Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 3 oktober 2023, waarvan aantekeningen zijn gemaakt
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
€ 1.079,00(tarief gemiddelde zaak)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting De Tussenvoorziening en een cliënt, aangeduid als [gedaagde]. De Tussenvoorziening vorderde ontruiming van de woonruimte van [gedaagde] vanwege aanhoudende overlast en het niet naleven van afspraken uit de zorg-huurovereenkomst. De cliënt was sinds 5 maart 2020 bij de Tussenvoorziening ondergebracht, maar vanaf augustus 2021 ontving de organisatie klachten van omwonenden over geluidsoverlast en drugsgerelateerde activiteiten in de woning van [gedaagde]. Ondanks zes officiële waarschuwingen bleef [gedaagde] zich niet aan de afspraken houden, wat leidde tot de opzegging van de zorg-huurovereenkomst op 20 juli 2023.
Tijdens de mondelinge behandeling op 3 oktober 2023, geleid door voorzieningenrechter P.S. Elkhuizen-Koopmans, werd vastgesteld dat de dagvaarding correct was betekend. [gedaagde] was niet vertegenwoordigd door zijn advocaat, wat leidde tot een voortzetting van de behandeling. De rechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien de veiligheid van andere bewoners in gevaar was door het gedrag van [gedaagde]. De voorzieningenrechter concludeerde dat de Tussenvoorziening voldoende zwaarwichtige redenen had om de overeenkomst op te zeggen, en dat de ontruiming van de woning gerechtvaardigd was.
De rechter heeft [gedaagde] veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de proceskosten van de Tussenvoorziening te vergoeden, die zijn begroot op € 1.884,86. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.