rekening leeg gehaald zou worden en dat er iemand langs zou komen om de iPad en de mobiele telefoon op te halen. Ik moest op een papiertje de toegangscode van de mobiele telefoon, de pincode van de ING pinpas en de code van de pinpas van de creditcard van de ING bank zetten. De heer [A] vertelde mij dat ik deze spullen in een envelop moest doen. [2] Ook moest ik op hetzelfde briefje de toegangscode van de iPad schrijven en de pincode van de bankpas van de Rabobank van mijn vrouw en de pincode van de creditcard van mijn vrouw. Hij vertelde dat hij een koerier zou sturen om de envelop met onze goederen op te halen. Deze zouden worden schoongemaakt van de virussen die er op zouden zitten. Ik heb
vervolgens telefonisch contact opgenomen met de ING bank Amsterdam, afdeling fraude.
Ik heb het verhaal aan de medewerker, [medewerker] , van de afdeling fraude
medegedeeld. Deze vertelde mij dat ik nooit mijn pasjes en dergelijke mee moest
geven, ook niet als ze aan de deur staan. De heer [medewerker] gaf mij aan dat hij de
politie zou bellen om alles aan de politie te vertellen. Dit heeft hij ook gedaan. Ik heb het gesprek met de heer [medewerker] beëindigd. Ik werd vervolgens gebeld door de
politie. Deze vertelde mij dat ze in de buurt van ons huis waren en dat ze ons huis
en de omgeving in de gaten hielden. Ik moest aan de lijn blijven zodat ik het direct kon
melden indien er iemand bij ons aan de voordeur zou staan. Later werd ik gebeld door de politie dat er een groep jongens/mannen was opgepakt en meegenomen voor verhoor. Bij de ING bank kon men inzien dat er geen enkele frauduleuze transactie of poging daartoe was geweest. Ik heb geen pincodes of iets dergelijks doorgegeven. [3]
Aangever [aangever 2] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 2):
Plaats delict: [adres 3] , [postcode 3] , [plaats 2] .
Op 22 september 2022 werd ik gebeld op mijn mobiele telefoon. Mijn telefoon betreft een iPhone 13 en om mijn telefoon zit een bruin lederen hoesje. Ik werd gebeld door een vrouw. Deze vrouw vertelde mij dat zij van de Rabobank was en stelde zichzelf voor als [B] . [B] vertelde mij dat er frauduleuze bewegingen waren omtrent mijn Rabobank rekening. Mijn bankpas zou naar de Rabobank terug moeten. [B] gaf mij een suggestie om mijn pincode telefonisch aan te passen. Bij het eerste piepje moest ik mijn oude pincode geven waarna er twee piepjes volgden en ik een nieuw bedachte code moest opgeven. Ik heb hier mijn pincode genoemd. [B] vertelde mij dat een medewerker van de Rabobank mijn bankpas zou komen ophalen. Hierbij noemde [B] een verificatie code. De medewerker van de Rabobank die mijn bankpas zou komen ophalen zou dezelfde code noemen. Omstreeks 17:45 uur verscheen een jonge man die de juiste verificatie code noemde. [4] De jongen nam van mij de Rabobankpas aan en ging weer weg. Ik vertelde dat ik ook gebruik maak van de ING. [B] vertelde mij dat deze bankpas en het internetbankieren ook geïnfecteerd zou kunnen zijn door eventuele kortsluiting en dat dit gecheckt moest worden. Dezelfde jonge jongen verscheen hierna weer voor mijn deur. Ik heb deze jongen nu mijn ING bankpas en mijn iPhone (met internetbankieren) meegegeven. [5]
Aangeefster [aangeefster 2] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 4):
Plaats delict: [adres 4] , [postcode 4] , [plaats 3] .
Op 22 september 2022 nam ik de telefoon op en hoorde dat een mannenstem tegen mij zei: "Goedemiddag, ik ben van het fraude deskteam van de Rabobank." De mannenstem vertelde mij dat er geld van de rekening wordt gehaald en dat ik snel moest zijn en snel moest handelen. De mannenstem vertelde mij dat ik iets moest downloaden om het te schonen. Iets met ARD.COM. Ik heb dit toen gedownload en toen zag ik dat deze persoon mijn computer overnam. Dit zag ik omdat mijn muispijltje over het scherm bewoog. [6] Ik zag op mijn scherm allemaal dingen gebeuren. Daarna heb ik mijn bank opgebeld en die vertelde mij dat er in die periode vier keer vijfduizend euro van mijn spaarrekening naar mijn betaalrekening is overgemaakt. [7]
Aangever [aangever 3] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 5):
plaats delict: [adres 5] , [postcode 5] , [plaats 4] .
Op 15 september 2022 werd ik gebeld door een man die zich voorstelde als: [C] . Ik hoorde deze [C] zeggen dat hij een medewerker was van de RABO te Utrecht. Ik hoorde [C] zeggen hij eerder die week een vreemd verzoek had gekregen van een valse overboeking naar Nigeria. Ik hoorde [C] zeggen: ik adviseer u met klem om uw rekeningen te beveiligen, want anders gaat het vast nog een keer fout en wordt u opgelicht. [8] Ik kreeg toen de chef aan de telefoon die zichzelf voorstelde als [D] . Ik hoorde deze [D] vertellen dat ik echt mijn rekeningen zou moeten beveiligen om mijn geld veilig te stellen. [D] vertelde mij dat ik een programma: ANYDESK zou moeten installeren op mijn computer. Ik kreeg een dossiercode: [codenummer 1] . Met deze code kreeg [D] toegang tot mijn computer. Na enige tijd hoorde ik [C] zeggen: We moeten nu uw huidige betaalpas en pincode laten vervallen en vernietigen. Knip de pas verticaal door en stop deze in een envelop met daarin uw pincode. De envelop wordt zo door iemand opgehaald, hij of zij zal de pas naar Utrecht brengen. Deze persoon legitimeert zich met de code: [codenummer 2] . Ik hoorde [C] zeggen dat hij ook de rekeningen van mijn vrouw wilde beveiligen. Mijn vrouw stopte haar bankpas en pincode in een envelop. Rond 17:00 uur - 17:30 uur kwam er een jongeman aan onze deur. Ik hoorde de man de code: [codenummer 2] noemen die ik eerder doorkreeg van [C] . De jongeman nam beide enveloppen aan en ging ervandoor. [9]
Aangeefster [aangeefster 3] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 6):
plaats delict: [adres 6] , [postcode 6] , [plaats 5] .
