4.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van parketnummer 16.124329.22
Vrijspraak feit 2, primair
De officier van justitie heeft – kort gezegd – het volgende naar voren gebracht. Hoewel de spullen van aangever één dag na de inbraak bij verdachte in de auto worden aangetroffen, maakt het korte tijdsverloop dat verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor de inbraak. Daarnaast geeft verdachte geen aannemelijke verklaring voor het voorhanden hebben van de gestolen spullen en zijn er inbrekerswerktuigen in de auto aangetroffen.
De rechtbank acht op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de woninginbraak heeft gepleegd. Het dossier bevat geen bewijsmiddel waaruit kan worden afgeleid dat verdachte in de nacht van 16 op 17 mei 2022 in De Bilt is geweest. Daarnaast is het tijdsverloop tussen de inbraak en het aantreffen van de gestolen goederen in de ochtend van 18 mei 2022 in de auto van verdachte te groot om alleen op grond daarvan aan te nemen dat verdachte de pleger van de woninginbraak moet zijn geweest. De rechtbank zal verdachte gelet op bovenstaande vrijspreken van het onder feit 2 primair ten laste gelegde feit.
Ter zitting heeft verdachte het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
In de nacht van 17 mei 2022 op 18 mei 2022 ben ik met de auto in Eemnes geweest. Ik heb daar een beige linnen tas met spullen in de auto gedaan en een rugzak. In die tas zaten drie camera’s, een telefoon, een bakje met munten en een glazen bol. Ik heb op internet gezocht naar de prijs van een Fuji camera.
Proces-verbaal van aangifte [aangever 3] d.d. 18 mei 2022
Aangever [aangever 3] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik woon in een woning aan de [adres 1] te [plaats 1] . Op 18 mei 2022 omstreeks 01:00 uur is mijn zoon nog beneden geweest om zijn telefoon te pakken. Omstreeks 05:30 uur kwam ik beneden en zag ik dat er diverse laatjes en kastjes in de woonkamer openstonden. Ik zag dat de telefoon van mijn andere zoon weg was. Ik liep naar buiten de achtertuin in, daar zag ik twee portemonnees geopend liggen.
Bijlage gestolen goederen:
- een spelcomputer (merk: Nintendo Switch)
- twee controllers (merk: Nintendo Switch)
- een computerspel (Nintendo Minecraft)
- een tablet (merk: Apple)
- een laptop (merk: Google Chromebook)
- een camera (merk: Nikon)
- een telefoon (merk Samsung)
- een geldbedrag
Proces-verbaal van verhoor getuige [aangever 3] d.d. 18 mei 2022
Aangever [aangever 3] is aanvullend gehoord bij de politie en heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Bij de inbraak in mijn woning is de telefoon van mijn zoon [A] gestolen. Wij hebben alle telefoons van de familie aangesloten op de app Google Family Link. Ik zag dat de telefoon van [A] niet was uitgeschakeld en uitstraalde. Ik heb van een buurvrouw beelden gehad van iemand die afgelopen nacht om 03:15 uur over straat liep. De camera staat gericht op onze straat. De persoon liep uit de richting vanaf onze straat.
Ik zag dat de telefoon lang uitstraalde bij winkelcentrum [locatie 2] . Ik ben daar ook heen gereden. Toen ik daar liep zag ik een man uit een witte Renault Clio stappen. Ik vond dat deze leek op de persoon van de camerabeelden die ik had gezien. Ik bedoel daarmee: de zwarte Nike schoenen met witte zool en logo, het postuur en de strakke donkere broek. Ik zag dat de man terug was gekomen naar zijn auto en wegreed. Ik zag dat de gestolen telefoon op dat moment ook begon met verplaatsen. Ik zag in de app dat de telefoon eindigde op de locatie [straat] .
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 mei 2022
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Samen met verschillende eenheden ging ik ter plaatse naar de [straat] . Aldaar zag ik recht tegenover de winkel Boni de witte Renault met kenteken [kenteken].
Ik hoorde dat de collega’s de gestolen telefoon aan het bellen waren. Ik opende de auto aan de bestuurderskant. Bij het open deur hoorde ik een telefoon afgaan.
Ik opende de achterklep van de auto en zag het volgende:
- een bruine rugzak;
- twee zwarte tassen wat ik herken als cameratassen;
- een beige stoffen tas.
