ECLI:NL:RBMNE:2023:5443
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen afname DNA in het kader van strafrechtelijke veroordeling
In deze zaak heeft de enkelvoudige raadkamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 oktober 2023 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de afname van DNA-materiaal. De veroordeelde, geboren in 1964 in Turkije, had eerder een veroordeling gekregen voor belaging, waarvoor hij een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd kreeg. Op 22 juni 2023 gaf de officier van justitie een bevel tot afname van DNA-materiaal, wat op 25 juli 2023 is uitgevoerd. De veroordeelde maakte bezwaar tegen deze afname, stellende dat deze in strijd was met artikel 8 van het EVRM en de artikelen 1, 3 en 8 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. De raadsman voerde aan dat de wetgeving omtrent DNA-afname niet voldeed aan de vereisten van toestemming en dat er geen uitzonderingssituatie was die de afname rechtvaardigde.
De raadkamer heeft het bezwaarschrift behandeld op 5 oktober 2023, waarbij de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman aanwezig waren. De raadkamer oordeelde dat de afname van DNA-materiaal niet in strijd was met het EVRM, aangezien de wet voorziet in een legitiem doel en noodzakelijk is voor de opsporing van strafbare feiten. De raadkamer verwierp het verzoek om de behandeling aan te houden voor prejudiciële vragen, verwijzend naar een arrest van het Hof van Justitie dat bevestigde dat de nationale wetgeving in overeenstemming is met Europese richtlijnen.
Uiteindelijk verklaarde de raadkamer het bezwaar ongegrond, waarbij werd vastgesteld dat de veroordeelde onder de definitie van 'veroordeelde' valt zoals bedoeld in de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. De raadkamer concludeerde dat er geen uitzonderingssituatie was die de afname van DNA-materiaal zou uitsluiten, en dat de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde niet zodanig waren dat deze de kans op recidive uitsloten. De beslissing werd genomen in raadkamer, waarbij de rechter en de griffier aanwezig waren, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.