Op 12 september 2022 werd mijn moeder gebeld door iemand die zich voordeed als medewerker van de Rabobank. Deze persoon gaf aan dat er mensen bezig waren om geld van haar rekening af te halen. Mijn moeder moest haar bankpas doorknippen en in een envelop doen. Er zou een collega van hem langskomen om de envelop op te halen. Tot de komst van deze collega is de persoon aan de lijn gebleven. De persoon zou [E] heten. Toen de andere persoon was gearriveerd heeft deze vervolgens de envelop met de doorgeknipte pas meegenomen. [10]
Aangever [aangever 4] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 7):Plaats delict: [adres 7] , [postcode 7] , [plaats 6] .
Op 6 september 2022 werd ik gebeld door 'iemand van de Rabobank'. Deze medewerker gaf aan dat hij [C] heette. Hij vertelde mij dat er een groot geldbedrag van mijn bankrekening afgeschreven zou worden naar een rekening in Tanzania. Om dit te voorkomen moest ik mijn computer opstarten en inloggen op de Rabobank. Nadat ik was ingelogd zag ik dat er een pop-up in het scherm kwam waar ik op moest klikken van de medewerker. In een hoekje onderaan in het scherm zag ik dat er een icoontje kwam te staan. Ik hoorde de medewerker zeggen dat ik hierop moest klikken zodat zij mij konden helpen met het voorkomen van de overschrijving. Op diezelfde dag werd er bij ons aangebeld. Er stond een onbekende man voor de deur die zei dat hij de koerier was die onze bankpasjes kwam ophalen. [11] Ik hoorde de man aan de telefoon tegen mij zeggen dat ik de bankpasjes in de lengte door moest knippen en de pincode van deze bankpasjes telefonisch moest doorgeven omdat de koerier deze niet mocht weten. Vervolgens ging ik de bankpasjes afgeven aan de koerier. Ik hoorde de koerier een code opnoemen die de man aan de telefoon tegen mij had verteld ter verificatie. Mijn kleindochter heeft met mij nog op de computer gekeken en wij zagen dat ik het programma 'Anydesk' had geïnstalleerd tijdens het telefoongesprek. [12]
Verklaringen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte]
Verdachte heeft onder meer het volgende verklaard:
A: Ik ben benaderd om als chauffeur mensen van A naar B te brengen.
V: Hoe vaak ben je gereden?
A: Ik heb het 5-6 keer gedaan.
V: Wie belde jou om te gaan rijden?
V: Ik werd via Snapchat benaderd.
V: Hoeveel heb jij verdiend aan het rijden?
A: In totaal 250-300 euro, 50 euro per rit of zo.
V: Wat deed je met de pasjes van de slachtoffers?
A: Ik maakte een foto en stuurde het in de groep.
V: Werd er met de pasjes gepind? [13] A: Ja. Op de 22e in Leusden moest de jongen in de auto pinnen. De andere keren heb ik de pasjes afgestaan. [14]
V: Wat moesten jullie in Leusden doen?
A: Ik moest mijn passagier, die jongen die ook is aangehouden, naar Leusden brengen. Hij moest de pasjes ophalen.
V: En dan gaf je de rest van het geld weg?
A: Correct. Ik gaf het geld aan een iemand, steeds dezelfde. Dat was niet dezelfde als degene die mij gevraagd had om te rijden. [15]
O: In jouw telefoon werden tevens 4 foto's van doorgeknipte bankpassen aangetroffen.
V: Hoe zijn deze foto's op jouw telefoon gekomen?
A: Ik heb de foto's gemaakt en gestuurd naar de groep.
V: Geldt dat voor alle foto's van bankpassen op je telefoon?
A: Ik heb al die foto's gemaakt en niet toegestuurd gekregen. [16]
Verdachte [medeverdachte] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 2):
V: Waarom was jij in Leusden?
A: Omdat ik iets moest ophalen
V: Wat moest je ophalen?
A: Een pinpas.
V: Waar moest je die ophalen?
A: Het was bij een meneer die op nummer [huisnummer] woonde. [17]
V: Wisten de anderen waar zij moesten zijn?
A: De bestuurder wel, hij vertelde aan mij waar wij moesten zijn. [18]
A: We zijn twee keer langs nummer [huisnummer] geweest. De eerste keer kreeg ik een Rabopas mee.
A: de spullen die ik gepakt heb waren een Rabopas, telefoon en volgens mij een ING pas. [19] V: Wat zou er met deze spullen gebeuren?
A: Ik zou het aan de bestuurder geven. Ik heb de Rabopas aan de bestuurder gegeven. De telefoon en het ING-pasje rechts in het vakje van de deur gedaan. Toen de politie kwam zei de bestuurder dat ik de telefoon en de ING pas onder de stoel moest doen.
V: Wat zou men gaan doen met de passen?
A: Pinnen of overmaken.
V: Wie zouden gaan pinnen?