Ik hoorde het geluid uit de beige stoffen tas komen. Ik opende de
beige stoffen tas en trof daar een blauwe telefoon aan die gebeld werd.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 mei 2022
Verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Wij, verbalisanten, doorzochten op 18 mei 2022 de in beslag genomen personenauto, een witte Renault Clio voorzien van het kenteken [kenteken] . Ik zag dat op de grond onder de bestuurdersstoel een glazen bol lag. Ik zag op de grond aan de bijrijderskant een doorzichtige tupperware bak met blauwe deksel stond. Op deze bak, waarin 4x 50 euro en een hoop muntgeld zat, stonden de namen [B] en [A] . Ik zag dat in de rechterachterdeur een PS5 controller lag. In de kofferbak lagen meerdere tassen. Wij zagen dat er twee cameratassen met camera’s in lagen. Wij zagen dat er in de zwarte cameratas een zwarte camera lag van het merk Fujifilm. Ook zagen wij dat er een lensdop en twee batterijen in de cameratas zaten. In de andere zwarte cameratas zagen wij dat er ook een zwarte camera van het merk Nikon in lag. Verder zagen wij dat er 2 stekkers en een batterij in lagen. Verder zagen wij dat er een witte linnen tas in de kofferbak lag. Wij zagen dat op deze linnen tas geschreven stond: ‘ik ben de fantastische mama van [C] ’. Wij zagen dat er in de linnen zak een zwarte camera zat van het merk Canon. Verder zagen wij ook dat er nog een zwarte camera in de tas zat van het merk Panasonic. Ook zagen wij dat er een losse lens van het merk Tamron in zat. In de tas zagen wij dat er ook een blauwe Samsung telefoon in zat. Ook zagen wij dat er een paar grijze handschoenen, een groene hoodie en een paar zwarte schoenen van het merk Nike in de kofferbak lagen. Ook zagen wij dat er een groene North Face tas met een zwarte boven- en onderkant in de kofferbak lag. In de tas zagen wij 3 schroevendraaiers en een lampje zitten. Wij zagen dat er onder de bodemplaat in de kofferbak een zwarte Iphone telefoon lag. Verder zagen wij nog een blauwe speaker liggen. Ook lag er een paar schoenen. Dit zijn blauwe schoenen van het merk Nike. De zolen van de schoenen zijn wit.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 mei 2022
Verbalisant [verbalisant 4] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De door Shell tankstation [locatie 3] te Muiden beschikbaar gestelde opnamen d.d. woensdag 18 mei 2022, werden door mij, verbalisant, bekeken.
06:00:30: De witte Renault Clio, voorzien van kenteken [kenteken] komt het terrein van de Shell oprijden.
06:00:30: De tankende bestuurder wordt op dit beeld herkend als verdachte [verdachte] .
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 mei 2022
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
De vrouw van aangever [aangever 3] , [D] , kwam op het politiebureau in Baarn. Ik overhandigde haar de blauwe Samsung telefoon. Ik hoorde haar zeggen dat zij deze telefoon herkende als die van haar zoon. Tevens overhandigde ik haar een Nikon Coolpix camera. Ik hoorde haar zeggen dat ze deze herkende als hun eigendom. Ik overhandigde haar ook een glazen bol welke zij herkende als hun eigendom. Ook overhandigde ik haar een tupperware bak met blauwe deksel. Ik hoorde haar zeggen dat ze deze herkende als hun eigendom omdat hier de namen van haar zoons op stonden, te weten [A] en [B] . Ik vertelde haar dat we los een lader van het merk Nikon hadden aangetroffen. Nadat ik deze getoond had hoorde ik haar zeggen dat ze deze herkende als een lader welke ook bij haar camera had gezeten.
Proces-verbaal van aangifte [aangever 4] d.d. 17 mei 2022
Aangever [aangever 4] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op maandag 16 mei 2022 ging ik slapen en toen ik op dinsdag 17 mei 2022 beneden kwam, zag ik dat er diverse spullen weg waren.
Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever 4] d.d. 20 mei 2022
Aangever [aangever 4] is aanvullend gehoord bij de politie en heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
U toonde mij zojuist een aantal foto’s van aangetroffen goederen. Ik herken hierop mijn blauwe muziekbox. Het betreft een muziekbox van het merk Megaboom 3 en heeft een plus en minteken op de achterzijde van de box. Doordat u mij deze foto toonde zag ik dat ik deze niet meer thuis had liggen.
