In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 juli 2023 uitspraak gedaan over het verzoek van de ouders van een minderjarige om de voornaam en het geslacht van hun kind te wijzigen. De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. K.S.M. Smienk, hebben verzocht om de geboorteakte van hun kind, dat geboren is als jongen, aan te passen naar een vrouwelijke geslachtsaanduiding en de voornaam te wijzigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk het gezag over het kind hebben en dat het kind, dat zich al vanaf jonge leeftijd identificeert als meisje, een zwaarwegend belang heeft bij deze wijziging.
De rechtbank heeft de procedure gestart op basis van een verzoekschrift dat op 1 mei 2023 is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 juni 2023 waren de ouders en hun advocaat aanwezig, maar de ambtenaar van de burgerlijke stand was niet vertegenwoordigd. De kinderrechter heeft voorafgaand aan de zitting met het kind gesproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige wetgeving in beginsel een wijziging van de geslachtsregistratie pas toestaat voor personen van zestien jaar en ouder, maar dat er maatschappelijke en juridische ontwikkelingen zijn die deze situatie kunnen beïnvloeden.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek van de ouders kan worden toegewezen, omdat het kind voldoende heeft onderbouwd dat de huidige geslachtsregistratie niet overeenkomt met haar genderidentiteit. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de geboorteakte aan te passen, zodat het geslacht van het kind als vrouwelijk wordt geregistreerd en de voornaam wordt gewijzigd. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan, voor zover definitief, worden aangevochten bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.