ECLI:NL:RBMNE:2023:5593
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling WOZ-waarde winkelpand en toekenning immateriële schadevergoeding
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres, een B.V., tegen de vastgestelde WOZ-waarde van haar winkelpand beoordeeld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2021 vastgesteld op € 94.000,-, gebaseerd op de waardepeildatum van 1 januari 2020. Eiseres betwist deze waarde en stelt dat de waarde lager zou moeten zijn, namelijk € 79.000,-. De rechtbank heeft op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de taxatiematrix en de onderbouwing van de heffingsambtenaar, die zich baseerde op eerdere verkooptransacties van het object en huurinformatie. Eiseres had ook verzocht om een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, wat de rechtbank heeft toegewezen tot een bedrag van € 100,-. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde correct heeft vastgesteld en dat het beroep ongegrond is.