4.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van 16.251527.22
-
De aangifte van [slachtoffer 1] , voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik was in de Koekoekstraat te Utrecht . Ik zag en voelde dat alle drie de mannen met veel kracht hun vuisten tegen mijn hoofd aan sloegen. Ik voelde dat hun vuisten hard tegen mijn hoofd, mijn kaak en mijn borst aankwamen. Overal op mijn lichaam voelde dat ik getrapt werd. Ik zag dat man 2 mijn broer een vuistslag gaf.
-
De aangifte van [slachtoffer 2] , voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 2 oktober 2022, toen ik de Koekoekstraat inreed, zag ik drie mannen rond mijn broertje staan. Ik zag dat dat mijn broertje door de drie mannen geslagen werd. Ik zag dat de man mij een klap gaf. Ik zag dat er een andere man uit diezelfde groep naar mij toe liep. Ik zag en voelde dat hij mij vasthield en tegen de grond aan werkte. Ik voelde dat hij mij via mijn arm en mijn nek naar de grond werkte. Ik voelde pijn in mijn linker pols waarvan ook striemen te zien zijn.
-
Een proces-verbaal van bevindingen van 2 oktober 2022, voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 2 oktober 2022 kwamen wij ter plaatse op de Koekoekstraat .
[getuige 1] verklaarde dat er een maaltijdbezorger in elkaar was geslagen door die jongens van Poolse afkomst en dat hij had gezien dat er twee minuten lang in was geslagen op de maaltijdbezorger door de drie verdachten.
[getuige 2] verklaarde dat drie mensen aan het inslaan waren op een thuisbezorgd-medewerker.
-
De verklaring van [getuige 3] , voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Er werd extreem veel geweld gebruikt. Ik zag dat het een gevecht betrof tussen drie Poolse jongens en een maaltijdbezorger.Ik zag dat maaltijdbezorger 1 (de rechtbank begrijpt [slachtoffer 1] ) heel vaak werd geslagen. Maaltijdbezorger 2 (de rechtbank begrijpt [slachtoffer 2] ) kreeg een aantal rake klappen. De agressors waren de drie Poolse jongens.
-
Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik sprak telefonisch met getuige [getuige 4] . Hij verklaarde: “Ik zag dat er drie blanke mannen vochten met twee licht getinte mannen. Ik zag dat de blanke mannen het geweld aan het plegen waren en dat de getinte mannen zich verdedigde. Ik zag dat alle drie de blanke mannen de twee getinte mannen sloegen en trapte.
-
De verklaring van [getuige 5] , voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik zag drie mannen een man in elkaar aan het slaan. Ze hebben allemaal geweld gebruikt. Ze raakte het slachtoffer echt overal en door iedereen.
-
De verklaring van [getuige 6] , voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Ik zag een jongen met een blauwe/grijs keurige hoodie over de grond werd getrokken.Ik zag dat de jongen ook nog in zijn zij werd geschopt.
-
Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
De verdachte bleek te zijn: [verdachte] , geboren op [1998] te [geboorteplaats] (Polen.) Ik hoorde dat de vrouw een collega in burger was en dat zij de verdachte kon herkennen.
Wat is er gebeurd?
Vroeg in de ochtend op 2 oktober 2022 vind er een vechtpartij plaats tussen drie Poolse mannen (verdachte en twee medeverdachten) en twee maaltijdbezorgers (aangevers) op de Koekoeksstraat in Utrecht . De aangevers verklaren dat [slachtoffer 1] werd aangevallen door de drie Poolse verdachten. Zijn broer [slachtoffer 2] zag dit gebeuren en schoot te hulp, waarna hij ook aangevallen werd. Verdachten verklaren daarentegen dat de beide aangevers het gevecht zijn begonnen en dat zij zichzelf hebben verdedigd, althans dat zij alleen hebben geprobeerd om de situatie te de-escaleren.
