ECLI:NL:RBMNE:2023:6632

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
22/5506
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing herzieningsverzoek Wajong-uitkering en beoordeling van nieuwe feiten

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.E.M.C. Koudijs, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door R. van den Brink. Eiseres, die op 2 februari 2022 een Wajong-uitkering heeft aangevraagd, betwist de afwijzing van haar herzieningsverzoek door het Uwv. Eiseres stelt dat er nieuwe informatie is die niet eerder is meegenomen in de beoordeling van haar aanvragen voor een Wajong-uitkering, die zij eerder in 2010 en 2014 indiende. Het Uwv heeft echter in zijn besluit van 17 maart 2022 aangegeven dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen.

De rechtbank heeft de zaak op 3 april 2023 behandeld en geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft besloten om niet terug te komen op de eerdere afwijzingen. De rechtbank oordeelt dat de informatie die eiseres heeft aangeleverd, waaronder een indicatiebesluit en een rapport van een gedragsdeskundige, geen nieuwe medische feiten oplevert. De rechtbank stelt vast dat de eerdere beoordelingen van eiseres al rekening hielden met haar verstandelijke beperking en andere psychische problematiek. De rechtbank volgt de argumentatie van het Uwv dat de aangeleverde informatie al bekend was bij eerdere beoordelingen en dat er geen sprake is van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en wijst de verzoeken om terugbetaling van griffierecht en proceskosten af. Eiseres kan in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5506

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. A.E.M.C. Koudijs),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (het Uwv), verweerder
(gemachtigde: R. van den Brink).

Inleiding

1. Eiseres is op [geboortedatum] 2004 18 jaar geworden. Op 2 februari 2022 heeft zij voor een derde keer een Wajong-uitkering aangevraagd. Bij de aanvraag heeft eiseres twee bijlagen ingediend: een rapport van een gedragsdeskundige van Humanitas van 31 mei 2021 en een onderzoeksformulier WLZ-aanvraag 2021.
1.1.
Eiseres heeft op 28 juli 2010 een eerste aanvraag voor een Wajong-uitkering ingediend. Op 9 september 2014 heeft eiseres een tweede aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering. Het Uwv ziet de aanvraag van 2 februari 2022 daarom als een verzoek om een andere beslissing te nemen op deze aanvragen.
1.2.
Met het besluit van 17 maart 2022 (het primaire besluit) heeft het Uwv aan eiseres meegedeeld dat het Uwv blijft bij de beslissingen van 1 december 2020 en
19 januari 2015. Volgens het Uwv staat er in de aanvraag van 2 februari 2022 geen nieuwe informatie.
1.3.
Eiseres heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. In de bezwaarfase heeft eiseres een indicatiebesluit van 27 oktober 2022 overgelegd. Volgens het indicatiebesluit komt eiseres in aanmerking voor een ander zorgprofiel.
1.4.
Met de beslissing op bezwaar van 14 oktober 2022 (het bestreden besluit) is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
1.5.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
1.6.
De rechtbank heeft het beroep op 3 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het Uwv.
Het geschil
2. Het gaat in deze zaak over de vraag of het Uwv terecht heeft besloten dat hij niet terugkomt op de beslissingen van 1 december 2010 en 19 januari 2015 over het niet toekennen van een Wajong-uitkering, omdat geen sprake is van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden.
3. Volgens eiseres is sprake van nieuwe informatie ten opzichte van de voorafgaande aanvragen voor een Wajong-uitkering. Eiseres betoogt dat het indicatiebesluit van 27 oktober 2021 en het rapport van een gedragsdeskundige van Humanitas DMH van
31 mei 2021 een significante en concrete ondersteuning is dat er bij voorgaande beoordelingen in het verleden onvoldoende rekening is gehouden met haar verstandelijke beperking. De verhoogde indicatiestelling biedt volgens eiseres voldoende nieuwe medische inzichten over haar geestelijke capaciteiten en de onmogelijkheid dat zij de destijds geduide functies kon uitoefenen en in staat was vanaf haar achttiende verjaardag minimaal 75% van het minimumloon te verdienen.

