Uitspraak
[verzoeker 1] , uit [woonplaats] , verzoeker
[verzoekster 2] B.V. en [verzoekster 3] B.V., gevestigd in [vestigingsplaats] , verzoekers
de burgemeester van de gemeente Zeist¸ verweerder
Zitting
Beslissing
Beoordeling door de voorzieningenrechter
“
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5' in de [straat] is het gebruik voor horeca in categorie 5 toegestaan. Indien het gebruik voor horecacategorie 5-activiteiten ter plaatse is beëindigd en de opstallen weer in gebruik zijn genomen voor één van de rechtstreeks toegelaten functies, is het gebruik voor horeca in categorie 5 ter plaatse niet langer toegestaan.”
toegestaanbinnen de bestemming ‘Gemengd’. De voorzieningenrechter overweegt dat [verzoeker 1] en [verzoekster 2] onvoldoende hebben onderbouwd dat het tijdelijke gebruik tijdens de coronaperiode feitelijk moest worden aangemerkt als horeca in de categorie 3 of lager. Met dit tijdelijke gebruik wordt daarom niet aan deze voorwaarde van de uitsterfbepaling voldaan. De voorzieningenrechter volgt [verzoeker 1] en [verzoekster 2] ook niet in het standpunt dat uit de gedoogbeschikking moet worden afgeleid dat horeca in de categorie 4 wél zou zijn toegestaan, omdat het kenmerk van gedogen nu juist is dat iets in strijd met de regelgeving gebeurt. Het illegale – gedoogde – gebruik als café is dan ook geen rechtstreeks toegelaten functie in de zin van artikel 9.4, onder b, van de planregels. Verder is niet in geschil dat het pand sinds het vertrek van de vorige discotheek niet voor een ander doeleinde is gebruikt: het pand heeft leeg gestaan. Het is een keuze van de eigenaar om het pand leeg te laten staan om zo te voorkomen dat het overeenkomstig een toegestane functie in gebruik wordt genomen. Daarmee wordt veilig gesteld dat het pand later opnieuw voor horeca in categorie 5 kan worden gebruikt, zoals nu is gebeurd. Het bestemmingsplan laat dat toe en de gemeenteraad heeft dat bij de planvaststelling op deze wijze mogelijk gemaakt. De voorzieningenrechter begrijpt goed dat dit niet overeenkomt met het beeld dat [verzoeker 1] had van de uitsterfregeling en de gesprekken die hij met de burgemeester heeft gehad over dit onderwerp, maar maakt de betekenis van de planregel niet anders.