In deze wrakingszaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 8 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van mr. P.M.E. Bernini, de rechter-commissaris in een strafzaak. Het wrakingsverzoek werd ingediend door de verzoeker, die gedetineerd was en vertegenwoordigd werd door zijn advocaat, mr. W.B.O. van Soest. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek ontvankelijk was, omdat het tijdig was ingediend, ondanks dat de rechter-commissaris al bezig was met het uitspreken van haar beslissing. De wrakingskamer benadrukte dat de motivering van een beslissing op zichzelf geen grond kan vormen voor wraking, tenzij er objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter. In dit geval was er geen bewijs van vooringenomenheid aangetoond, en de wrakingskamer verklaarde het verzoek tot wraking ongegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er werd geen rechtsmiddel tegen deze beslissing open gesteld.