A: Dat zou ik doen. [20]
Processen-verbaal van bevindingen
Verbalisant [verbalisant 1] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 1 en feit 2):
Op 22 september 2022 omstreeks 17.49 was ik met collega’s.
Op voorgenoemde dag, datum en tijdstip hoorde ik dat de centralist van het
Operationeel Centrum ons vroeg om te gaan naar de [adres 2] te [plaats 2] . Ik hoorde
dat wij het verzoek kregen om contact te leggen met de fraudedesk van de ING-bank
vanwege een mogelijke oplichtingszaak. Ik kreeg een persoon aan de telefoon van de ING-bank fraudedesk. Ik hoorde dat hij tegen mij zei dat hij had gesproken met een klant van de ING-bank. Deze klant bleek later te zijn: [aangever 1] , wonende op [adres 2] te [plaats 2] . Ik, verbalisant [verbalisant 1] , heb de medewerker gevraagd om het telefoonnummer van [aangever 1] te geven zodat wij met hem konden bellen. Ik hoorde dat collega [verbalisant 2] hem vertelde dat wij in de omgeving waren en dan direct naar de woning zouden komen.
Ik zag dat we op de [straat] te [plaats 2] reden. [21] Deze locatie is op korte afstand van de woning gelegen aan de [adres 2] .
Op voorgenoemde datum, omstreeks 18.08 uur zag ik dat ons een rode Opel Corsa passeerde. Ik zag dat er drie personen in het voertuig zaten.
De bestuurder bleek later te zijn:
- [verdachte] .
Passagier voorzijde was genaamd:
- [medeverdachte] . [22]
Ik hoorde dat collega [verbalisant 2] voorin het voertuig een telefoon zag liggen met hierbij diverse pincodes. Ik keek en zag dat deze telefoon in een bruin hoesje zat. Ik deed het dashboardkastje open en zag dat er twee bankpassen op naam van [aangever 2] lagen. [23]
Verhaal aangever [aangever 2] :
Ik hoorde dat de meegegeven IPhone van aangever [aangever 2] een IPhone 13 betrof in een bruin hoesje. Ik zag dat er een telefoon voor mij lag die voldeed aan deze beschrijving. Ik heb gevraagd of zij zijn telefoonnummer konden bellen. Ik hoorde dat collega [verbalisant 3] dit zou doen en zag, op het moment dat hij belde, dat de telefoon voor mij over ging. [24]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 1, feit 2, feit 6, feit 7 en feit 8):
De IPhone van [verdachte] :
Op 06-09-2022 straalt de telefoon om 19:58 uur een mast aan in Culemborg.
Op 12-09-2022 straalt de iPhone een mast aan in Harmelen tussen 16:27 en 17:05 uur.
Op 15-09-2022 straalt de iPhone van [verdachte] masten aan in de omgeving van Laren tussen 17:54 uur en 19:29 uur.
Op 22-09-2022 straalt de iPhone om 18:17 uur een mast in Leusden. [25]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 2, feit 4, feit 5, feit 6 en feit 7):
De mobiele telefoon, merk Apple iPhone, type 7, werd onderzocht. Hieruit bleek dat genoemde telefoon in gebruik was bij de verdachte [verdachte] .
Schermafdrukken:
Tijdens dit onderzoek werden een aantal schermafdrukken aangetroffen van kennelijk Google maps routes en locaties. Bij de navolgende locatie bleek een poging tot bankhelpdeskfraude gepleegd te zijn: [adres 3] [plaats 2] .
Zoekgeschiedenis Google Maps:
Bij de navolgende ingevoerde locaties bleek bankhelddeskfraude dan wel pogingen daartoe
gepleegd te zijn: [26]
- [adres 7] , [postcode 7] , [plaats 6] ;
- [adres 6] , [adres 8] , [postcode 8] , [plaats 5] ;
- [adres 5] , [postcode 5] , [plaats 4] ;
- [adres 4] , [postcode 4] , [plaats 3] . [27]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 5 en 6):
Na de aanhouding van de drie verdachten, waaronder verdachte [verdachte] , zijn vier telefoons in beslag genomen, waaronder een iPhone 7. In het verhoor van de verdachte (de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ) verklaart hij dat hij in het bezit is van een iPhone 7.
Op de iPhone 7 wordt een foto aangetroffen van een doorgeknipte bankpas op naam van [aangeefster 3] . De creatiedatum van deze foto is 12-09-2022 om 16:36 uur. [28]
Op de iPhone 7 worden twee foto’s aangetroffen van doorgeknipte bankpassen op de naam van H.A.G. Calis- [aangeefster 4] . De creatiedatum van deze foto's is op respectievelijk 15-09-2022 om 17:32:22 uur en 17:32:50 uur. [29]
Verbalisant [verbalisant 4] heeft onder meer het volgende verklaard:
In de Motorola telefoon van verdachte [medeverdachte] zijn berichten aangetroffen van een
snapchatgroep met onder meer volgende gebruikers:
Snapchat-ID: Snapchat-naam: Verdachte:
[Snapchat-ID verdachte]
[Snapchat-ID medeverdachte] [medeverdachte]
[Snapchat-ID verdachte] . [verdachte] [30]
Uit de snapchatconversatie van voornoemde groep volgt onder meer:
Door: [Snapchatnaam 1] : Timestamp-Time:
[Snapchatnaam 2] [adres 4] . [postcode 4] , [plaats 3] 22-9-2022 13.33:19 (UTC+0)
[Snapchatnaam 2] Kunnen jullie alvast rijden 22-9-2022 13-33:24 (UTC+0)
(…)
[Snapchat-ID verdachte] @ [Snapchatnaam 2] 22-9-2022 13:55.26 (UTC+0)
[Snapchat-ID verdachte] Ben der. 22-9-2022 13.55:27 (UTC+0)
(…)
[Snapchat-ID verdachte] Deze hapt dus niet? 22-9-2022 13.57:44 (UTC+0)
[Snapchatnaam 2] Ze belt telkens naar orra orobeer
der nog te bambelen maar denk niet 22-9-2022 13.58.44 (UTC+0) [31]
(…)
[Snapchat-ID medeverdachte] Die man wou geen telefoon geven 22-9-2022 15:40: 10 (UTC+0)
[Snapchat-ID verdachte] Hebben jullie reader? 22-9-2022 15:41:28 (UTC+0)
[Snapchat-ID verdachte] Ja 22-9-2022 15:41:48 (UTC+0) [32]
Verbalisant [verbalisant 5] heeft onder meer het volgende verklaard (t.a.v. feit 4):
De onder de verdachte [medeverdachte] inbeslaggenomen mobiele telefoon Merk Motorola XT2231-2, werd uitgelezen en de inhoud werd in opdracht van de Officier van Justitie onderzocht.
