ECLI:NL:RBMNE:2023:685
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van onroerende zaak ongegrond verklaard
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 januari 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de vastgestelde WOZ-waarde van haar woning ongegrond verklaard. De heffingsambtenaar van de gemeente had de WOZ-waarde vastgesteld op € 468.000,- per waardepeildatum 1 januari 2021, wat geldt voor het belastingjaar 2022. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen deze waarde, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond in zijn uitspraak op bezwaar van 2 juni 2022. De rechtbank heeft het beroep op 22 november 2022 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De heffingsambtenaar heeft een taxatiematrix overgelegd waarin de woning van eiseres wordt vergeleken met referentiewoningen in de omgeving. De rechtbank concludeert dat de referentiewoningen goed bruikbaar zijn voor de waardebepaling, omdat ze in dezelfde omgeving liggen en voldoende vergelijkbaar zijn met de woning van eiseres. Eiseres heeft niet overtuigend aangetoond dat de waarde van haar woning lager zou moeten zijn dan de vastgestelde waarde.
Eiseres heeft ook aangevoerd dat de referentiewoningen ouder zijn dan haar woning en dat er onvoldoende rekening is gehouden met verschillen in bijgebouwen. De rechtbank volgt de heffingsambtenaar in zijn uitleg dat oudere woningen doorgaans een lagere prijs vertegenwoordigen, wat gunstig is voor de waarde van de woning van eiseres. Bovendien blijkt uit de taxatiematrix dat aan de bijgebouwen verschillende waarden zijn toegekend, afhankelijk van hun grootte en positie.
De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning op de waardepeildatum niet te hoog heeft vastgesteld en dat het beroep van eiseres ongegrond is. Eiseres krijgt geen gelijk en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 31 januari 2023.