Proces-verbaal van aangifte [aangever 5] d.d. 18 mei 2022
Aangeefster [aangever 5] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 17 mei 2022 gingen mijn partner en ik slapen in onze woning aan de [adres 3] te [plaats 1] . Op 18 mei 2022 zagen wij dat er diverse kasten en lades openstonden. Wij zagen dat er diverse goederen in de woning verplaatst waren en kwamen er achter dat er ook goederen weg waren genomen. Ik zag vervolgens dat het bovenraam van de keukendeur was verbroken. Wij missen de volgende goederen:
- 3 tablets (merk Apple)
- Een fotocamera (merk Canon)
- Een videocamera (merk Panasonic)
Proces-verbaal van verhoor aangeefster [aangever 5] d.d. 20 mei 2022
Aangeefster [aangever 5] is aanvullend gehoord bij de politie en heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op donderdag 19 mei 2022 kwam ik er achter dat ik mijn werklaptop inclusief oplader mis. Deze is ook weggenomen bij de gepleegde inbraak in mijn woning.
Het weggenomen goed betreft:
- Een laptop van het merk HP
- Een bijbehorende acculader
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 mei 2022
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op het politiebureau in Baarn toonde ik aangeefster [aangever 5] een Panasonic HCV180 en een Canon EOS 1100D. Ik hoorde haar zeggen dat zij deze herkende als haar eigendom. Ik hoorde haar zeggen dat ze deze herkenden omdat de foto’s van haar kind erop stonden. Op een later moment deed ik onderzoek naar een aangetroffen linnen tas met opschrift: ‘ik ben de fantastische mama van [C] ’. Ik hoorde aangeefster [aangever 5] zeggen dat ook deze tas was weggenomen en dat de voetafdrukken van haar dochter op de tas stonden.
Proces-verbaal van aangifte [aangever 6] d.d. 18 mei 2022
Aangever [aangever 6] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 17 mei 2022 ging ik slapen in mijn woning aan de [adres 4] te [plaats 1] . Toen ik op 18 mei 2022 weer in mijn huiskamer kwam zag ik dat mijn rugtas, zwart met groen, geopend was en dat mijn laptop (merk: Lenovo) eruit was weggenomen.
Proces-verbaal van verhoor aangever [aangever 6] d.d. 21 mei 2022
Aangever [aangever 6] is aanvullend gehoord bij de politie en heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik hoorde mijn dochter zeggen dat haar camera, een Fujifilm X-S10 body met daarop een lens, bij mij moest zijn. U toont mij zojuist de camera. Ik herken de camera van de foto’s die mijn dochter mij gestuurd heeft.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 juni 2022
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Door mij werd onderzoek gedaan in de telefoon van verdachte [verdachte] en door mij werd het volgende bevonden.
Searched items:
Ik zag dat er onder de searches items middels [website] de volgende zoekterm was gebruikt:
18-05-2022 tussen 04:26 en 04:29: Fujifilm pro 1, Fujifilm XS10, Canon 1100D prijs en Canon 1100.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 mei 2020
Verbalisant [verbalisant 5] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat er bij de in beslag genomen goederen, welke uit het voertuig van verdachte kwamen, een zwarte telefoon van het merk Apple zat. Ik zag dat er in het scherm in de Engelse taal kwam te staan dat deze telefoon gestolen was. Ik kreeg een man aan de lijn die zei dat zijn telefoon op 8 mei 2022 was gestolen in een nachtclub in Amsterdam.
Ik zag dat de eigenaar van de telefoon de gestolen iPhone opende met een code en mij de locaties liet zien waar de telefoon verbinding gemaakt had met Find My Iphone. Ik zag onder meer het volgende adres:
- [adres 7] , [postcode] [plaats 4] op 10 mei om 15.20 uur
Ik zag dat het adres in Utrecht het [naam] ziekenhuis betrof.
