Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 augustus 2023 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is uitgesproken op 8 augustus 2023.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.A.N. Bartels, beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap [gemeente] van 23 november 2021. De zitting vond plaats op 31 juli 2023 via een MSTeams verbinding, waarbij eiseres zelf niet aanwezig was, maar haar gemachtigde wel. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen toereikende machtiging is overgelegd door Bartels om namens eiseres beroep in te stellen. Volgens artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een beroep niet-ontvankelijk worden verklaard als het niet voldoet aan de wettelijke vereisten, waaronder het overleggen van een machtiging indien de rechtbank hierom verzoekt.
Bartels heeft in eerdere correspondentie de gelegenheid gekregen om een machtiging in te dienen, maar de overgelegde volmachten waren niet van eiseres zelf. De rechtbank heeft geoordeeld dat het aan Bartels was om een correcte machtiging te overleggen, en dat de volmachten die hij heeft ingediend niet voldoen aan de eisen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om Bartels nogmaals de kans te geven om een juiste machtiging in te dienen, en heeft het beroep daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 van de Awb. De rechtbank heeft ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat eiseres daadwerkelijk een procedure wilde starten. De beslissing is genomen door mr. R.C. Stijnen, rechter, en is uitgesproken op 8 augustus 2023.