ECLI:NL:RBMNE:2023:7532

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 november 2023
Publicatiedatum
22 februari 2024
Zaaknummer
UTR 23/3131
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking keuringsbevoegdheid voor Apk-keuringen en niet-ontvankelijkheid beroep

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn keuringsbevoegdheid voor Apk-keuringen van voertuigen tot en met 3500 kg behandeld. Eiser had zijn keuringsbevoegdheid voor een periode van zes weken ingetrokken gekregen, na een eerdere beslissing op zijn bezwaar waarin de intrekking voor vier weken was vastgesteld, waarvan twee weken voorwaardelijk. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de Algemeen Directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, dat de intrekking van zijn keuringsbevoegdheid bevestigde.

De rechtbank heeft op 8 augustus 2023 de zaak behandeld, maar eiser is niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser correct was uitgenodigd, maar de uitnodiging niet heeft afgehaald. Na de zitting heeft eiser telefonisch aangegeven zijn zaak te willen intrekken, omdat de intrekkingsperiode inmiddels was verstreken. Echter, de rechtbank ontving geen schriftelijke intrekking van het beroep. Eiser werd verzocht om te reageren op het proces-verbaal van de zitting, maar er kwam geen reactie.

De rechtbank concludeert dat eiser geen (proces)belang meer heeft bij zijn beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Dit betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk beoordeelt en dat eiser geen griffierecht terugkrijgt, noch een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/3131

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 november 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en

de Algemeen Directeur van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, verweerder

(gemachtigde: mr. F. Thomas).

Inleiding

In deze uitspraak beslist de rechtbank op het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn keuringsbevoegdheid voor het verrichten van Apk-keuringen van voertuigen tot en met 3500 kg voor de duur van zes weken.
Op 23 mei 2023 ontvangt eiser een beslissing op zijn bezwaar waarin staat dat in het primaire besluit van 20 april 2023 stond dat zijn keuringsbevoegdheid voor de duur van vier weken wordt ingetrokken, waarvan twee weken voorwaardelijk. Daarnaast volgt uit dit besluit dat eisers bezwaar ongegrond wordt verklaard.
Met het bestreden besluit van 7 juni 2023 meldt verweerder dat het besluit van 23 mei 2023 onjuistheden bevat en dat het wordt ingetrokken. Met het bestreden besluit van 7 juni 2023 blijft verweerder de intrekking van eisers keuringsbevoegdheid voor de duur van zes weken.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen. Verweerder heeft gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 8 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verweerder. Eiser is – zonder bericht – niet verschenen.
De voorzieningenrechter heeft op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan op eisers verzoek om een voorlopige voorziening (UTR 23/2643). [1]

Beoordeling door de rechtbank

1. Eiser is niet op de zitting van 8 augustus 2023 verschenen. Uit de verzendadministratie van de rechtbank blijkt dat eiser op de juiste wijze voor de zitting is uitgenodigd, maar dat eiser de uitnodiging (die per aangetekende post is verstuurd) niet afgehaald heeft op zijn afhaallocatie. In de zittingsuitnodiging staat dat de voorzieningenrechter ook op het beroep van eiser kan beslissen. De rechtbank heeft na de zitting contact opgenomen met eiser. Eiser heeft telefonisch medegedeeld dat hij zijn zaak wilde intrekken omdat de intrekkingsperiode van zijn keuringsbevoegdheid inmiddels voorbij was. De rechtbank heeft echter de geen schriftelijke intrekking van het beroep ontvangen. Daarom heeft de rechtbank het proces-verbaal van de zitting van 8 augustus 2023 naar eiser gestuurd en hem verzocht om uiterlijk 2 oktober 2023 te reageren of er een nieuwe zitting plaats dient te vinden. Ook is eiser de mogelijkheid geboden om schriftelijk te reageren op het proces-verbaal en op die wijze zijn standpunt naar voren te brengen.
2. De rechtbank heeft geen enkele reactie van eiser mogen ontvangen en trekt daaruit de conclusie dat eiser geen (proces)belang meer heeft bij zijn ingestelde beroep.

Conclusie en gevolgen

Het beroep is niet-ontvankelijk. De rechtbank beoordeelt dus de zaak niet inhoudelijk. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. K.E. Pruntel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 november 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.