ECLI:NL:RBMNE:2023:7635

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
4 april 2024
Zaaknummer
C/16/547901 / HA ZA 22-579
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake proceskostenveroordeling tussen A en ING Bank N.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 december 2023 een herstelvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen [A] en ING Bank N.V. Het herstelvonnis volgt op een verzoek van [A] om verbetering van een eerder vonnis van 8 november 2023, waarin een kennelijke fout was gemaakt in de proceskostenveroordeling. [A] was in dat vonnis ten onrechte veroordeeld in de proceskosten van ING, terwijl de rechtbank had bedoeld dat ING in de proceskosten van [A] moest worden veroordeeld.

De rechtbank heeft het verzoek van [A] om verbetering in behandeling genomen en ING in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren. ING heeft zich verzet tegen de verbetering en stelde dat er geen sprake was van een kennelijke verschrijving, maar dat de rechter had bedoeld de proceskosten te compenseren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er wel degelijk sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig te herstellen was.

In de beslissing heeft de rechtbank bepaald dat de eerdere veroordeling van [A] in de proceskosten wordt gewijzigd in een veroordeling van ING in de proceskosten van [A]. Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.A. Schuman en is van belang voor de rechtszekerheid en de correcte uitvoering van de proceskostenveroordeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
Herstelvonnis van 13 december 2023
in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/16/537427/HA ZA 22-225 van
[A],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: [A] ,
advocaat mr. M. de Boorder te ’s-Gravenhage,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEFAM B.V.,
gevestigd te Bunnik,
hierna te noemen: Defam,
advocaat mr. J.M. Penders te Nijmegen,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/16/547901 / HA ZA 22-579 van
[A],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
hierna te noemen: [A] ,
advocaat mr. M. de Boorder te 's-Gravenhage,
tegen
de naamloze vennootschap
ING BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
hierna te noemen: Ing Bank N.V.,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
In een e-mail van 14 november 2023 is namens [A] de rechtbank verzocht om verbetering van het op 8 november 2023 in de zaak tussen [A] en ING gewezen vonnis. Het gaat daarbij om verbetering van rechtsoverweging 6.9., waarin [A] wordt veroordeeld in de proceskosten van ING. Volgens [A] volgt uit het vonnis dat dat andersom moet zijn en dat ING dus moet worden veroordeeld in de proceskosten van [A] .
1.2.
De rechtbank heeft ING in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.
ING heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt en zich tegen verbetering verzet. Volgens ING is er geen sprake van een kennelijke verschrijving. Volgens haar heeft de rechter de proceskosten willen compenseren waarbij partijen de eigen kosten dragen.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank is van oordeel dat in het vonnis van 8 november 2023 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank heeft de proceskosten niet willen compenseren. Dat blijkt ook nergens uit het vonnis. In rechtsoverweging 5.34. heeft de rechtbank overwogen:

ING is (gedeeltelijk) in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten en de nakosten van [A] betalen.
Dat is niet voor uitleg vatbaar. Het wijst er in het geheel niet op dat de rechtbank de proceskosten heeft willen compenseren. Per ongeluk heeft de rechtbank in de beslissing (in punt 6.9.) de namen omgedraaid waardoor [A] in de proceskosten van ING is veroordeeld, terwijl dit dus andersom had moeten zijn. De rechtbank zal daarom het verzoek toewijzen.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
bepaalt dat nr. 6.9. van het op 8 november 2023 tussen [A] en ING gewezen vonnis, waar staat
“veroordeelt [A] in de proceskosten, aan de zijde van ING tot op heden begroot op
€ 1.997,03”
wordt gewijzigd in
“veroordeelt ING in de proceskosten, aan de zijde van [A] tot op heden begroot op
€ 1.997,03”,
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 13 december 2023 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 8 november 2023,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 8 november 2023 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A. Schuman en in het openbaar uitgesproken op
13 december 2023. [1]

Voetnoten

1.type: BvdG