ECLI:NL:RBMNE:2023:6632
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herzieningsverzoek Wajong-uitkering en beoordeling van nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.E.M.C. Koudijs, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door R. van den Brink. Eiseres, die op 2 februari 2022 een Wajong-uitkering heeft aangevraagd, betwist de afwijzing van haar herzieningsverzoek door het Uwv. Eiseres stelt dat er nieuwe informatie is die niet eerder is meegenomen in de beoordeling van haar aanvragen voor een Wajong-uitkering, die zij eerder in 2010 en 2014 indiende. Het Uwv heeft echter in zijn besluit van 17 maart 2022 aangegeven dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen.
De rechtbank heeft de zaak op 3 april 2023 behandeld en geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft besloten om niet terug te komen op de eerdere afwijzingen. De rechtbank oordeelt dat de informatie die eiseres heeft aangeleverd, waaronder een indicatiebesluit en een rapport van een gedragsdeskundige, geen nieuwe medische feiten oplevert. De rechtbank stelt vast dat de eerdere beoordelingen van eiseres al rekening hielden met haar verstandelijke beperking en andere psychische problematiek. De rechtbank volgt de argumentatie van het Uwv dat de aangeleverde informatie al bekend was bij eerdere beoordelingen en dat er geen sprake is van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en wijst de verzoeken om terugbetaling van griffierecht en proceskosten af. Eiseres kan in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.