ECLI:NL:RBMNE:2023:6391

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
C/16/563506 / KG ZA 23-521
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen tot voortzetting klantrelatie en bankrekening door bank na beëindiging zakelijke rekening

In deze zaak vorderde eiser, eigenaar van een coffeeshop, in kort geding dat de bank de klantrelatie en bankrekening in privé zou voortzetten en een nieuwe klantrelatie met zijn onderneming zou aangaan. Eiser had tot 2008 een zakelijke rekening bij de bank, maar sindsdien alleen een privérekening, die hij ook voor zakelijke doeleinden gebruikte. De bank heeft de klantrelatie in augustus 2023 opgezegd, wat eiser betwistte. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bank gerechtigd was om de klantrelatie te beëindigen, omdat eiser de privérekening in strijd met de voorwaarden had gebruikt. De voorzieningenrechter weegt het belang van de bank om zich aan de wet te houden zwaarder dan het belang van eiser om bij de bank te blijven. De vorderingen van eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/563506 / KG ZA 23-521
Vonnis in kort geding van 30 november 2023
in de zaak van
[eiser] H.O.D.N. [handelsnaam],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
advocaat: mr. F. Hoff te Enschede,
tegen
DE VOLKSBANK N.V. H.O.D.N. SNS BANK,
te Utrecht,
gedaagde partij,
advocaat: mr. M.H.B.F. Lambie te Utrecht.
Partijen worden hierna [eiser] en SNS genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties,
  • de conclusie van antwoord met producties,
  • de aanvullende producties 11 t/m 16 van eiser,
  • de mondelinge behandeling op 16 november 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt,
  • de spreekaantekeningen van [eiser] .
1.2.
Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter aan partijen medegedeeld dat op 30 november 2023 vonnis wordt gewezen.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[eiser] is eigenaar van een coffeeshop. Tot 2008 had hij een zakelijke rekening bij SNS, daarna alleen nog een privérekening. Sindsdien gebruikte [eiser] zijn privérekening ook voor zakelijke doeleinden. Mede daarom heeft SNS de klantrelatie in augustus 2023 opgezegd. [eiser] vordert SNS te veroordelen de klantrelatie en bankrekening in privé voort te zetten en een nieuwe klantrelatie met zijn onderneming aan te gaan. Deze vorderingen worden afgewezen.
Wat is er gebeurd?
2.2.
[eiser] is eigenaar van [handelsnaam] , een eenmanszaak. Hij had zowel zakelijk als privé een bankrekening bij SNS. SNS heeft de zakelijke bankrekening per 22 oktober 2008 beëindigd. [eiser] heeft hier niet tegen geprotesteerd. Hij heeft zijn privérekening sindsdien ook voor zakelijke transacties gebruikt.
2.3.
Vanaf 15 juni 2023 heeft SNS [eiser] meerdere keren vragen gesteld in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Daarnaast heeft de bank [eiser] gewaarschuwd dat hij de zakelijke rekening niet meer voor zakelijke transacties mag gebruiken. Bij brief van 21 augustus 2023 heeft SNS aangekondigd de klantrelatie met [eiser] te beëindigen per 21 oktober 2023.
2.4.
[eiser] vordert in deze kortgedingprocedure, kort samengevat, SNS te veroordelen:
I.
primairde klantrelatie in privé en de particuliere bankrekening van [eiser] voort te zetten,
subsidiairbinnen 24 uur na betekening van dit vonnis een nieuwe klantrelatie met [eiser] in privé aan te gaan en een nieuwe particuliere bankrekening voor [eiser] te openen op dezelfde voorwaarden als golden voor de opgezegde overeenkomst,
II. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis een nieuwe klantrelatie met de onderneming van [eiser] , [handelsnaam] , aan te gaan en een nieuwe zakelijke bankrekening te openen onder de gebruikelijke voorwaarden,
ieder van deze veroordelingen op straffe van een dwangsom van € 25.000 per dag of gedeelte van de dag dat SNS niet aan deze veroordeling voldoet, met veroordeling van SNS in de kosten van de procedure en de rente daarover.