Proces-verbaal van aangifte [aangever 7] d.d. 8 mei 2022
Aangever [aangever 7] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik had op 7 mei 2022 een tasje bij me met onder meer een Apple iPhone X black color bij me. Op 8 mei 2022 werd ik wakker en constateerde ik dat mijn tas weg was.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 mei 2022
Verbalisant [verbalisant 6] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant, nam contact op met de vriendin van verdachte genaamd [E] en zij verklaarde als volgt. Ons zoontje is geboren op [geboortedatum 2] 2022 om [tijdstip] uur in het [naam] ziekenhuis in [plaats 4] . Mijn vriend (verdachte) is de gehele bevalling in het ziekenhuis aanwezig geweest en na de bevalling ook.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Inbraken feit 1, feit 3, primair en feit 4, primair
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter zitting verklaard dat hij zelf niet betrokken is geweest bij de inbraken in Eemnes. Hij was naar eigen zeggen in de nacht van 17 op 18 mei 2022 als snorder aan het rijden in Amsterdam, Utrecht en andere voor verdachte onbekende plaatsen. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij die nacht drie verschillende klanten heeft gehad die allemaal niet wilden betalen. Als compensatie voor zijn snordersdiensten zou verdachte daarom van hen een beige en groene tas hebben afgepakt en deze in de kofferbak van zijn auto hebben gelegd. Ter zitting heeft verdachte – anders dan bij de politie – verklaard dat hij één rit heeft gereden, waarbij hij een tas van iemand heeft afgepakt. Hij bracht iemand om 5.00 uur in de ochtend naar Eemnes waar hij nog twee mannen zag op straat waarvan de auto het niet deed en waar hem gevraagd is om die auto weg te slepen. Hij heeft geen andere ritten gereden die nacht. Toen ze bijna in Eemnes waren zou hem verteld zijn dat de jongens een inbraak hadden gepleegd. Verdachte is op enig moment boos geworden omdat die jongens hem niet betaalden voor de rit en het wegslepen van de andere auto. Verdachte heeft daarom een beige linnen tas van de jongens afgepakt. De groene rugzak is van verdachte. Verdachte zou alleen drie camera’s, een telefoon en een glazen bol hebben gezien. De overige aangetroffen gestolen goederen hebben volgens verdachte allemaal in de beige linnen tas gezeten.
De raadsman van verdachte heeft naar voren gebracht dat de verklaring van verdachte aannemelijk is en ondersteund wordt door overige bewijsmiddelen. Immers, er is een forse hoeveelheid goederen weggenomen tijdens de inbraken, terwijl er veel minder goederen zijn aangetroffen in de auto van verdachte. Daarnaast kan aan de herkenning van aangever [aangever 3] geen waarde worden gehecht. Het signalement is niet onderscheidend en de beelden zijn vaag. Er is geen DNA-materiaal van verdachte aangetroffen in de woningen waar de inbraken zijn gepleegd en er is ook geen schoensporenonderzoek gedaan in de woningen.
Op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat verdachte diverse gestolen goederen in zijn auto had liggen, afkomstig van meerdere inbraken. De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden is of verdachte ook de inbraken heeft gepleegd. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (vgl. HR 19 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK2880) kan aan het enkele voorhanden hebben van gestolen goederen niet zonder meer de conclusie worden verbonden dat degene die de gestolen goederen voorhanden heeft ook de woninginbraak heeft gepleegd. Voor de beoordeling van de betekenis die aan dat voorhanden hebben moet worden gehecht, zijn de feiten en omstandigheden van het geval van belang. Bij die beoordeling kan een rol spelen of de betrokkene een aannemelijke verklaring heeft gegeven voor dat voorhanden hebben. Uit de bewijsmiddelen blijken de navolgende feiten en omstandigheden. In de nacht van 17 op 18 mei 2022 zijn drie inbraken dan wel insluipingen gepleegd in [plaats 1] in de woningen gelegen aan de [adres 1] , de [adres 3] en de [adres 4] . Verdachte is die nacht in [plaats 1] geweest. Uit beelden van de deurbelcamera van de buren van de woning aan de [adres 1] is gebleken dat iemand om 03:15 uur over straat liep.
