Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.Het verloop van de procedure
2.Waar gaat het over?
3.De beoordeling
“indien en zodra de, met toepassing van artikel B.8.8 van laatst vermelde akte van vestiging recht van opstal verkoop aan [onderneming] van Perceel [adres 1] en Perceel [adres 2] tot stand komt, mee te werken aan de levering aan [onderneming] ter uitvoering van die verkoop. De netto-opbrengst van deze verkoop van Perceel [adres 1] en Perceel [adres 2] zal toekomen aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] samen voor vijftig procent (50%) en aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] samen voor vijftig procent (50%)”.
“De gezamenlijke koopsom van de panden [adres 1] en [adres 2] van EUR 1.950.000 wordt 50/50 naar rato verdeeld op het moment dat de twee deelbedragen betaald worden door [onderneming] .”De adviseur van [gedaagden c.s.] reageert daarop bij e-mail van 5 mei 2019:
“De koopsom van de panden [adres 1] en [adres 2] door [onderneming] ; zijnde Euro 1.950.000 worden 50-50 verdeeld na betaling door [onderneming] . Akkoord.”In die omstandigheden mochten partijen redelijkerwijs de bepaling zo begrijpen dat als de koopopties afzonderlijk worden ingeroepen de netto-opbrengst van ‘losse verkoop’ ook voor de helft aan ieder van hen toekomt. Het gegeven dat niet voorzien is in het scenario dat [onderneming] de koopopties afzonderlijk uitoefent, maakt deze bedoeling niet anders. Ook is niet gesteld dat er door het afzonderlijke uitoefenen van de koopopties de bedoeling van de verdeling anders is geworden. Het standpunt van [gedaagden c.s.] dat ‘naar rato’ betekent dat moet worden uitgegaan van de gehele koopprijs gaat daarom ook niet op.
€ 5.290,00(2,0 punten x tarief € 2.645,00)