In chat 52 en 53 werd aangegeven in welke regio men die dag, 22 september 2022, zou gaan werken. Er werd een screenshot bijgevoegd van het gebied boven Amsterdam gelegen, welke rood omcirkeld was.
In een navolgende chat, nr. 62, werd het adres: [adres 4] , [postcode 4] , [plaats 3] , vermeld, met de mededeling dat ze alvast konden rijden.
Tevens werd in een volgende chat aangegeven: we zijn nu bezig met any
Opmerking verbalisant: met ANY werd zeer vermoedelijk het computer overname programma "ANYDESK' bedoeld.
Men moest alvast naar dat adje (adres) rijden.
Later werd gechat: ze is vervelend en dat ze wilt steeds bellen.
Later werd gechat: deze hapt niet dus?
Ze belt telkens naar orra (opm. verbalisant: bank)
Door [aangeefster 2] werd aangifte gedaan van poging oplichting. [33]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging
Medeplegen
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte zich meerdere malen schuldig heeft gemaakt aan (een poging tot) oplichting.
Ten laste is gelegd dat verdachte de feiten tezamen en in vereniging heeft gepleegd, anders gezegd: dat sprake is van medeplegen. De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan van dit feit sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Daarbij moet de intellectuele en/of materiële bijdrage van een verdachte aan het delict van voldoende gewicht zijn. Daarvoor is niet vereist dat de rol van iedere dader (precies) even groot is geweest.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte een dergelijke wezenlijk bijdrage geleverd aan het onder feit 1, 2, 4, 5, 6, en 7 ten laste gelegde, waardoor sprake is van medeplegen. De rechtbank overweegt als volgt. Verdachte wist, mede gelet op de snapchatgesprekken, van het plan om pinpassen en pincodes van mensen afhandig te maken. Allereerst werden de beoogde slachtoffers (telkens) gebeld door (een) zogenaamde medewerker(s) van een bank. De slachtoffers werden ervan overtuigd dat er iets mis was met hun bankrekening en kregen onder andere de opdracht hun pinpas en pincode aan een collega van hen, die langs zou komen, af te geven. Verdachte kreeg vervolgens van (een) ander(en) het adres van een beoogd slachtoffer doorgestuurd en bracht de persoon, die de goederen bij een slachtoffer ging ophalen, naar het juiste adres. Verdachte heeft verklaard dat het zijn taak was een foto van de afhandig gemaakte betaalpas(sen) te maken en deze door te sturen naar (een) ander(en). De medeverdachte heeft verder verklaard dat hij de goederen in de auto aan verdachte moest geven. Gelet op de verklaring van de medeverdachte en de inhoud van de snapchatgesprekken had verdachte in de auto tenminste een leidende rol bij het in ontvangst nemen en het doorgeven van de goederen welke waren ontvangen. Verdachte is aldus een wezenlijke en noodzakelijke schakel geweest in het geheel van de ten laste gelegde handelingen. Zonder zijn bijdrage kon de oplichting niet tot stand komen. Het geheel aan handelen, ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten (met uitzondering van feit 3), van de groep daders kan daarom aan verdachte worden toegerekend.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
op 22 september 2022 te Leusden, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 1] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten
- de afgifte van de telefoon en IPad van die [aangever 1] en de bijbehorende toegangscodes, en
- de afgifte van een of meerdere bankpassen van die [aangever 1] en diens vrouw en de bijbehorende pincodes, door
- ( telefonisch) contact heeft opgenomen met die [aangever 1] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als een (helpdesk)medewerker van de ING en Rabobank,
- ( vervolgens) heeft doen voorkomen alsof de IPad en telefoon van die [aangever 1] besmet waren met een virus,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [aangever 1] heeft voorgehouden dat diens apparatuur geschoond moest worden,
- ( vervolgens) met die [aangever 1] heeft besproken dat (zogenaamd) een (andere) medewerker van de bank bij die [aangever 1] thuis langs zou komen, teneinde deze apparatuur op te halen, en
- ( vervolgens) naar de woning van die [aangever 1] is gereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2:
op 22 september 2022 te Leusden, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten
- de afgifte van de telefoon van die [aangever 2] , en
- de afgifte van meerdere bankpassen van die [aangever 2] en de bijbehorende pincodes, door
- ( telefonisch) contact op te nemen met die [aangever 2] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid voor te doen als een (helpdesk)medewerker van de Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekening van die [aangever 2] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [aangever 2] voor te houden dat diens pincode gewijzigd moest worden en diens bankpassen ingeleverd moesten worden,
- ( vervolgens) af te spreken dat een (andere) medewerker van de bank bij die [aangever 2] thuis langs zou komen, teneinde deze bankpassen op te halen, en
- ( vervolgens) bij die [aangever 2] aan de deur te gaan en twee bankpassen en een telefoon mee te nemen;
feit 4:
op 22 september 2022 te Landsmeer, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [aangeefster 2] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, door
- ( telefonisch) contact heeft opgenomen met die [aangeefster 2] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als een (helpdesk)medewerker van de ING en Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekening van die [aangeefster 2] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [aangeefster 2] heeft voorgehouden dat diens apparatuur geschoond moest worden, en
