ECLI:NL:RBMNE:2023:7015
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 8 december 2023, wordt het verzoek van de verzoeker om veroordeling van de Belastingdienst/Toeslagen in de proceskosten beoordeeld. De verzoeker, woonachtig in Duitsland, had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen van 11 april 2023, maar trok dit beroep in nadat de Belastingdienst op 11 oktober 2023 het bestreden besluit had ingetrokken. De rechtbank heeft de Belastingdienst in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar er kwam geen reactie.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. De rechtbank legt uit dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval is de Belastingdienst tegemoetgekomen aan het beroep van de verzoeker door het bestreden besluit in te trekken. De verzoeker heeft echter geen recht op proceskostenvergoeding, omdat het beroepschrift niet is ingediend door een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent. De kosten die de verzoeker heeft gemaakt voor juridische advisering door zijn accountant komen niet voor vergoeding in aanmerking, aangezien deze niet namens de verzoeker bezwaar heeft gemaakt of beroep heeft ingesteld.
De rechtbank wijst erop dat de Belastingdienst wel verplicht is om het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden, wat ook in het besluit van 11 oktober 2023 is bevestigd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Indien partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij binnen zes weken een verzetschrift indienen bij de rechtbank.