ECLI:NL:RBMNE:2023:683

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 februari 2023
Publicatiedatum
21 februari 2023
Zaaknummer
C/16/554161 / JE RK 23-224
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp en geschillenregeling voor minderjarige met gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 februari 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2008, die momenteel verblijft in een gesloten accommodatie. De kinderrechter heeft eerder op 9 november 2022 een machtiging verleend voor de uit huis plaatsing van de minderjarige, maar de beslissing over de verdere verblijfplaats is aangehouden. De minderjarige heeft aangegeven dat hij terug wil naar zijn vorige instelling, omdat de huidige situatie niet goed voor hem is. De moeder van de minderjarige steunt deze wens, omdat zij ook bezorgd is over de negatieve impact van de huidige situatie op haar kind. De kinderrechter heeft de gang van zaken rondom de overplaatsing naar de Individuele Behandel Afdeling (IBA) als teleurstellend ervaren, omdat de afspraken over een warme overdracht niet zijn nagekomen. De kinderrechter heeft besloten de machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen voor een periode van drie maanden, maar de beslissing over de verblijfplaats van de minderjarige is aangehouden tot de volgende zitting op 21 maart 2023. De kinderrechter verwacht voor die tijd een update van de gecertificeerde instelling over de voortgang van de therapie en het contact met de moeder. De kinderrechter benadrukt het belang van een individuele benadering en de noodzaak van een goed plan van aanpak voor de minderjarige.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Utrecht
Zaaknummers:
  • C/16/544546 / JE RK 22-1536 (machtiging gesloten jeugdhulp)
  • C/16/552161/JE RK 23-224 (geschillenregeling)
Datum uitspraak: 10 februari 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp en geschillenregeling
in de zaken van

de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland ,

wonende te Utrecht , hierna te noemen: de GI ,
en

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] (Syrië),

hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. I.P.J. van den Heuvel-Beerens,
betreffende [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 2] .

Het procesverloop

Voor het procesverloop verwijst de kinderrechter naar de beschikking van 9 november 2022. De kinderrechter heeft daarna de volgende stukken ontvangen:
  • de brief met bijlagen van de GI van 18 januari 2023;
  • de e-mail van mr. I.P.J. van den Heuvel-Beerens van 16 januari 2023;
  • de e-mail van mr. I.P.J. van den Heuvel-Beerens van 30 januari 2023.
Op 10 februari 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige] , bijgestaan door mr. I.P.J. van den Heuvel-Beerens;
- de moeder;
- de heer [A] namens de GI .
- de heer A. Tomar in Arabisch (Syrisch-Libanees).

Waar de procedure over gaat

De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
[minderjarige] verblijft op de IBA bij de [Instelling 1] .
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 9 november 2022 een machtiging verleend om [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 12 februari 2023 en heeft de beslissing op het verzoek voor het overige aangehouden.
Dat betekent dat de kinderrechter nog een beslissing moet nemen op het aangehouden deel van het verzoek van de GI om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven tot 12 mei 2023.
De kinderrechter moet ook een beslissing nemen op het verzoek van [minderjarige] om te toetsen of het een juiste beslissing is geweest om [minderjarige] over te plaatsen naar de IBA, of dat [minderjarige] terug mag naar de [Instelling 2] .

Het standpunt van de belanghebbenden

[minderjarige] vertelt dat hij terug naar de [Instelling 2] wil. De overstap van de [Instelling 2] naar de IBA is niet goed geweest voor [minderjarige] . De overstap is niet op tijd en niet goed met hem besproken en niet goed uitgelegd. Zijn begeleiders hebben [minderjarige] hierin ook niet kunnen ondersteunen, terwijl dat tijdens de vorige zitting en in de beschikking van 9 november 2022 wel zo was afgesproken. Bij de [Instelling 2] wisten zijn begeleiders hoe zij met [minderjarige] om moesten gaan, maar de huidige begeleiders zijn streng en kunnen niet bij hem aansluiten. [minderjarige] mag hier niet roken, hij moet veel op zijn kamer verblijven en hij mag maar kort op de groep zijn. Ook wordt hij in isolatie geplaatst als ze hem te veel vinden schreeuwen. Er komen dan begeleiders met schilden hem vastpakken en in isolatie plaatsen. Ook mag hij pas na vier tot vijf maanden met verlof, terwijl hij eerst vaak naar zijn moeder mocht. Hierdoor kan [minderjarige] zijn moeder niet zien. Vanwege deze harde aanpak, gaat [minderjarige] nu achteruit en hij verliest zijn motivatie. Ook krijgt hij nog geen therapie en er is nog geen plan van aanpak. [minderjarige] weet dat hij nog een keer naar een gesloten groep moet om groepsgeschikter te worden, maar het is wel van belang dat deze overgang goed georganiseerd gebeurt en dat hij door kan gaan met zijn therapie. [minderjarige] wil graag dat de kinderrechter een beslissing neemt over waar hij nu het beste kan verblijven.
De moeder zegt dat de gesloten groep waar [minderjarige] geen geschikte plek is. Hij verbleef op een veilig plek waar het goed ging met zijn cijfers en zijn houding, maar hij heeft op de huidige plek een terugval. Daarnaast kan de moeder niet op bezoek bij [minderjarige] doordat zij met het openbaar vervoer moet reizen en dit (heen in terug) in totaal negen uur duurt. De reis is ook erg duur en de moeder kan dat niet betalen.

