In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 22 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen LuxeTenten B.V. en Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Mode-, Interieur-, Tapijt- en Textielindustrie (Bpf MITT). LuxeTenten, een onderneming die safaritenten en lodges verkoopt en assembleert, heeft Bpf MITT gedagvaard met de vordering dat zij niet onder de verplichte werkingssfeer van het bedrijfstakpensioenfonds valt. Bpf MITT heeft in reconventie gevorderd dat LuxeTenten vanaf 1 januari 2015 onder de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit valt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat LuxeTenten niet onder de in het verplichtstellingsbesluit opgenomen definitie van de Tapijt- en Textielindustrie valt, maar dat de tenten/lodges die LuxeTenten verkoopt, kunnen worden aangemerkt als gebruiksvoorwerpen en textielstukgoederen. De rechter heeft geoordeeld dat er geen hoofdzaakcriterium is in het verplichtstellingsbesluit en dat LuxeTenten, ondanks dat zij zelf geen eindproducten vervaardigt, wel onder de werkingssfeer van Bpf MITT valt. De vordering van LuxeTenten is afgewezen, terwijl de reconventionele vordering van Bpf MITT is toegewezen, met ingang van 1 januari 2015.
De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de onduidelijkheid die LuxeTenten aanvoert over het verplichtstellingsbesluit niet voldoende is om te concluderen dat zij niet onder de werkingssfeer valt. De rechter heeft de proceskosten in conventie en reconventie gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.