In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres, een B.V., tegen de afwijzing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om aan haar ex-werkneemster een Ziektewet (ZW) uitkering toe te kennen na afloop van de Wet arbeid en zorg (WAZO) uitkering. De afwijzing is gebaseerd op het besluit van 1 februari 2023, waartegen eiseres bezwaar heeft gemaakt. Het Uwv heeft het bezwaar op 23 maart 2023 afgewezen, waarna eiseres beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 30 november 2023 behandeld.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat de ex-werkneemster niet arbeidsongeschikt was voor haar eigen werk na afloop van de WAZO-uitkering op 25 maart 2021. De rechtbank stelt vast dat de ex-werkneemster zich pas meer dan een jaar na het einde van de WAZO-uitkering ziek heeft gemeld, en dat er geen medische gegevens beschikbaar zijn uit de periode tussen het einde van de WAZO-uitkering en de ziekmelding. De rechtbank wijst erop dat de verantwoordelijkheid voor het tijdig indienen van een ziekmelding bij de aanvrager ligt.
De rechtbank concludeert dat de ex-werkneemster, ondanks haar klachten, in de periode na de WAZO-uitkering werkzaamheden heeft hervat en dat er onvoldoende bewijs is dat haar arbeidsongeschiktheid een direct gevolg was van haar zwangerschap of bevalling. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op een ZW-uitkering en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar uitgesproken op 21 december 2023.