Het spoedeisend belang
2.5.
[eiser] stelt dat zijn spoedeisend belang voortvloeit uit de aard van zijn vorderingen. Zonder bankrekening kunnen [eiser] en zijn coffeeshop niet aan het betalingsverkeer deelnemen en bijvoorbeeld geen pinbetalingen ontvangen. In dat geval zou [eiser] zijn onderneming moeten staken, waardoor onder meer twaalf werknemers ontslagen zouden worden. Hoewel SNS aanvoert dat [eiser] over meerdere bankrekeningen bij andere banken beschikt heeft zij het spoedeisend belang als zodanig niet betwist. Dit belang wordt daarom aangenomen.
Juridisch toetsingskader
2.6.
Tussen [eiser] (in privé) en SNS bestond een bankrelatie. Artikel 35 van de Algemene Bankvoorwaarden (ABV) bepaalt dat SNS bevoegd is een bestaande bankrelatie op te zeggen. Daarnaast kunnen banken een gerechtvaardigd belang hebben om klanten te weigeren vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico’s.
2.7.
Het recht van een bank om klanten te weigeren of de klantrelatie te beëindigen is fundamenteel en zwaarwegend, maar niet onbegrensd. Dat komt omdat banken vanwege hun maatschappelijke functie een zorgplicht hebben. De zorgplicht is ook opgenomen in artikel 2 lid 1 ABV. Op grond van de zorgplicht moeten banken bij hun dienstverlening rekening houden met de belangen van anderen. Zo mag een bank een klantrelatie niet beëindigen als die opzegging in een concreet geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zowel consumenten als ondernemingen hebben een zwaarwegend belang om te kunnen beschikken over een bankrekening, omdat het vrijwel onmogelijk is deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer zonder een bankrekening. Daarom kan een bank onder bijzondere omstandigheden worden verplicht een contractuele relatie aan te gaan of aan te houden. Om te bepalen of die verplichting in een concreet geval bestaat, moet het belang van de bank worden onderzocht en afgewogen tegen het belang van de klant (Hoge Raad 5 november 2011, ECLI:NL:HR:2021:1652).
SNS mocht de privérekening van [eiser] opzeggen
2.8.
Op de overeenkomst tussen SNS en [eiser] in privé is het Reglement Privérekening van SNS van toepassing. SNS heeft in juli 2020 namelijk een bericht aan [eiser] gestuurd dat zij een ander soort betaalrekening zou gaan aanbieden, en dat de bankrekening van [eiser] werd omgezet naar een ‘SNS compleet’-bankrekening. Wilde hij dat niet, dan kon hij dat aangeven. In de berichtenbox van ‘Mijn SNS’ (internetbankieren) werd dit nader toegelicht en werden de geldende voorwaarden vermeld. Niet gesteld of gebleken is dat [eiser] bezwaar heeft gemaakt, terwijl hij deze berichten wel heeft gelezen. Daarmee is het Reglement Privérekening sinds 2020 van toepassing op de overeenkomst tussen partijen. In artikel 15 van het Reglement Privérekening van SNS is bepaald:
15 GEBRUIK VAN JE BETAALREKENING
Alleen voor particulieren
De betaalrekening die je hebt geopend, is alleen voor particulier gebruik. Je mag de betaalrekening dus niet zakelijk gebruiken. Heb je een eigen bedrijf? Open dan een zakelijke betaalrekening via [website] .
Gebruik je de betaalrekening toch zakelijk? Dan kun je geen aanspraak maken op de bescherming van deze of andere voorwaarden die bij je betaalrekening horen. Ook kunnen we dan het gebruik van de betaalrekening beperken of de betaalrekening beëindigen.’
2.9.