Uit het onderzoek naar de telefoon van verdachte is gebleken dat verdachte tussen 04:26 uur en 04:29 uur heeft gezocht naar onder meer ‘Fujifilm xs10’ (eenzelfde goed is weggenomen bij de woning aan de [adres 4] ) en ‘Canon 1100d’ (eenzelfde goed is weggenomen bij de woning aan de [adres 3] ). Om 06:00 uur is verdachte herkend op beelden bij tankstation [locatie 3] in Muiden. Vanuit [locatie 3] peilde een gestolen telefoon (weggenomen bij de [adres 1] en op dat moment in de auto van verdachte) uit in Amsterdam en vervolgens bij winkelcentrum [locatie 2] in Utrecht. Bij het winkelcentrum herkent aangever verdachte als degene die op de beelden te zien is van buren van de [adres 1] . Omstreeks 09:30 uur is de politie ter plaatse bij de woning van verdachte en bij die woning wordt de auto waar verdachte die nacht in reed, aangetroffen met goederen afkomstig uit woningen waar die nacht inbraken hebben plaatsgevonden. In de groene North Face tas, waarvan verdachte ter zitting heeft verklaard dat dat zijn tas is, worden schroevendraaiers en een (zak)lampje aangetroffen.
De rechtbank stelt op grond van de camerabeelden vast dat de insluiping in de woning aan de [adres 1] rond 3:15 uur moet hebben plaatsgevonden. Toen verdachte om 6:00 uur bij [locatie 3] was, had hij de gestolen telefoon al in zijn bezit. Verder blijkt uit het zoeken van verdachte op zijn telefoon naar de prijs van een fuji camera en een canon camera dat verdachte al om 4:26 uur de uit de [adres 4] gestolen fuji camera en de uit de [adres 3] gestolen canon camera in zijn bezit moet hebben gehad. De rechtbank is van oordeel dat gelet op het korte tijdsverloop tussen enerzijds de tijdstippen waarop de inbraken plaatsvonden en anderzijds het moment waarop verdachte de gestolen goederen in zijn bezit heeft gehad, maakt dat verdachte de woninginbraken moet hebben gepleegd. De rechtbank heeft bij deze beoordeling betrokken dat verdachte een hoogst onaannemelijke verklaring heeft gegeven voor de aanwezigheid van de gestolen goederen in zijn auto. Verdachte heeft wisselende en tegenstrijdige verklaringen afgelegd wat maakt dat de rechtbank zijn verklaringen volstrekt ongeloofwaardig vindt. Dat niet alle gestolen goederen in de auto van verdachte zijn aangetroffen, doet daar niet aan af. Immers, verdachte is nadat hij in [plaats 1] is geweest nog naar Amsterdam gereden waar (zoals verdachte heeft verklaard) zijn afnemers wonen. Het valt dus niet uit te sluiten dat verdachte vóór het moment dat de (overige) gestolen goederen werden aangetroffen al wat goederen had verkocht..
Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder feit 1, feit 3 primair en feit 4 primair.
Opzetheling feit 2, subsidiair en feit 5
Ten aanzien van feit 2 subsidiair heeft de raadsman naar voren gebracht dat uit het dossier niks naar voren komt over het moment van verkrijging van de gestolen speaker. Daardoor kan niet vastgesteld worden of verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het om een gestolen speaker ging.
Verdachte heeft voor wat betreft feit 5 naar voren gebracht dat een vriend van hem, [F] , de zwarte iPhone heeft gestolen in Amsterdam. [F] heeft de telefoon op 10 mei 2022 in de auto van verdachte achtergelaten, nadat verdachte [F] zou hebben opgehaald na de geboorte van verdachte zijn zoontje in het [naam] ziekenhuis in Utrecht. Verdachte wist naar eigen zeggen op dat moment niet dat de telefoon gestolen was.
De raadsman heeft in aanvulling op de verklaring van verdachte ten aanzien van feit 5 naar voren gebracht dat verdachte de telefoon slechts heeft willen opbergen op een veilige plek. Dat die veilige plek onder de bodemplaat van de kofferbak is, is niet ongebruikelijk. De raadsman geeft verder aan dat er niets bekend is over wat zichtbaar was toen de telefoon aanstond, noch over het moment van verkrijging van de telefoon.
Op grond van de gebruikte bewijsmiddelen stelt de rechtbank allereerst vast dat de onder de verdachte in beslag genomen blauwe speaker en zwarte iPhone van misdrijf, te weten van diefstal, afkomstig waren. Uit de bewijsmiddelen blijkt daarnaast dat zowel de blauwe speaker als de zwarte iPhone zijn aangetroffen onder de bodemplaat van de kofferbak van de auto van verdachte. Verdachte heeft deze goederen zelf onder de bodemplaat gelegd en de goederen daarmee aan het zicht onttrokken. Ook betreffen het twee gestolen goederen afkomstig van verschillende misdrijven.
