ECLI:NL:RBMNE:2023:4404
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen intrekking keuringsbevoegdheid voor Apk-keuringen
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 augustus 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de intrekking van zijn keuringsbevoegdheid voor het verrichten van Apk-keuringen behandeld. Verzoeker had zijn keuringsbevoegdheid voor de duur van zes weken ingetrokken gekregen, na een beslissing op bezwaar van 23 mei 2023. Dit besluit volgde op een eerder besluit van 20 april 2023, waarin de keuringsbevoegdheid voor vier weken werd ingetrokken, waarvan twee weken voorwaardelijk. Verzoeker heeft beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, maar is niet verschenen op de zitting van 8 augustus 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker correct was uitgenodigd, maar de uitnodiging niet heeft afgehaald. Tijdens een telefonisch contact heeft verzoeker aangegeven zijn verzoek te willen intrekken, omdat de intrekkingsperiode inmiddels voorbij was en hij het griffierecht niet had betaald.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Volgens de wet moet iemand die een verzoek om voorlopige voorziening indient, griffierecht betalen. Het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht is alleen verontschuldigbaar onder bepaalde omstandigheden, maar in dit geval was dat niet aan de orde. Bovendien had verzoeker geen spoedeisend belang meer, aangezien de intrekking van zijn keuringsbevoegdheid al was verstreken. De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening dan ook niet-ontvankelijk.