ECLI:NL:RBMNE:2023:6388

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
23/3023
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging AOW-pensioen bij geregistreerd partnerschap en duurzaam gescheiden leven

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil over de wijziging van het AOW-pensioen van eiseres. Eiseres, die sinds 1 maart 2023 een geregistreerd partnerschap is aangegaan met de heer [A], ontving voorheen een AOW-uitkering naar de norm voor alleenstaanden. De Sociale Verzekeringsbank heeft op 24 maart 2023 besloten om het AOW-pensioen van eiseres te wijzigen naar de norm voor gehuwden, omdat zij van mening was dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd door de Sociale Verzekeringsbank afgewezen op 15 mei 2023.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 13 oktober 2023 behandeld. Eiseres stelde dat zij ondanks het geregistreerde partnerschap duurzaam gescheiden leeft van de heer [A] en daarom recht heeft op een AOW-pensioen naar de norm van een alleenstaande. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de feiten en omstandigheden niet ondersteunen dat eiseres en de heer [A] duurzaam gescheiden leven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van financiële verstrengeling en sociaal contact tussen eiseres en de heer [A], wat erop wijst dat zij niet afzonderlijk van elkaar leven.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de wijziging van het AOW-pensioen van eiseres per 1 april 2023 terecht is geweest. Eiseres heeft geen recht op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/3023

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 november 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: [A] ),
en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder

(gemachtigde: mr. N. Zuidersma-Hovers).

Inleiding

1. Bij besluit van 24 maart 2023 heeft verweerder het AOW-pensioen van eiseres met ingang van 1 april 2023 gewijzigd van de norm voor een alleenstaande naar de norm van gehuwden omdat eiseres sinds 1 maart 2023 een geregistreerd partnerschap is aangegaan met de heer [A] .
2. Met het bestreden besluit van 15 mei 2023 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij dat besluit gebleven omdat verweerder van oordeel is dat geen sprake is van duurzaam gescheiden leven.
3. De rechtbank heeft het beroep op 13 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