De rechtbank acht de verklaring van de verdachte over het bezit van deze goederen niet aannemelijk, gelet op de navolgende feiten en omstandigheden. De politie zag bij het aanzetten van de telefoon meteen een bericht in het scherm staan dat deze gestolen zou zijn. Verdachte heeft verklaard dat de telefoon uitstond. Dit betekent dat hij de telefoon dus heeft geprobeerd aan te zetten en toen moet hij ook dit bericht hebben gezien. Over de blauwe speaker heeft verdachte wisselend verklaard. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat de speaker van een vriend zou zijn, ter zitting verklaarde verdachte dat die verklaring niet klopt en dat hij niets weet van de speaker. Wegens het ontbreken van een aannemelijke, hem ontlastende verklaring voor het voorhanden hebben van de goederen en het feit dat verdachte de goederen verstopt heeft onder de bodemplaat kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen daarvan wist dat deze van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank concludeert dan ook tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde opzetheling onder feit 2, subsidiair en feit 5.
Ten aanzien van parketnummer 09.296943.22
Ter zitting heeft verdachte het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 3 maart 2022 was ik bij de woningen aan de [adres 5] te [plaats 3] en aan de [adres 8] te [plaats 3] . Ik had een mondkapje op. Ik heb de spullen naar mijn mijn auto gebracht. Ik had fotos en filmpjes gemaakt van die spullen. In Amsterdam zijn de spullen verkocht.
Proces-verbaal van aangifte [aangeefster 2] d.d. 3 maart 2022
Aangeefster [aangeefster 2] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 2 maart 2021 (de rechtbank begrijpt: 2 maart 2022) ben ik naar boven gegaan in mijn woning aan de [adres 5] te [plaats 3] . De woning was afgesloten en alles zat op slot. Midden in de nacht hoorde ik een harde klap. Op donderdag 3 maart 2021 (de rechtbank begrijpt: 3 maart 2022) zag ik dat de deur van mijn kast open stond.
Ik keek in mijn portemonnee en zag dat de paar honderd euro die ik erin had zitten, eruit waren. Ook zag ik dat de twee laptops en één tablet die op het bureau lagen weg waren. Eén laptop betreft een Dell en één laptop betreft een HP Chromebook. De tablet die is weggenomen is van het merk Lenovo. Ik zag dat de 50 euro die in de portemonnee van mijn zoontje zat ook weg was. Ik zag dat de telefoon (Huawai) van mijn zoontje ook weg was.
Wij zijn de tuin in gelopen en keken naar het badkamer raam. Ik zag dat dit raamkozijn beschadigd was. Ik zag een mondkapje op de grond liggen bij mijn prullenbakken die onder dit raam staan.
Proces-verbaal van forensisch onderzoek woning [adres 5] [plaats 3] d.d. 10 maart 2022
Verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] hebben in het proces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd:
Ik, [verbalisant 7] , heb het mondkapje bemonsterd. Mevr. [aangeefster 2] wees mij de locatie aan waar het mondkapje in de eerste instantie lag. Dit betrof nabij de kliko's en het uitzetraam van de badkamer.
Spoornummer: PL1500-2022062256-130413
SIN: AA0U8282NL
Spooromschrijving: Speeksel
Plaats veiligstellen: mondkap welke in de tuin lag
Een geschrift, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 4 mei 2022
Tabel 1 Resultaten, interpretatie en conclusie van het vergelijkend DNA-onderzoek
SIN DNA kan afkomstig zijn van Bewijskracht
AA0U8282NL#01 minimaal vier personen meer dan 1 miljard
- [verdachte]
- minimaal drie onbekende personen
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2022
Verbalisant [verbalisant 9] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
In het journaal van deze zaak las ik dat [verdachte] was aangehouden in Utrecht. In Utrecht is de telefoon van verdachte in beslag genomen en uitgelezen. In dat proces-verbaal las ik het volgende:
"VID- [nummer 1] .mp4: Ik zag dat als datum gewijzigd 03-03-2022 stond. Ik zag dat er in dit videobestand goederen op een bed lagen. Ik zag dat afbeelding IMG- [nummer 2] .JPG hiervan een foto was.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juli 2022
Verbalisant [verbalisant 10] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
In de telefoon, in beslag genomen bij verdachte, werden meerdere foto’s van telefoons, laptops, tablet en chromebooks aangetroffen.
