Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van [verzoeker] , ter griffie ingekomen op 23 februari 2023;
- het verweerschrift van [verweerster] van 9 maart 2023.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die sinds 2016 dakloos is, verzocht om verhoging van de beslagvrije voet. Verzoeker, die tijdelijk in Spanje verblijft, had eerder een vonnis tegen zich gekregen waarbij hij een bedrag aan verweerster moest betalen. Na beslaglegging op zijn AOW-uitkering door LAVG, ontstond er discussie over de hoogte van de beslagvrije voet. Verzoeker stelde dat de beslagvrije voet te laag was vastgesteld en dat hij door de beslaglegging in zijn levensonderhoud werd bemoeilijkt, wat leidde tot nieuwe schulden voor medische zorg.
Verweerster betwistte de noodzaak van een verhoging en verwees naar jurisprudentie die stelt dat een beroep op de hardheidsclausule beperkt is tot uitzonderlijke situaties. De kantonrechter oordeelde dat de beslagvrije voet van € 735,- te laag was en dat verzoeker voldoende aannemelijk had gemaakt dat zijn woonsituatie niet correct was meegenomen in de berekening. De rechter concludeerde dat de beslagvrije voet met terugwerkende kracht moest worden verhoogd naar € 1.142,- per maand, en dat LAVG de te veel ingehouden bedragen aan verzoeker moest terugbetalen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij partijen hun eigen kosten dragen.