Vast staat dat het saldo op de privérekening van [eiser] sinds 2008 relatief constant bleef. Vanaf augustus 2021 is een toename in de transacties te zien, zowel debet als credit. SNS kreeg daardoor eind 2021 een eerste alert vanuit haar transactiemonitoringssysteem, mede omdat grote bedragen binnenkwamen van ‘ [.] ’ in België. Naar aanleiding daarvan heeft SNS in 2022 verschillende keren vragen gesteld, waarbij zij onder meer vroeg naar het doel van de bankrekeningen van [eiser] en zijn echtgenoot, op wiens bankrekening [eiser] gemachtigde was. De accountant van [eiser] heeft vervolgens onder meer geantwoord
‘De rekening wordt als privérekening gebruikt. Daarnaast werden er in het verleden de contante inkomsten van de eenmanszaak van client, [handelsnaam] , op gestort. Dit aangezien er geen andere mogelijkheid was om deze contante inkomsten giraal te maken en dat was wel noodzakelijk voor het doen van diverse betalingen.’
2.10.
Nadat SNS constateerde dat [eiser] de privérekening nog steeds gebruikte voor zakelijke doeleinden, heeft zij [eiser] op 15 juni 2023 aanvullende vragen gesteld en gewezen op artikel 15 van het Reglement Privérekening. Daarbij benoemde zij expliciet dat [eiser] de bankrekening niet meer mocht gebruiken voor zakelijke transacties en heeft zij gewaarschuwd dat [eiser] geen klant meer kon blijven als hij de privérekening na 29 juni 2023 nog voor zakelijke doelen gebruikte. Op 25 juli 2023 heeft SNS [eiser] nogmaals gewaarschuwd: gebruikte hij de bankrekening na 8 augustus 2023 nog steeds voor zakelijke doelen, dan kon hij geen klant meer blijven. Op het verzoek van [eiser] om zijn privérekening om te zetten naar een zakelijke rekening laat SNS weten dat hij een zakelijke rekening kan aanvragen via de website of een SNS-kantoor. Bij brief van 21 augustus 2023 heeft SNS de klantrelatie met [eiser] vervolgens opgezegd.
2.11.
Gelet op het feit dat de privérekening niet voor zakelijke doeleinden mag worden gebruikt en [eiser] dat bleef doen terwijl hij meerdere keren was gewaarschuwd, is het niet per definitie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat SNS de privérekening van [eiser] na het aflopen van de opzegtermijn heeft beëindigd.
Belangenafweging
2.12.
De vervolgvraag is nu of het belang van [eiser] om privé bij SNS te bankieren zwaarder moet wegen dan het belang van SNS, waaronder het belang om zich te houden aan de Wwft.
2.13.
Vast staat dat [eiser] op enig moment zowel privé als zakelijk een bankrekening bij SNS had. De zakelijke bankrekening is in 2008 opgezegd. Daar heeft [eiser] niet tegen geprotesteerd. Vervolgens is hij zijn privérekening gaan gebruiken in strijd met de voorwaarden. Hij dacht dat hij de privérekening wel beperkt zakelijk mocht gebruiken, zo stelt [eiser] . Hij wist wel dat er een onderscheid was met de privérekening, maar door het opzeggen van de zakelijke rekening is hij in de positie gemanoeuvreerd dat hij geen kant op kon.
Uit het feit dat [eiser] verschillende soorten bankrekeningen had, leidt de voorzieningenrechter af dat hij op de hoogte was van het bestaan van verschillende soorten bankrekeningen. Volgens [eiser] was het voor SNS kenbaar dat hij de privérekening al 15 jaar gebruikte voor zakelijke doeleinden. Die mening deelt de voorzieningenrechter niet. SNS monitort niet iedere transactie van al haar klanten en zij heeft onderbouwd dat het betaalverkeer tot halverwege 2021 niet zodanig was dat haar transactiemonitoringssysteem een alert gaf. Ter zitting is ook duidelijk geworden hoe dat kon: [eiser] gebruikte tot ongeveer dat moment een bankrekening bij ABN AMRO om zakelijke contante stortingen te doen. ABN AMRO heeft die bankrekening opgezegd omdat er contante stortingen werden gedaan en die bankrekening niet anders werd gebruikt dan voor het doorzetten van geld naar de bankrekening van [eiser] bij SNS. Van rechtsverwerking door SNS is dus ook geen sprake. Dat [eiser] door SNS is gedwongen tot deze manier van werken omdat hij bij SNS geen contant geld meer kon storten, is door SNS bovendien gemotiveerd betwist.
