Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 oktober 2023 in de zaak tussen
[eiseres] B.V., uit [vestigingsplaats] , eiseres
de Staat der Nederlanden(de Minister voor Rechtsbescherming).
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 18 oktober 2023, wordt het beroep van eiseres, een B.V. gevestigd in [vestigingsplaats], tegen de opgelegde aanslag precariobelasting beoordeeld. De heffingsambtenaar had op 31 maart 2020 een aanslag voor het jaar 2019 opgelegd voor een totaalbedrag van € 1.186,92, welke in bezwaar werd verminderd tot € 738,42. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 18 september 2023, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de aanslag op juiste gronden heeft gecorrigeerd. De aanslag voor het terras was aanvankelijk berekend naar het verkeerde tarief, maar is in bezwaar aangepast. De rechtbank wijst de stellingen van eiseres af, omdat deze niet voldoende onderbouwd zijn. Daarnaast heeft eiseres een verzoek ingediend om vergoeding van immateriële schade wegens de lange duur van de procedure. De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar en beroep is overschreden, met een totale overschrijding van 18 maanden. Dit leidt tot een schadevergoeding van € 150,-, waarvan € 25,- door de heffingsambtenaar en € 125,- door de Staat der Nederlanden moet worden betaald aan eiseres.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de heffingsambtenaar en de Staat schadevergoeding aan eiseres moeten betalen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.