ECLI:NL:RBMNE:2023:746
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van persoonsgebonden budgetten voor ondersteuning thuis en de beoordeling van de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Lelystad, gaat het om de aanvraag van drie eisers voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) voor ondersteuning thuis. De rechtbank behandelt de beroepen van de eisers tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, die hen een pgb voor een beperkte hoeveelheid uren ondersteuning hebben toegekend. De primaire besluiten, genomen op 21 oktober 2021 en 11 oktober 2021, hadden al een maatwerkvoorziening in de vorm van Zorg in Natura (ZIN) toegekend, maar de eisers waren van mening dat de toegekende uren onvoldoende waren.
De rechtbank constateert dat de periode in geding loopt van 7 oktober 2021 tot en met 9 juni 2022. Tijdens de zitting op 20 december 2022 hebben de eisers hun standpunten toegelicht, maar de rechtbank oordeelt dat de eisers niet voldoende hebben onderbouwd waarom de toegekende uren ondersteuning niet toereikend zijn. De rechtbank wijst erop dat eerdere besluiten, waar de eisers geen hoger beroep tegen hebben ingesteld, in rechte vaststaan en dat verweerder terecht heeft aangesloten bij deze besluiten.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat de beroepen ongegrond zijn. De eisers krijgen geen gelijk en de bestreden besluiten blijven in stand. Dit betekent dat de eisers geen terugbetaling van griffierechten ontvangen en ook geen vergoeding van proceskosten krijgen. De uitspraak is gedaan door rechter S.G.M. van Veen en is openbaar uitgesproken op 22 februari 2023.