Uitspraak
[eiser] , uit [plaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [gemeente]
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
bijzondere persoonlijke noodsituatie’. Als aan één of meerdere algemene voorwaarden niet is voldaan, mag het college de urgentieverklaring in beginsel weigeren. [1]
bijzondere persoonlijke noodsituatie’. De toelichting op artikel 28 van de Huisvestingsverordening vermeldt daar niks over. Op de zitting is het de voorzieningenrechter duidelijk geworden dat het college zich op het standpunt stelt dat van een bijzondere persoonlijke noodsituatie geen sprake is wanneer er – kortgezegd – een andere weg of procedure meer aangewezen is om het (woon)probleem op te lossen. De voorzieningenrechter vindt deze invulling van dat criterium niet direct evident. De vraag of er sprake is van een bijzondere persoonlijke noodsituatie valt immers niet samen met de vraag wie het meest aangewezen is om in die noodsituatie (als eerste) de helpende hand te bieden: de verhuurder of het college.
bijzondere persoonlijke noodsituatie’. De overgelegde medische stukken bevatten aanwijzingen dat de klachten ernstig zijn, een nadelige invloed hebben op de ontwikkeling van de kinderen en samenhangen met de woonsituatie. Omdat gesteld noch gebleken is dat het college de medische expertise heeft om deze stukken op waarde te schatten heeft het college, door een dergelijk onderzoek achterwege te laten, ten onrechte niet de nodige kennis vergaard over de relevante feiten en de af te wegen belangen. Met eiser is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vraagstelling in een dergelijk onderzoek verder zou moeten gaan dan de vraag of sprake is van een levensbedreigende of daarmee vergelijkbare situatie in de zin van de hardheidsclausule. Dit te meer omdat de vraag of het woninggebrek kan worden verholpen in dit geval mede afhankelijk is van het antwoord op de vraag aan welke eisen een woning zou moeten voldoen om geen negatieve impact te hebben op de gezondheid van de kinderen. Pas als een dergelijk onderzoek is gedaan, kan het college zich onderbouwd op het standpunt stellen dat er wel of geen sprake is van een ‘
bijzondere persoonlijk noodsituatie’. Door enkel te verwijzen naar de nog niet afgeronde procedure bij de kantonrechter heeft het college miskend dat een noodsituatie ook kan bestaan voordat alle andere mogelijkheden zijn uitgeput. In dat kader is het ook relevant dat het op basis van de stukken niet kan worden uitgesloten dat de huidige woning voor dit gezin niet voldoet in het geval door de kantonrechter geen (huurrechtelijke) gebreken zouden worden vastgesteld.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
19 oktober 2023.