ECLI:NL:RBMNE:2023:6194
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening en risico van eiser met betrekking tot e-mailcommunicatie
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 24 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 20 januari 2023 behandeld. Eiser heeft het beroep te laat ingediend, waardoor de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dit mogelijk maakt. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en deze begint op de dag na de bekendmaking van het besluit. In dit geval is het besluit op 20 januari 2023 per e-mail aan eiser verzonden, en de termijn eindigde op 3 maart 2023.
Eiser heeft op 22 mei 2023 een e-mail gestuurd naar verweerder, waarin hij aangeeft dat hij het besluit te laat heeft gezien omdat het in zijn spam-box terecht was gekomen. De rechtbank oordeelt echter dat dit geen verontschuldiging is voor de te late indiening van het beroepschrift. Eiser had toestemming gegeven om post per e-mail te ontvangen, en het is zijn verantwoordelijkheid om zijn spam-box te controleren. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier N.R. Hoogenberk, en is openbaar uitgesproken op 24 oktober 2023. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.