ECLI:NL:RBMNE:2022:4717

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
UTR 22/1054 en 22/1056
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing over toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) voor zorg en ondersteuning

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in de beroepen van twee eiseressen tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad. De eiseressen hadden bezwaar gemaakt tegen de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) van drie uur per week, dat volgens hen volstrekt onvoldoende was. Zij stelden dat er in plaats daarvan een pgb van veertien uur per week nodig was. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard, omdat de gemeente had toegelicht dat de toekenning van drie uur pgb per week een tijdelijke maatregel was, bedoeld om de tijd te overbruggen in afwachting van een lopend medisch onderzoek. De rechtbank oordeelde dat de informatie van de huisarts die door eiseressen was overgelegd, niet toereikend was om te onderbouwen dat er veertien uur pgb noodzakelijk was. De rechtbank vond het zorgvuldig van de gemeente om de overbruggingsmaatregel te treffen en concludeerde dat er geen aanleiding was om te oordelen dat het pgb voor drie uur per week onvoldoende was. Eiseressen kregen geen gelijk en de rechtbank wees hen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummers: UTR 22/1054 en 22/1056
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 mei 2022 in de zaken tussen

[eiseres 1] , uit [woonplaats] , en

[eiseres 2], uit [woonplaats] , eiseressen
(gemachtigde: mr. Th.H. Meeuwis),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad(verweerder)
(gemachtigden: M. van Manen en I. Badrising).

Zitting

De rechtbank heeft de beroepen van eisers tegen de bestreden besluiten van verweerder van 3 januari 2022 op 11 mei 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseressen, hun gemachtigde, hun moeder en de gemachtigde van verweerder.
Na afloop van de behandeling van de zaak op de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de rechtbank hierna onder de beslissing.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

Beoordeling door de rechtbank

1. Deze uitspraak gaat over de beslissingen op bezwaar van 3 januari 2022, waarmee aan beide eiseressen een persoonsgebonden budget (pgb) tijdelijk is toegekend voor drie uur per week. Dat betekent dat in deze uitspraak niet wordt geoordeeld over de zorg in natura (ZIN) die in een ander besluit is toegekend en ook niet over de pgb-vaardigheid van de moeder van eiseressen. Dat wordt in de bestreden besluiten immers niet tegengeworpen. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden in deze zaken is of verweerder terecht drie uur per week pgb heeft toegekend.
2. Eiseressen hebben aangevoerd dat het pgb voor drie uur per week volstrekt onvoldoende is en dat er in plaats daarvan een pgb van veertien uur per week nodig is.
3. De gemeente heeft tijdens de zitting toegelicht dat het toekennen van drie uur pgb per week een tijdelijke maatregel was om de tijd te overbruggen, in afwachting van het lopende medische onderzoek. De doelen die daarbij zijn gesteld zien op begeleiding en enkele specifieke doelen in het kader van ondersteuning en zelfredzaamheid. Dit is gebaseerd op het onderzoeksrapport van Oreon van 20 mei 2021 en de nadere toelichting van Oreon van 10 juni, 23 juni en 7 juli 2021 op de vragen van verweerder. De rechtbank acht het zorgvuldig van verweerder dat ze de overbruggingsmaatregel hebben getroffen. Daarnaast is er geen enkele aanleiding om te oordelen dat een pgb voor drie uur per week onvoldoende is. De informatie van de huisarts die eiseressen hebben overgelegd is volstrekt niet toereikend om te onderbouwen dat er veertien uur pgb noodzakelijk is. Ook wat er tijdens de zitting is besproken kan niet tot een ander oordeel leiden. Dat eiseressen zelf ervaren meer tijd nodig te hebben voor de gestelde doelen is niet voldoende om tegenover het advies van Oreon te zetten.
4. De rechtbank oordeelt dat verweerder het pgb voor drie uur per week heeft mogen toekennen. Eiseressen krijgen daarmee geen gelijk.

Conclusie en gevolgen

5. De beroepen zijn ongegrond. Eisers krijgen daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgen ook geen vergoeding van hun proceskosten.
6. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 mei 2022 door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Bazaz, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.