- ( vervolgens) naar de woonplaats van die [aangeefster 2] is gereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 5:
op of omstreeks 15 september 2022 te Laren, tezamen en in vereniging anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 3] en [aangeefster 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van de bankpassen van die [aangever 3] en [aangeefster 4] en de bijbehorende pincodes, door
- ( telefonisch) contact op te nemen met die [aangever 3] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid voor te doen als een (helpdesk)medewerker van de Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekeningen van die [aangever 3] en die [aangeefster 4] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [aangever 3] voor te houden dat voornoemde rekeningen beveiligd dienden te worden, dat hun pincodes moest komen te vervallen en hun bankpassen vernietigd moesten worden,
- ( vervolgens) af te spreken dat een (andere) medewerker van de bank bij die [aangever 3] en [aangeefster 4] thuis langs zou komen, teneinde deze bankpassen op te halen, en
- ( vervolgens) bij die [aangever 3] en [aangeefster 4] aan de deur te gaan en twee bankpassen mee te nemen;
Feit 6
op of omstreeks 12 september 2022 te Harmelen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [aangeefster 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van de bankpassen van die [aangeefster 3] , door
- ( telefonisch) contact op te nemen met die [aangeefster 3] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid voor te doen als een (helpdesk)medewerker van de Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekeningen van die [aangeefster 3] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [aangeefster 3] voor te houden dat hij misbruik van haar rekening zou helpen voorkomen,
- ( vervolgens) af te spreken dat een (andere) medewerker van de bank bij die [aangeefster 3] thuis langs zou komen, teneinde haar bankpas op te halen, en
- ( vervolgens) bij die [aangeefster 3] aan de deur te gaan en de bankpas mee te nemen;
feit 7:
op 6 september 2022 te Culemborg, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het ter beschikking stellen van gegevens, te weten de afgifte van de bankpassen van die [aangever 4] en de bijbehorende pincodes, door
- ( telefonisch) contact op te nemen met die [aangever 4] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid voor te doen als een (helpdesk)medewerker van de Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekeningen van die [aangever 4] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid aan die [aangever 4]
voor te houden dat hij via de computer zou helpen de geplande overschrijving te voorkomen,
- ( vervolgens) af te spreken dat een (andere) medewerker van de bank bij die [aangever 4] thuis langs zou komen, teneinde deze bankpassen op te halen, en
- ( vervolgens) bij die [aangever 4] aan de deur te gaan en meerdere bankpassen mee te nemen;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
t.a.v. feit 1 en feit 4: telkens: medeplegen van poging tot oplichting;
t.a.v. feit 2, feit 6 en feit 7: telkens: medeplegen van oplichting;
t.a.v. feit 5: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd in het reclasseringsadvies van 9 augustus 2023.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht - indien verdachte schuldig wordt bevonden aan de ten laste gelegde feiten - rekening te houden met het volgende. Verdachte heeft een onderschikte rol gehad in de uitvoering van de feiten. Verdachte was jong en had daardoor een beperkt verantwoordelijkheidsgevoel. Na in voorarrest te hebben gezeten is bij hem het besef ontstaan dat hij kwalijk heeft gehandeld. Verdachte heeft geen noemenswaardige documentatie. Verder heeft verdachte op dit moment dagbesteding in de vorm van werk en hij is gemotiveerd dit te behouden. Oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou deze positieve ontwikkeling kunnen doorkruisen. De raadsman heeft de rechtbank dan ook verzocht verdachte een gevangenisstraf op te leggen gelijk aan de duur van het voorarrest, eventueel aan te vullen met een voorwaardelijke gevangenisstraf en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
De verdachte heeft zich in een korte periode meerdere keren schuldig gemaakt aan (een poging tot) oplichting. Uit naam van diverse banken zijn de slachtoffers, die allen een hogere leeftijd hebben en derhalve kwetsbaar zijn, bewogen tot afgifte van hun bankpassen, pincodes en/of telefoons. Al deze feiten heeft verdachte tezamen en in vereniging met anderen gepleegd. De feiten zijn op een georganiseerde, slinkse en geraffineerde wijze gepleegd en verdachte heeft hieraan bijgedragen. Verdachte heeft met zijn handelen geen rekenschap gegeven aan de gevoelens en belangen van slachtoffers en enkel oog gehad voor zijn eigen financiële gewin. Zo heeft verdachte bij een aantal slachtoffers financiële schade veroorzaakt, nu er bedragen van rekeningen zijn weggenomen. Ook is er een grove inbreuk gemaakt op het vertrouwen van slachtoffers in de digitale (financiële) bankwereld en hun gevoel van veiligheid en privacy. Zeker nu slachtoffers weten dat hun woonadres bij de daders bekend is. Dat deze feiten een dergelijke impact kunnen hebben, blijkt ook uit de verklaring van de heer [aangever 3] (feit 5) ter onderbouwing van de vordering benadeelde partij.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van
27 juli 2023 op naam van verdachte, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden eerder voor een vermogensdelict is veroordeeld. In de afgelopen vijf jaar is verdachte op 20 december 2019 veroordeeld voor het medeplegen van diefstal, waardoor er sprake is van recidive van vermogensfeiten. Dit is strafverzwarend.