4. De rechtbank beoordeelt of verweerder terecht het AOW-pensioen van eiseres per 1 april 2023 heeft gewijzigd naar de norm voor gehuwden. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
5. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
6. Eiseres ontving vanaf november 2018 een AOW-uitkering naar de norm voor een alleenstaande. Op 1 maart 2023 is zij een geregistreerd partnerschap aangegaan met de heer [A] . Verweerder heeft aan eiseres en aan de heer [A] op 4 april 2023 een formulier “Onderzoek woonsituatie” toegezonden. Eiseres en de heer [A] hebben dit formulier ingevuld en ondertekend en aan verweerder geretourneerd, Vervolgens heeft verweerder het bestreden besluit genomen.
7. De te beoordelen periode loopt van tot 1 april 2023, de datum dat het AOW-pensioen is gewijzigd tot 15 mei 2023.
Duurzaam gescheiden leven
8. Eiseres stelt zich op het standpunt dat zij ondanks het geregistreerde partnerschap met de heer [A] duurzaam gescheiden leeft en daarom een AOW-pensioen zou moeten ontvangen naar de norm van een alleenstaande. Volgens eiseres heeft verweerder daarom ten onrechte het AOW-pensioen per 1 april 2023 gewijzigd.
9. Doordat eiseres een geregistreerd partnerschap is aangegaan per 1 maart 2023, wordt op grond van artikel 1, tweede lid, onder c, van de Algemene Ouderdomswet (AOW) aangenomen dat eiseres met de heer [A] gehuwd is. Op grond daarvan ontvangt zij dan ook in beginsel een AOW-pensioen naar de norm van gehuwden.
10. Ingevolge artikel 1, tweede lid, aanhef en onder d, van de AOW wordt een geregistreerd partnerschap gelijkgesteld met een huwelijk. Op grond van artikel 1, derde lid, onder b, van de AOW kan eiseres als ongehuwd worden aangemerkt indien sprake zou zijn van duurzaam gescheiden leven. Wanneer sprake is van duurzaam gescheiden leven is verder uitgewerkt in rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) en in de beleidsregels van verweerder.
11. Volgens de Centrale Raad leven gehuwden pas duurzaam gescheiden als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
a) ten minste één van hen wil niet meer getrouwd zijn en samenwonen;
b) ieder van hen leidt afzonderlijk een eigen leven alsof hij of zij niet met de ander is getrouwd;
c) ten minste één van hen bedoelt deze situatie als blijvend.
Of aan deze voorwaarden wordt voldaan, moet blijken uit de feitelijke omstandigheden. Daarvoor is niet voldoende dat betrokkenen hun hoofdverblijf niet hebben in dezelfde woning. Mensen kunnen namelijk ook getrouwd zijn zonder dat zij samenwonen. Voor de beoordeling of mensen duurzaam gescheiden leven maakt het niet uit waarom zij niet meer (of nog niet, niet meer of niet opnieuw) samenleven. [1] Deze jurisprudentie van de CRvB geldt – zie hetgeen hiervoor onder 10 is overwogen – ook voor personen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan.
12. Verweerder kijkt bij de beoordeling van het bovenstaande criterium onder andere naar de financiële verstrengeling, het sociale contact tussen partijen en of er sprake is van (wederzijdse) zorg zonder dat dit noodzakelijk is. [2]
13. De rechtbank oordeelt dat in de periode in geding uit de feiten en omstandigheden niet blijkt dat eiseres en de heer [A] beiden afzonderlijk een eigen leven leidden als waren zij niet als partner geregistreerd. Eiseres is al een lange tijd bevriend met de heer [A] . In het formulier “Onderzoek woonsituatie” dat door eiseres en de heer [A] is ingevuld hebben zij onder geschreven dat er een keer in maanden sprake is van een latrelatie, dat zij regelmatig contact hebben met elkaar zowel telefonisch als in persoon. Dat zij samen uitstapjes maken en soms na een uitstapje bij elkaar overnachten en dat eiseres de heer [A] regelmatig naar het ziekenhuis brengt. De heer [A] gunt eiseres zijn woning na zijn overlijden en daarom zijn zij een geregistreerd partnerschap met elkaar aangegaan.
14. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres en de heer [A] in de te beoordelen periode niet duurzaam gescheiden leefden. Eiseres en de heer [A] droegen in die periode op diverse manieren zorg voor elkaar, waardoor het niet aannemelijk is dat zij hun eigen leven volledig afzonderlijk leidden van elkaar. Nu eiseres en de heer [A] hebben gekozen voor het geregistreerd partnerschap in verband met de nalatenschap van de heer [A] hebben zij – op dat moment – gekozen voor een zakelijke regeling waaruit blijkt van het zorgdragen voor elkaars financiële situatie. Dat eiseres en de heer [A] niet beoogd hebben een relatie met elkaar aan te gaan, doet hier – zoals hiervoor onder 11 overwogen – niet aan af. De beroepsgrond slaagt niet.
15. De rechtbank oordeelt verder dat ook het betoog van eiseres dat zij een verzoek heeft ingediend voor de ontbinding van het geregistreerde partnerschap en daardoor het AOW-pensioen meteen gewijzigd had moeten worden, faalt. Vanwege de ontbinding van het geregistreerde partnerschap zal verweerder de situatie van eiseres opnieuw beoordelen en terzake een besluit nemen. Een toekomstig besluit van verweerder valt echter niet in de te beoordelen periode en ligt daarin ook niet ter beoordeling bij de rechtbank.

Conclusie en gevolgen

16. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder terecht het AOW-pensioen van eiseres heeft gewijzigd. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. I.M. de Graaf, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 november 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

2.Zie de beleidsregel ‘Huwelijk en duurzaam gescheiden leven’ (SB1002).