De beoordeling

De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor drie maanden. De beslissing over het geschil over de verblijfplaats van [minderjarige] zal de kinderrechter aanhouden tot de zitting van
21 maart 2023 om 13:30 uur.De kinderrechter zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
De machtiging tot gesloten jeugdhulp
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De gedragsproblemen van [minderjarige] zijn nog niet opgelost. Hij vertoont risicovol gedrag, agressie naar anderen, komt in aanraking met de politie, loopt soms weg en doet agressieve uitspraken. [minderjarige] kan zijn spanning nog niet reguleren en hij laat anderen ook moeilijk toe om hem te helpen. Dat komt doordat [minderjarige] het moeilijk vindt om anderen te vertrouwen.
Door zijn gedrag kan [minderjarige] nog niet thuis of in een open setting verblijven. Het baart de kinderrechter zorgen dat [minderjarige] al meerdere hulpverleningstrajecten heeft gevolgd en op meerdere plekken heeft verbleven, maar dat de gedragsproblemen nog steeds aanwezig zijn. Het is in het belang van [minderjarige] dat hij individuele begeleiding en therapie krijgt, zodat hij vaardigheden opbouwt om zelfstandig te leven en zodat hij op een open vervolgplek kan wonen. [minderjarige] heeft daarin de laatste tijd voorzichtig een positieve ontwikkeling laten zien. [minderjarige] kreeg namelijk psychomotorische therapie (PMT) en stond daar ook voor open. Verder had [minderjarige] twee fijne begeleiders die hij vertrouwde. Maar de doelen zijn nog niet volledig behaald. [minderjarige] heeft op de [Instelling 2] nog niet kunnen leren hoe hij in een (open) groep kan leven. Hij kan nog niet in een groep voor langere tijd goed gedrag laten zien. Zijn emoties kan hij daarvoor nog onvoldoende beheersen. Ook blijft [minderjarige] weglopen als het voor hem spannend is of als volwassenen zich niet lijken te houden aan de afspraken. [minderjarige] komt gelukkig altijd weer terug. [minderjarige] moet nog leren zijn emoties beter te beheersen en niet weg te lopen als het voor hem spannend wordt. De resterende drie maanden van de gevraagde machtiging tot gesloten jeugdhulp zijn dan ook nog nodig.
De geschillenregeling: waar moet [minderjarige] verblijven?
[minderjarige] is in januari overgeplaatst naar de Individuele Behandel Afdeling (IBA) van de [Instelling 1] , locatie [locatie] . Tijdens de zitting van 9 november 2022 is deze overplaatsing al besproken, alleen was het toen nog niet zeker of er plek zou zijn en zo ja, wanneer [minderjarige] daarheen zou kunnen.
Afspraken in vorige beschikking over overplaatsing
Er zijn toen wel afspraken gemaakt over hoe de eventuele overplaatsing van [minderjarige] het best plaats kon vinden: het zou een warme overdracht moeten zijn waarbij [minderjarige] eerst rustig zou moeten kunnen wennen en waarbij zijn vaste begeleiders van de [Instelling 2] hem (met name in het begin) konden begeleiden. Want zoals eerder uitgelegd vindt [minderjarige] het moeilijk om nieuwe mensen te vertrouwen. Een te plotselinge, koude overdracht zou de behandelrelatie, het gedrag en de ontwikkeling van [minderjarige] daardoor geen goed doen. Juist daardoor zou het dan mis kunnen gaan.
Toch is de overplaatsing niet op de afgesproken manier verlopen. [minderjarige] heeft via anderen over zijn overplaatsing en de IBA gehoord en dat heeft hem erg bang gemaakt. Uit angst is hij toen weggelopen. Uiteindelijk is hij wel teruggekomen en is hij naar de IBA gegaan, maar zonder dat zijn begeleiders hem daarbij hebben kunnen ondersteunen.
De kinderrechter is teleurgesteld in de volwassenen
De kinderrechter is zeer teleurgesteld in de volwassenen rondom [minderjarige] en het jeugdzorgsysteem dat het niet is gelukt om de afspraken van de eerdere zitting na te komen. Hoewel de kinderrechter begrijpt dat niet voor elk kind alles op een bijzondere manier geregeld kan worden, vraagt juist de problematiek van [minderjarige] een bijzondere aanpak op maat. Dit is ook allemaal beschreven in de verklaring van de gedragswetenschapper en in de eerdere beschikking van de kinderrechter. Als hier aan voorbij wordt gegaan dan kan [minderjarige] niet goed worden geholpen. Dat betekent dan dat [minderjarige] onnodig lang in een gesloten instelling moet opgroeien. Dit is in strijd met de rechten van het kind.