2.14.
[eiser] stelt verder dat zijn onderneming niet kan blijven voorbestaan zonder een (zakelijke) bankrekening. Dat [eiser] geen zakelijke bankrekening kan krijgen, heeft hij echter onvoldoende onderbouwd. Zo heeft [eiser] wel gesteld en onderbouwd dat hij bij verschillende banken een aanvraag heeft gedaan voor een zakelijke bankrekening, maar hij heeft van bijvoorbeeld de Rabobank niet onderbouwd dat en waarom die bank deze aanvraag heeft geweigerd.
2.15.
Ook de stelling dat hij geen andere bankrekening heeft en niet zonder een eigen bankrekening kan, heeft [eiser] niet voldoende onderbouwd. Uit zijn aangifte inkomstenbelasting 2020 blijkt dat hij een echtgenote heeft en dat zij samen over verschillende bankrekeningen beschikken. Dat (een deel van) deze bankrekeningen op naam van zijn echtgenote staan, maakt dat niet anders. [eiser] heeft niet weersproken dat hij gemachtigde is op de bankrekening van zijn echtgenote bij SNS en dat hij op die manier kan bankieren.
2.16.
Verder heeft [eiser] ter zitting aangevoerd dat hij graag bij SNS wil blijven bankieren omdat hij bij SNS veel automatische betalingen heeft ingesteld voor bijvoorbeeld hypotheken, vaste lasten en privéuitgaven. Als hij een bankrekening bij een andere bank zou krijgen, zou hij alles moeten verhuizen. Dat is echter geen reden of zwaarwegend belang waarom [eiser] bij SNS zou moeten (blijven) bankieren. Zulke automatische betalingen kunnen bij een andere bank immers ook eenvoudig worden ingesteld.
2.17.
Kortom, [eiser] kan op dit moment in privé bankieren en behoudt toegang tot het betalingsverkeer. Daar staat tegenover het belang van SNS. [eiser] heeft het reglement van SNS overtreden door zijn privérekening voor zakelijke doeleinden te gebruiken. Daar is hij ook na waarschuwingen mee doorgegaan. Het is dus begrijpelijk dat SNS het vertrouwen in [eiser] als klant verloor. Daar komt nog bij dat (de accountant van) [eiser] in strijd met de waarheid aan SNS heeft verklaard dat de bankrekening als privérekening werd gebruikt en dat er (alleen) in het verleden contante inkomsten van de onderneming van [eiser] op werden gestort. SNS had dus voldoende reden om de klantrelatie met [eiser] op te zeggen. Het feit dat [eiser] al jarenlang klant is bij SNS, maakt dat niet anders.
2.18.
Daarbij speelt mee dat SNS zich moet houden aan de wettelijke kaders, waaronder de Wwft. In juni 2023 heeft De Volksbank (waar SNS onder valt) een aanwijzing van De Nederlandsche Bank (DNB) gekregen op grond van de Wwft. Volgens DNB is de Volksbank tekortgeschoten in haar wettelijke verplichting om risico’s op witwassen en financieren van terrorisme vast te stellen, te analyseren en te beoordelen. De Volksbank (en dus ook SNS) heeft van DNB aanwijzingen gekregen om deze overtreding te beëindigen, waarbij DNB gedurende het hersteltraject inzicht houdt in de voortgang daarvan.
2.19.