Ik, verbalisant toonde een foto aan aangeefster [aangeefster 2] . Zij wees direct aan:
- Een zwarte Dell laptop
- Een groene chromebook met ESA sticker
- Een witte telefoon
- Een tablet in een doosje
Aangeefster [aangeefster 2] herkende deze goederen als haar eigendom.
Nadat ik aangeefster [aangeefster 2] verliet, liep ik naar de [adres 6] te [plaats 3] . [H] deed open en ik, verbalisant toonde een foto. Hij wees direct aan:
- Een laptop met roze bloemen cover
- Een witte HP Chromebook
- 2 grijze laptops
Hij herkende deze goederen als zijn en zijn ouders hun eigendom.
Proces-verbaal van aangifte [aangever 1] d.d. 3 maart 2022
Aangever [aangever 1] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op donderdag 3 maart 2022 bevond ik mij in mijn woning aan de [adres 6] te [plaats 3] . Omstreeks 08:45 uur kwam ik beneden en ik zag dat de volgende goederen waren weggenomen:
- Chromebook;
- HP laptop
- Huawei P20 telefoon
- Huawei earbuds.
Er was geen braakschade aan de voor- of achterdeur. Vermoedelijk zijn de daders
via de voordeur binnengekomen. Deze deur zat niet in het nachtslot. Ik hoorde van de buren van nummer [huisnummer] dat ze wel wat hebben opgenomen via hun deurbel. Ik heb de beelden gezien en ik zag dat er een man met een mondmasker voor onze deur kwam staan.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Verdachte heeft zich bij de politie op zijn zwijgrecht beroepen. Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij op 2 maart 2022 de hele dag bij een Van Der Valk hotel was. Verdachte is naar eigen zeggen te lang doorgegaan met gokken en had alles verloren. Uit paniek belde hij in de nacht van 2 maart 2022 op 3 maart 2022 een vriend en deze vriend kwam hem ophalen. De vriend, genaamd [G] , kwam met het plan een inbraak te plegen en verdachte is meegegaan naar [plaats 3] . [G] zou hebben ingebroken en omdat verdachte geen spullen bij zich had, heeft hij enkel op de uitkijk gestaan. Verdachte had een mondkapje op.
Aanvullend op de verklaring van verdachte heeft de raadsman naar voren gebracht dat uit het dossier niet valt af te leiden dat verdachte degene is geweest die in de woningen is geweest. Er is immers geen DNA in de woning aangetroffen. De verklaring dat verdachte op de uitkijk heeft gestaan blijft daarmee overeind. Verdachte heeft zich niet als pleger schuldig gemaakt aan de inbraken. Medeplichtigheid of medeplegen is niet ten laste gelegd, zodat verdachte van deze feiten dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt als volgt. In de nacht van 2 op 3 maart 2022 heeft een inbraak respectievelijk een insluiping plaatsgevonden in [plaats 3] in de woningen aan de [adres 5] en de [adres 6] . Verdachte heeft verklaard dat hij bij die woningen was en dat hij een mondkapje droeg. Het mondkapje met daarop DNA van verdachte is aangetroffen bij de woning aan de [adres 5] onder het opengebroken raam bij de kliko. Dit weerspreekt de verklaring van verdachte dat hij enkel op de hoek van de woningen is geweest om op de uitkijk te staan. Ook wordt op beelden van een deurbelcamera van buren maar één man gezien, niet twee. Deze man draagt een mondkapje. Via deze voordeur is de dader vermoedelijk binnen gekomen. Op het moment dat verdachte werd geconfronteerd met voornoemde bewijsmiddelen, paste hij zijn verklaring aan. Voorgaande, en de vindplaats van het mondkapje met daarop DNA van verdachte, maakt dat de verklaring van verdachte niet aannemelijk is geworden. De rechtbank oordeelt dat verdachte de pleger is geweest van de woninginbraak en de insluiping en komt daarmee tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde onder feit 1 en feit 2.