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het reclasseringsadvies van 9 augustus 2023, opgesteld door mevrouw D. Ratling, reclasseringswerker. De reclassering concludeert dat er problemen zijn op het gebied van psychosociaal functioneren, sociaal netwerk, dagbesteding en financiën. Het is positief dat verdachte sinds juni 2023 een structurele dagbesteding heeft en hij gemotiveerd is zijn werk te behouden. Ook werkt verdachte goed mee aan het reclasseringstoezicht, hoewel hij wel een berisping heeft gekregen voor het niet nakomen van afspraken. De reclassering adviseert verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met een meldplicht en bijzondere voorwaarden gericht op dagbesteding en financiën. Het hebben van werk en inkomen is volgens de reclassering noodzakelijk om de kans op recidive te verlagen. De reclassering heeft daarnaast te kennen gegeven dat een gevangenisstraf schadelijk kan zijn voor de positieve ontwikkeling die verdachte heeft doorgemaakt.
Adolescentenstrafrecht
Ten aanzien van de vraag of het volwassenenstrafrecht of het jeugdstrafrecht dient te worden toegepast, overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte was ten tijde van de bewezenverklaarde feiten 20 jaar oud, en dus meerderjarig. In beginsel wordt ten aanzien van meerderjarige verdachten het volwassenenstrafrecht toegepast. De rechtbank kan op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht, indien zij daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is begaan, het jeugdstrafrecht toepassen, bij een verdachte die ouder is dan 18 jaar en niet ouder is dan 23 jaar.
Uit voornoemd reclasseringsadvies van 9 augustus 2023 blijkt dat de indruk bestaat dat verdachte in staat is zijn eigen keuzes te maken, ondanks dat er wel sprake lijkt te zijn van kwetsbaarheid voor beïnvloeding uit zijn omgeving. Verdachte kan reflecteren op eigen gedrag en gedraagt zich conform zijn leeftijd. Het is verder onbekend gebleven in hoeverre verdachte ontvankelijk is voor pedagogische beïnvloeding. De reclassering adviseert dan ook om het volwassenstrafrecht toe te passen. De rechtbank ziet op grond van het voorgaande dan ook geen aanleiding om het adolescentenstrafrecht toe te passen en past daarom het volwassenenstrafrecht toe.
Beoordeling van de rechtbank
Gelet op de aard en ernst van de feiten en het strafblad van verdachte kan naar het oordeel van de rechtbank met geen andere straf worden volstaan dan met oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meerdere maanden. Gezien de persoon van verdachte en het reclasseringsadvies van 9 augustus 2023 ziet de rechtbank aanleiding een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen voor de duur gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat verdachte jong was toen hij de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd en dat verdachte op dit moment gemotiveerd lijkt te zijn om zijn leven te beteren, nu hij structurele dagbesteding heeft in de vorm van werk. Op basis van de aard en ernst van de feiten en het strafblad van verdachte zal de rechtbank wel een forse voorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte opleggen, als stok achter de deur om geen nieuwe strafbare (vermogens)feiten te plegen, alsook een te verrichten taakstraf van een aanzienlijke duur.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met een proeftijd van 2 jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, en een taakstraf van de duur van 180 uur, passend en geboden.

9.BESLAG

Onder verdachte zijn de volgende goederen in beslag genomen:
  • een geldbedrag van 90,00 euro (G3049888);
  • een betaalkaart van de ABN AMRO (G3049904).
9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier heeft gevorderd om het geldbedrag van € 90,00 verbeurd te verklaren en de betaalkaart terug te geven aan verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht het inbeslaggenomen geldbedrag terug te geven aan verdachte, nu verdachte dit geldbedrag ook uit een andere bron dan de ten laste gelegde feiten kan hebben verkregen. Ook de betaalkaart moet worden teruggegeven aan verdachte.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten het geldbedrag van 90,00 euro, verbeurd verklaren, aangezien het naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk is geworden dat verdachte dit geldbedrag geheel of grotendeels door middel van de bewezenverklaarde misdrijven heeft verkregen.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de betaalkaart van de ABN AMRO, aangezien het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

10.BENADEELDE PARTIJ

[aangeefster 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 466,08. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 4 ten laste gelegde.
Daarnaast heeft [aangever 3] zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 519,20. Dit bedrag bestaat uit € 19,20 materiële schade en € 500,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder feit 5 ten laste gelegde.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van mevrouw [aangeefster 2] en de heer [aangever 3] hoofdelijk moeten worden toegewezen. De gevorderde immateriële schadevergoeding van [aangever 3] is toewijsbaar, nu de benadeelde partij op andere wijze in zijn persoon is aangetast en het gevorderde bedrag overeenkomt met toegewezen bedragen in soortgelijke zaken. De officier van justitie vordert de toe te wijzen bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat mevrouw [aangeefster 2] niet ontvankelijk verklaard dient te worden in haar vordering ten aanzien van de schadepost benoemd in factuur 3. De raadsman heeft verder bepleit de gevorderde immateriële schade door de heer [aangever 3] niet ontvankelijk te verklaren, nu het ten laste gelegde feit geen grond biedt tot vergoeding hiervan.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De vordering benadeelde partij van mevrouw [aangeefster 2] (feit 4)
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de bewijsmiddelen en de vordering van
de benadeelde partij, vast komen te staan dat de benadeelde partij schade heeft geleden als
gevolg van het onder feit 4 bewezen verklaarde handelen van verdachte. De rechtbank acht de materiële schade - voor zover deze ziet op de twee betaalde facturen van [bedrijf 1] B.V. - een rechtstreeks gevolg van het strafbare feit en is van oordeel dat deze posten voldoende zijn onderbouwd. Dit betekent dat de vordering van de benadeelde partij voor zover die ziet op de twee facturen van [bedrijf 1] B.V. zal worden toegewezen. De rechtbank overweegt voorts dat, nu de computer opgeschoond was of zou worden door [bedrijf 1] B.V, een nader onderzoek van [bedrijf 2] niet noodzakelijk was. De rechtbank zal deze materiële schadepost, te weten de factuur van [bedrijf 2] daarom niet-ontvankelijk verklaren. Ook de gevorderde reiskosten voor het brengen en ophalen van de computer naar en van het [bedrijf 2] zullen derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank zal de gevorderde reiskosten voor het doen van aangifte op het politiebureau afwijzen, nu deze ertoe strekken strafrechtelijke opsporing en vervolging van de dader te bewerkstelligen en daarvan niet kan worden gezegd dat zij zijn gemaakt ter vaststelling van aansprakelijkheid of schade, zoals bedoeld in artikel 6:96 lid 2, onder b, BW. De enkele omstandigheid dat een eventuele daarop volgende strafrechtelijke veroordeling de grondslag kan bieden voor schadevergoeding (en dit vaak mededoelstelling van het slachtoffer is), maakt niet dat gezegd kan worden dat die reiskosten met dat doel zijn gemaakt (vgl. Hoge Raad 10 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0690) Deze reiskosten kunnen daarom niet als schade ten laste van verdachte worden gebracht.