De rechtbank stelt aan de hand van de bewijsmiddelen vast dat de verklaring van beide aangevers door meerdere getuigenverklaringen wordt ondersteund en dat het scenario van de verdachte geen enkele steun vindt in het dossier, behalve in de verklaringen van de medeverdachten. De rechtbank hecht in het bijzonder waarde aan de getuigenverklaringen nu deze als neutraal gezien kunnen worden, omdat zij noch de aangevers noch de verdachten kennen en zij zonder uitzondering verklaren over het toegepaste geweld door verdachten, niet door aangevers. Niet valt in te zien dat alle getuigen de situatie totaal verkeerd ingeschat hebben en dat de handelingen van de verdachten slechts gezien moeten worden in het de-escaleren van de situatie. Voorts dient vermeld te worden dat de verdachten allen een forse hoeveelheid alcohol hadden gedronken in het café waar zij uit kwamen en dat zij er belang bij hebben om hun aandeel in het incident kleiner te maken.
De rechtbank acht daarom bewezen dat de verdachte samen met de medeverdachten geweldshandelingen heeft gepleegd tegen de beide aangevers. De vraag is vervolgens welk strafbaar feit dit oplevert.
Vrijspraak primair ten laste gelegde
De rechtbank is met de officier en de verdediging van oordeel dat het primair ten laste gelegde, poging doodslag, niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Er is onvoldoende bewijs om vast te stellen dat verdachte de intentie had om aangever [slachtoffer 1] te doden (vol opzet). Evenmin kan uit de geweldshandelingen zoals die uit de bewijsmiddelen blijken worden afgeleid dat de kans op de dood van [slachtoffer 1] door deze geweldshandelingen aanmerkelijk te noemen is en dat verdachte bewust die aanmerkelijke kans heeft aanvaard (voorwaardelijk opzet). De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het primair tenlastegelegde feit.
Veroordeling openlijke geweldpleging
De rechtbank acht het subsidiair tenlastegelegde, openlijke geweldpleging, wel wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft samen met zijn twee medeverdachten openlijk geweld gepleegd tegen de twee slachtoffers.
Door de verdediging is betoogd dat de verdachte van het subsidiair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. De verdediging stelt dat beide aangevers de vechtpartij zijn begonnen en dat verdachte en diens medeverdachten zichzelf tegen de aanval van aangevers hebben verdedigd. De rechtbank heeft dit verweer hiervoor al gemotiveerd verworpen.
De rechtbank concludeert op basis van de aangiften en de getuigenverklaringen dat alle verdachten – en dus ook verdachte - gezamenlijk en opzettelijk geweldshandelingen hebben verricht en dat verdachte daarmee een significante en wezenlijke bijdrage aan het openlijk geweld heeft geleverd.
Partiële vrijspraak schoppen tegen hoofd en knietje in ribben
Uit de bewijsmiddelen kan niet worden vastgesteld dat er schoppen tegen de hoofden van de slachtoffers zijn gegeven en dat er met een knie tegen de ribben van [slachtoffer 1] is geduwd. De rechtbank zal daarom verdachte vrijspreken voor deze ten laste gelegde handelingen.
Ten aanzien van 16.265600.22
-
Het verhoor van aangever [aangever 1] van 18 oktober 2022, voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 16 oktober 2022 was ik werkzaam als hoofdagent te Utrecht. Ik hoorde de man vervolgens zeggen: "Fuck you. Kurwa. Heil Hitler." Ik zag dat de man meerdere malen luidkeels scandeerde: “Heil Hitler, Heil Hitler”. Ik voelde mij in mijn goede naam en eer aangetast.
-
Het verhoor van aangever [aangever 2] van 19 oktober 2022, voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Op 16 oktober 2022 was ik werkzaam als aspirant in Utrecht. Ik hoorde de man vervolgens tegen ons beiden zeggen: "Fuck you. Kurwa. Heil Hitler”." Ik zag dat de man meerdere malen luidkeels scandeerde: “Heil Hitler, Heil Hitler”.
Ik voelde mij in mijn goede naam en eer aangetast.
-
Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover hier van belang en zakelijk weergegeven inhoudende:
Wij hoorden dat hij tijdens het weglopen de volgende woorden riep: 'Heil Hitler'.Deze man gaf later op te zijn: [verdachte] , geboren op [1998] te [geboorteplaats] , Polen.