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank geeft eiseres geen gelijk in deze zaak. Waarom dat zo is, legt zij hierna verder uit.
5. Het Uwv kan alleen met terugwerkende kracht terugkomen op een eerdere afwijzing op grond van feiten of omstandigheden die zich toen al voordeden, maar niet bekend waren en ook niet bekend konden zijn. [1]
6. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep moet de bestuursrechter bij een verzoek om terug te komen van een besluit de vraag beantwoorden of het Uwv zich bij het bestreden besluit terecht, zorgvuldig en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. [2]
7. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. De rechtbank legt dit hieronder uit.
8. De primaire verzekeringsarts heeft in het rapport van 17 maart 2022 gemotiveerd toegelicht dat de medische informatie van de gedragsdeskundige van Humanitas van 31 mei 2021 geen nieuwe medische informatie is. Uit de informatie van de gedragsdeskundige volgt dat er bij eiseres sprake is van een licht verstandelijke beperking, angsten en problemen bij het reguleren van emoties. Eiseres is aangemeld voor EMDR-therapie voor het verwerken van trauma’s uit het verleden die doorwerken in spanningsopbouw in het dagelijks leven. Ook is in de informatie van de gedragsdeskundige omschreven dat eiseres een totale intelligentiescore (TIQ) van 70 heeft. Volgens de primaire verzekeringsarts is met deze informatie geen nieuwe medische informatie aangeleverd die nog niet bekend was ten opzichte van voorgaande beoordelingen. De rechtbank kan deze toelichting volgen.
9. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in haar rapport van 28 september 2022 vermeld dat zij het standpunt van de primaire verzekeringsarts onderschrijft en dat er geen medische argumenten zijn om van de conclusie van de primaire verzekeringsarts af te wijken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd toegelicht dat de informatie die uit het indicatiebesluit van 27 oktober 2021 volgt al bekend was bij de voorgaande Wajong-beoordelingen. Zij wijst daarbij op het rapport van de verzekeringsarts van 8 december 2014. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is daarom geen sprake van nieuwe medische feiten. De totale intelligentiescore van eiseres van 70 was al bekend bij deze beoordeling in 2014. Uit het rapport van 8 december 2014 volgt dat eiseres toen ook al bekend was met een verminderd verstandelijk vermogen, somatisatie, agressie, vermijdende probleem oplossende stijl, stemmingsstoornis, persoonlijkheidsstoornis en een verleden met trauma’s. De aangeleverde informatie in het indicatiebesluit laat zien dat er een verandering is in de indicatiestelling voor hulp. Dit staat volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet gelijk aan het leveren van nieuwe medische informatie. Op medisch terrein is er volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep daarom sprake van een ongewijzigde situatie waarbij met de problematiek van eiseres in voorgaande beoordelingen duidelijk rekening is gehouden. De rechtbank kan deze toelichting volgen.
10. De rechtbank stelt vast dat op pagina twee en drie van het rapport van de verzekeringsarts van 8 december 2014 duidelijk rekening is gehouden met de voornoemde problematiek van eiseres. Omdat in 2014 de lagere intelligentie en de psychische problematiek al zijn meegenomen in de beoordeling of eiseres recht heeft op een Wajong-uitkering, kan volgens de rechtbank nu niet worden gesproken over nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden. De beroepsgrond slaagt niet.
11. Het Uwv heeft het herzieningsverzoek van eiseres terecht afgewezen. Het beroep van eiseres is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.E.H.G. Visser, rechter, in aanwezigheid van mr. G.M.C.P. Maarhuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 mei 2023.
De rechter is niet in de gelegenheid
deze uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 4:6, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.
2.Uitspraak van de CRvB van 27 november 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:5115.