De genoemde omstandigheden maken dat het belang van SNS om zich aan haar verplichtingen te houden, zwaarder weegt dan het belang van [eiser] bij het behouden van zijn privérekening. Dat betekent dat SNS de klantrelatie met [eiser] in privé op dit moment niet hoeft voort te zetten en dat zij geen nieuwe klantrelatie met [eiser] in privé hoeft aan te gaan. De eerste vordering van [eiser] zal dus worden afgewezen.
SNS hoeft ook geen zakelijke klantrelatie met [eiser] aan te gaan
2.20.
De tweede vordering van [eiser] ziet op het aangaan van een nieuwe klantrelatie met de onderneming van [eiser] , [handelsnaam] , en het openen van een zakelijke bankrekening voor deze onderneming. Ook deze vordering zal worden afgewezen. De voorzieningenrechter licht dit toe.
2.21.
Vast staat dat SNS de zakelijke bankrekening van de onderneming van [eiser] al in 2008 heeft opgezegd. Daar heeft [eiser] niet tegen geprotesteerd. In de tussentijd heeft hij elders gebankierd en een bankrekening bij ABN AMRO gebruikt om contante bedragen van zijn onderneming te storten. Dat [eiser] zijn privérekening bij SNS al die tijd ook zakelijk gebruikte is niet komen vast te staan, gezien de forse toename in transacties op de privérekening bij SNS sinds augustus 2021, toen ABN AMRO de bankrekening opzegde.
2.22.
Voor zover [eiser] bedoelt dat de problematiek tussen partijen is opgelost als SNS een zakelijke (en privé) bankrekening voor hem opent – als hij een zakelijke rekening heeft hoeft hij zijn privérekening immers niet meer voor zakelijke doeleinden te gebruiken – slaagt zijn stelling niet. De zakelijke bankrekening is al in 2008 door SNS opgezegd. Dat SNS nu de aangewezen partij is die verplicht een zakelijke bankrekening voor de onderneming van [eiser] moet openen, is in het kader van dit kortgeding niet voldoende duidelijk geworden.
2.23.
Overigens heeft SNS in het kader van deze procedure nogmaals beoordeeld of [eiser] aan de voorwaarden voldeed voor het openen van een zakelijke bankrekening. Dat was volgens haar niet het geval. Daarbij speelt mee dat contant geld één van de risicofactoren is in het kader van de wettelijke verplichting van SNS om risico’s op witwassen en financieren van terrorisme vast te stellen. In de onderneming van [eiser] gaat juist relatief veel contant geld om. De Volksbank heeft in het kader van de Leidraad Wwft en Sanctiewet 2020 een tijdelijke maatregel ingevoerd die onder meer inhoudt dat zij geen bankrekeningen opent voor ondernemers indien het totaalbedrag aan contant geld meer is dan € 120.000. Dat terwijl de contante omzet van [handelsnaam] in 2021 € 500.000 was en in 2022 ruim € 1.000.000. [eiser] voert weliswaar aan dat de hoeveelheid contant geld in zijn onderneming afneemt, maar niet gesteld of gebleken is dat deze hoeveelheid in de buurt komt van de door SNS gestelde grens van € 120.000. Ook als deze beleidsregels geen juridisch bindende documenten of beleidsregels zouden zijn, zoals [eiser] betoogt, geven deze regels wel het belang van SNS weer (mede in het kader van het hiervoor genoemde hersteltraject).
2.24.
De conclusie is dat de belangenafweging ook in het kader van een zakelijke klantrelatie en bankrekening uitvalt in het voordeel van SNS. Ook de tweede vordering van [eiser] zal daarom worden afgewezen.
[eiser] moet de proceskosten betalen
2.25.
[eiser] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van SNS als volgt vastgesteld:
  • griffierecht € 676,00
  • salaris advocaat
Totaal € 1.755,00
2.26.
De nakosten zullen worden toegewezen zoals hierna in de beslissing genoemd.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
3.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van SNS tot dit vonnis vastgesteld op € 1.755,00,
3.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
  • € 163,00 aan salaris advocaat,
  • te vermeerderen met € 83,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [eiser] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
3.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Gaertman en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2023.
ES (5403)