Verdachte zal worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt
en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten
worden tot op dit moment begroot op nihil.
Wettelijke rente en hoofdelijkheid
De rechtbank zal aldus de vordering voor een totaalbedrag van € 82,50,- toewijzen, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf
22 september 2022 tot de dag van volledige betaling.
Daarnaast wordt het toegewezen bedrag hoofdelijk aan verdachte en zijn mededaders opgelegd. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is. Indien een mededader een deel van het bedrag betaalt, is verdachte niet langer gehouden om dat deel te betalen (en vice versa).
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij [aangeefster 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het
bedrag van € 82,50,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 22 september 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 2 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de
benadeelde partij [aangeefster 2] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien
betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
De vordering benadeelde partij van mevrouw [aangever 3] (feit 5)
Naar het oordeel van de rechtbank is de gevorderde materiële schade, te weten de reiskosten voor de afspraak met Slachtofferhulp Nederland en het doen van aangifte bij de politie (zoals eerder is overwogen), niet aan te merken als rechtstreekse schade naar aanleiding van het strafbare feit en zullen dan ook worden afgewezen.
De benadeelde partij heeft daarnaast aanspraak gemaakt op vergoeding van immateriële schade op grond van artikel 6:106 lid 1 sub b van het Burgerlijk Wetboek. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd dat hij door het onder feit 5 bewezenverklaarde lichamelijk letsel en/of psychische schade heeft opgelopen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor wat betreft deze gevorderde schade niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 36f, 45, 47, 57, 63, en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder feit 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 12 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 6 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- ` stelt daarbij
een proeftijd van 2 jarenvast;
- stelt als algemene voorwaarden dat verdachte:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
  • zich meldt zodra zijn proeftijd ingaat bij Reclassering Nederland op het adres Wibautstraat 12 (1091 GM) te Amsterdam. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
  • zich inspant voor het vinden en behouden van een opleiding en/of betaald werk, met een vaste structuur.
  • de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en schulden.
- geeft aan Reclassering Nederland de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 180 uren;
- beveelt dat voor het geval de verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 90 dagen hechtenis;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
 betaalkaart van de ABN AMRO (G3049904)
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
 een geldbedrag van 90,00 euro (G3049888);
Benadeelde partij mevrouw [aangeefster 2]
  • wijst de vordering van [aangeefster 2] toe tot een bedrag van € 82,50, bestaande uit materiële schade;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [aangeefster 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 september 2022 tot de dag van volledige betaling;
  • wijst de vordering van [aangeefster 2] af voor een bedrag van € 6,65, bestaande uit materiële schade;
  • verklaart [aangeefster 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • legt verdachte hoofdelijk de verplichting op ten behoeve van [aangeefster 2] aan de Staat
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Benadeelde partij [aangever 3]
  • wijst de vordering van [aangever 3] af;
  • compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Gerritse, voorzitter, mrs. N.M.H. van Ek en
M.J. Terstegge, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N.W. Hekker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 september 2023.
