Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het vonnis van 28 juni 2023;
- de akte van ONVZ met daarin de incidentele vordering tot het verstrekken van bescheiden tevens de akte uitlaten bewijslevering door het horen van getuigen met producties 37 en 38;
- de antwoordakte in het incident van [gedaagde c.s.]
2.De verdere beoordeling
- de overeenkomsten van opdracht die [gedaagde c.s.] heeft gesloten met de voor verzekerden ingeschakelde zorgverleners c.q. onderaannemers;
- de facturen van de inschakelde zorgverleners c.q. onderaannemers aan [gedaagde c.s.] en de bewijzen van betaling (bankafschriften) hiervan;
- bewijzen van betaling van de door verzekerden aan [gedaagde c.s.] (door)betaalde facturen met een totaalbedrag van € 158.230,97.
[gedaagde c.s.] ontbreken. Ook heeft ONVZ gesteld dat een getuigenverhoor overbodig kan zijn of juist efficiënt en effectief kan worden ingericht, afhankelijk van hetgeen uit de stukken blijkt.
(3) zien op een rechtsbetrekking waarbij ONVZ partij is en ten slotte is vereist (4) dat
[gedaagde c.s.] de gevraagde stukken tot haar beschikking of onder haar berusting heeft. Als aan deze vereisten is voldaan, kan inzage in de stukken alsnog worden afgewezen vanwege
(5) gewichtige redenen of omdat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder inzage in de gevraagde gegevens is gewaarborgd
15 november 2023, zodat ONVZ zich kan uitlaten over het vervolg en - voor zover zij geen bewijs wil leveren door het horen van getuigen - een akte met bewijsstukken kan indienen.
3.De beslissing
- de overeenkomsten van opdracht die [gedaagde c.s.] heeft gesloten met de voor verzekerden ingeschakelde zorgverleners c.q. onderaannemers;
- de facturen van de inschakelde zorgverleners c.s. onderaannemers aan [gedaagde c.s.] en de bewijzen van betaling (bankafschriften) hiervan;
- bewijzen van betaling van de door verzekerden aan [gedaagde c.s.] (door)betaalde facturen met een totaalbedrag van € 158.230,97;
€ 20.000,00;
15 november 2023voor het nemen van een akte door ONVZ, waarin zij zich uitlaat of zij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel;
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct op de rolzitting in het geding moet brengen;
getuigenwil laten horen, de verhinderdagen van partijen, hun advocaten en de getuigen in de maanden november 2023 tot en met april 2024 op de rolzitting moet opgeven, waarna een datum en tijdstip van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
uiterlijk tien dagenvoor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen;
18 oktober 2023.