De kinderrechter is ook geschrokken
Daarbij is de kinderrechter erg geschrokken dat [minderjarige] bij de IBA regelmatig in isolatie wordt geplaatst. Dat was namelijk bij de [Instelling 2] niet nodig. Ook is de kinderrechter geschrokken dat de PMT die hij wel had bij de [Instelling 2] , bij de IBA nog niet is opgepakt. Juist de PMT hielp [minderjarige] zo goed om met zijn emoties te leren omgaan. En dat is juist wat [minderjarige] nodig heeft. Zijn emoties lijken nu ook het probleem bij zijn overplaatsing naar de IBA. Isoleren is voor [minderjarige] daarbij niet helpend, PMT en begeleiders die hij mag gaan vertrouwen, wel.
De GI wil ook dat de afspraken waren opgevolgd
Ook de GI is ontevreden over de gang van zaken. Maar de GI heeft ook uitgelegd dat de IBA voor nu wel een passende plek is voor [minderjarige] . Hier kan [minderjarige] namelijk individueel gerichte behandeling en begeleiding krijgen, waardoor hij uiteindelijk ‘groepsgeschikt’ kan worden. Dat betekent dat hij in de IBA kan leren hoe hij in een groep moet leven en zich in een groep moet gedragen. Als hij dit voldoende heeft geleerd, kan hij weer naar een (open) groep. De [Instelling 2] kan [minderjarige] dit niet bieden. Een aandachtspunt is wel dat de PMT nog steeds geen doorgang heeft gevonden en dat er nog geen plan van aanpak is.
De kinderrechter snapt dat [minderjarige] boos is
De kinderrechter vindt het heel begrijpelijk dat [minderjarige] boos is over deze gang van zaken en dat hij hiervan geschrokken is. Vooral ook omdat het voor [minderjarige] veel moeite kost om anderen te vertrouwen. [minderjarige] heeft hierdoor een slechte start gehad bij de IBA en wil het liefst terug naar de [Instelling 2] . De kinderrechter begrijpt dat. Daarbij vindt de kinderrechter wel dat [minderjarige] moet proberen niet weg te lopen. Weglopen lost niets op. Mensen gaan zich dan nog meer zorgen maken om [minderjarige] .
De komende weken moet de IBA proberen aansluiting te vinden bij [minderjarige]
Toch wil de kinderrechter de komende paar weken nog aankijken hoe de IBA met [minderjarige] te werk zal gaan. De kinderrechter hoopt dat het de mensen van de IBA lukt om in samenwerking met de gezinsvoogd en de vorige begeleiders van [minderjarige] , aansluiting te vinden bij [minderjarige] . Want de kinderrechter heeft ook van de GI gehoord dat [minderjarige] bij de IBA wel kan leren om in een groep te leven. Daarbij staat in de verklaring van de gedragswetenschapper dat de IBA een passende plek voor [minderjarige] is. Het is wel nodig dat de IBA daarbij als uitgangspunt neemt wat [minderjarige] nodig heeft om een behandeling te laten slagen. Daarbij is van belang om mee te nemen dat [minderjarige] nog erg jong en kwetsbaar is en dat uit de afgelopen jaren is gebleken dat juist een positieve individuele benadering, vruchten afwerpt.
De volgende zitting, een update en plan van aanpak van de GI
De kinderrechter zal de beslissing over waar [minderjarige] het best kan verblijven daarom uitstellen tot de zitting van 21 maart 2023 om 13:30 uur. De kinderrechter verwacht voor die tijd een update van de GI over de stand van zaken, in het bijzonder ten aanzien van de therapie van [minderjarige] , zijn dagbesteding en het contact met zijn moeder, en een plan van aanpak. Naar aanleiding van die informatie zal de kinderrechter dan een beslissing nemen op het verzoek van [minderjarige] .

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 12 februari 2023 tot 12 mei 2023;
houdt de beslissing inzake de geschillenregeling aan tot de zitting van
21 maart 2023 om 13:30 uur.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2023 door mr. L.A.C. de Vaan, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.A. Nettekoven, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 20 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.