Bijlage: de aangepaste tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 22 september 2022 te Leusden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 1] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter
beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van de telefoon en/of de Ipad van die [aangever 1] en/of de bijbehorende toegangscodes, en/of
- de afgifte van een of meerdere bankpassen van die [aangever 1] en/of diens vrouw en/of de bijbehorende pincodes,
- ( telefonisch) contact heeft opgenomen met die [aangever 1] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als een (helpdesk)medewerker van de ING en/of Rabobank,
- ( vervolgens) heeft doen voorkomen alsof de Ipad en/of telefoon van die [aangever 1] besmet waren met een virus,
-(vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [aangever 1] heeft voorgehouden dat diens apparatuur geschoond moest worden,
- ( vervolgens) met die [aangever 1] heeft afgesproken dat (zogenaamd) een (andere) medewerker van de bank bij die [aangever 1] thuis langs zou komen, teneinde deze apparatuur op te halen, en/of
- ( vervolgens) naar de woning van die [aangever 1] is gereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 22 september 2022 te Leusden, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 2] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van de telefoon van die [aangever 2] , en/of
- de afgifte van een of meerdere bankpassen van die [aangever 2] en/of de bijbehorende pincodes,
door
- ( telefonisch) contact op te nemen met die [aangever 2] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voor te doen als een (helpdesk)medewerker van de Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekening van die [aangever 2] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [aangever 2] voor te houden dat diens pincode gewijzigd moest worden en/of diens bankpassen ingeleverd moesten worden,
- ( vervolgens) af te spreken dat een (andere) medewerker van de bank bij die [aangever 2] thuis langs zou komen, teneinde deze bankpassen op te halen, en/of
- ( vervolgens) bij die [aangever 2] aan de deur te gaan en twee bankpassen en/of een telefoon mee te nemen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 13 augustus 2022 te Baarn, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangeefster 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van de Ipad van die [aangeefster 1] , en/of
- de afgifte van een of meerdere bankpassen van die [aangeefster 1] en/of de bijbehorende pincodes,
door
- ( telefonisch) contact op te nemen met die [aangeefster 1] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voor te doen als een (helpdesk)medewerker van de ABN Amro,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekening van die [aangeefster 1] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [aangeefster 1] voor te houden dat diens pincode gewijzigd moest worden en/of diens bankpassen ingeleverd moesten worden,
- ( vervolgens) af te spreken dat een (andere) medewerker van de bank bij die [aangeefster 1] thuis langs zou komen, teneinde deze bankpassen op te halen, en/of
- ( vervolgens) bij die [aangeefster 1] aan de deur te gaan en twee bankpassen en/of een Ipad mee te nemen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij op of omstreeks 22 september 2022 te Landsmeer, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangeefster 2] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een
inschuld,
te weten
- de afgifte van een of meerdere telefoons, tablets en/of laptops van die [aangeefster 2] en/of de bijbehorende toegangscodes,
- inloggegevens van de bankrekening van die [aangeefster 2] , en/of
- de afgifte van een of meerdere bankpassen van die [aangeefster 2] en/of de bijbehorende pincodes,
- ( telefonisch) contact heeft opgenomen met die [aangeefster 2] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid heeft voorgedaan als een (helpdesk)medewerker van de ING en/of Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekening van die [aangeefster 2] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [aangeefster 2] heeft voorgehouden dat diens apparatuur geschoond moest worden, en/of
- ( vervolgens) naar de woonplaats van die [aangeefster 2] is gereden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
5
hij op of omstreeks 15 september 2022 te Laren, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 3] en/of [aangeefster 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,
te weten de afgifte van de bankpassen van die [aangever 3] en/of [aangeefster 4] en/of de bijbehorende pincodes,
door
- ( telefonisch) contact op te nemen met die [aangever 3] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voor te doen als een (helpdesk)medewerker van de Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekeningen van die [aangever 3] en die [aangeefster 4] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [aangever 3] voor te houden dat voornoemde rekeningen beveiligd dienden te worden, dat hun pincodes moest komen te vervallen en/of hun bankpassen vernietigd moesten worden,
- ( vervolgens) af te spreken dat een (andere) medewerker van de bank bij die [aangever 3] en [aangeefster 4] thuis langs zou komen, teneinde deze bankpassen op te halen, en/of
- ( vervolgens) bij die [aangever 3] en [aangeefster 4] aan de deur te gaan en twee bankpassen mee te nemen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
6
hij op of omstreeks 12 september 2022 te Harmelen, gemeente Woerden, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangeefster 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,
te weten de afgifte van de bankpassen van die [aangeefster 3] en/of de bijbehorende pincodes,
door
- ( telefonisch) contact op te nemen met die [aangeefster 3] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voor te doen als een (helpdesk)medewerker van de Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekeningen van die [aangeefster 3] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [aangeefster 3] voor te houden dat hij misbruik van haar rekening zou helpen voorkomen,
- ( vervolgens) af te spreken dat een (andere) medewerker van de bank bij die [aangeefster 3] thuis langs zou komen, teneinde haar bankpas op te halen, en/of
- ( vervolgens) bij die [aangeefster 3] aan de deur te gaan en de bankpas mee te nemen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
7
hij op of omstreeks 6 september 2022 te Culemborg, althans in Nederland tezamen en in
vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 4] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
te weten de afgifte van de bankpassen van die [aangever 4] en/of de bijbehorende pincodes,
door
- ( telefonisch) contact op te nemen met die [aangever 4] ,
- ( vervolgens) zich valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid voor te doen als een (helpdesk)medewerker van de Rabobank,
- ( vervolgens) te doen alsof er verdachte activiteiten op de rekeningen van die [aangever 4] waargenomen waren,
- ( vervolgens) valselijk, listiglijk, bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid aan die [aangever 4]
voor te houden dat hij via de computer zou helpen de geplande overschrijving te voorkomen,
- ( vervolgens) af te spreken dat een (andere) medewerker van de bank bij die [aangever 4] thuis langs zou komen, teneinde deze bankpassen op te halen, en/of
- ( vervolgens) bij die [aangever 4] aan de deur te gaan en meerdere bankpassen mee te nemen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 26 september 2022, genummerd PL0900-2022281135, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 395. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , pagina 12.
3.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , pagina 13.
4.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , pagina 11.
5.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , pagina 12.
6.Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster 2] , pagina 255.
7.Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster 2] , pagina 256.
8.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , pagina 321.
9.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , pagina 322.
10.Een proces-verbaal van aangifte van [aangeefster 3] , pagina 262.
11.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] , pagina 295.
12.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] , pagina 296.
13.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 388.
14.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 388-389.
15.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 391.
16.Een proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina 392.
17.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , pagina 138.
18.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , pagina 139.
19.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , pagina 140.
20.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] , pagina 141.
21.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 72.
22.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 73.
23.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 74.
24.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 75.
25.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 363.
26.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 280.
27.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 281.
28.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 259.
29.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 260.
30.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 347.
31.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 235.
32.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 349.
33.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 243.