ECLI:NL:RBMNE:2023:5563

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 oktober 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
16.016372.23; 16.323775.20 (vord. tul)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake jeugddetentie en taakstraf voor verdachte

Op 20 oktober 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2006. In dit vonnis werd bepaald dat, indien de verdachte de opgelegde taakstraf niet of niet naar behoren zou verrichten, deze zou worden vervangen door 60 dagen hechtenis. Echter, in de vordering tot tenuitvoerlegging was abusievelijk vermeld dat de taakstraf zou worden vervangen door 21 dagen hechtenis. De rechtbank heeft vastgesteld dat dit een kennelijke misslag was, aangezien de juiste term 'jeugddetentie' had moeten zijn.

In het herstelvonnis van 20 oktober 2023 heeft de rechtbank haar eerdere beslissing gehandhaafd, maar de misslag gecorrigeerd. De rechtbank heeft bepaald dat de taakstraf, indien niet naar behoren uitgevoerd, zal worden vervangen door 60 dagen jeugddetentie in plaats van hechtenis. Daarnaast is ook de vordering tot tenuitvoerlegging aangepast, zodat deze nu ook 21 dagen jeugddetentie vermeldt in plaats van hechtenis.

De rechtbank heeft bevolen dat het herstelvonnis aan de betrokken partijen, waaronder de verdachte, de raadsvrouw, de officier van justitie en de benadeelde partij, per brief ter kennis wordt gebracht. Dit vonnis is gewezen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en kinderrechter mr. S.D. Groen, en de rechters mr. C. van de Lustgraaf en mr. H.A. Gerritse, in tegenwoordigheid van griffier mr. B. Matser. De rechters mr. S.D. Groen en mr. H.A. Gerritse waren buiten staat om het vonnis te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16.016372.23; 16.323775.20 (vord. tul)
Vonnis tot herstel van het op 20 oktober 2023 uitgesproken vonnis van de rechtbank Midden-Nederland
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [2006] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
hierna: [verdachte] .

1.Het onderdeel van het vonnis dat moet worden hersteld

In het vonnis van de meervoudige kamer van voornoemde rechtbank van 20 oktober 2023 is in de beslissing (het dictum) opgenomen dat voor het geval [verdachte] de taakstraf niet of niet naar boren verricht de taakstraf wordt vervangen door 60 dagen hechtenis. Onder de vordering tenuitvoerlegging is opgenomen dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 21 dagen hechtenis.
Nadien is het de rechtbank gebleken dat abusievelijk hechtenis staat vermeld in plaats van jeugddetentie zoals door de rechtbank is opgelegd.

2.De beslissing

De rechtbank:
- handhaaft haar beslissing van 20 oktober 2023, met herstel van een kennelijke misslag in het dictum als volgt en wijzigt:
 beveelt dat voor het geval [verdachte] de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 60 dagen hechtenis;
 beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 21 dagen hechtenis.
in
 beveelt dat voor het geval [verdachte] de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 60 dagen jeugddetentie.
 beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 21 dagen jeugddetentie.
- verstaat dat haar vonnis van 20 oktober 2023 voor het overige ongewijzigd blijft;
- bepaalt dat de griffier dit vonnis doet hechten aan het originele vonnis van 20 oktober 2023 en dit vonnis per brief ter kennis doet brengen van de verdachte, de raadsvrouw, de officier van justitie en de benadeelde partij.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.D. Groen, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. C. van de Lustgraaf en mr. H.A. Gerritse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. Matser als griffier.
Rechters mr. S.D. Groen en mr. H.A. Gerritse zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.