ECLI:NL:RBMNE:2023:5231

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 oktober 2023
Publicatiedatum
5 oktober 2023
Zaaknummer
16/329803-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geplande woningoverval met geweld en vrijheidsberoving

Op 5 oktober 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met mededaders betrokken was bij een gewelddadige woningoverval op 7 december 2022 in Leersum. De overval was goed voorbereid; de daders droegen bivakmutsen en hebben het slachtoffer, een vrouw, met geweld bedreigd en vastgebonden met kabelbinders. Tijdens de overval zijn sieraden, geld en andere waardevolle spullen gestolen. Het slachtoffer werd gedwongen op de grond te liggen en kreeg een doek met een sterke geur voor de mond gehouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het DNA van de verdachte op verschillende voorwerpen is aangetroffen die tijdens de overval zijn gebruikt, waaronder een bivakmuts, regenbroek en kabelbinder. De verdachte heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij de overval, maar de rechtbank oordeelde dat het bewijs, waaronder DNA-analyse en camerabeelden, overtuigend was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en heeft een schadevergoeding van € 8.230,90 toegewezen aan het slachtoffer, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen goederen verbeurd verklaard, die gebruikt zijn bij de overval.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/329803-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 oktober 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1990] te Kuwait (Koeweit),
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 26 mei 2023, 27 juli 2023 en 21 september 2023. De inhoudelijk behandeling heeft op 21 september 2023 plaatsgevonden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. F.E. Leeman, en van hetgeen de raadsman, mr. E.G.S. Roethof, advocaat te Amsterdam, naar voren heeft gebracht. Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen
mr. M.T. Spetter en de heer [A ] namens de benadeelde partij, [slachtoffer] , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1:op 7 december 2022 in Leersum samen met anderen door middel van
braak uit de woning van [slachtoffer] sieraden, goud, geld, een GPS-tracker, een
weekendtas en een inentingsbroekje heeft gestolen, waarbij gedreigd is met geweld
en/of geweld tegen die [slachtoffer] is gebruikt;
Feit 2:op 7 december 2022 in Leersum samen met anderen, [slachtoffer] in haar woning
van haar vrijheid heeft beroofd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat uit het feit dat het DNA van verdachte op diverse voorwerpen is aangetroffen, niet kan worden afgeleid dat hij één van de overvallers is geweest. Het gaat om verplaatsbare voorwerpen. Niet blijkt op welk moment het DNA van verdachte op die voorwerpen terecht is gekomen. Door verdachte is bovendien een aannemelijke verklaring gegeven voor het aantreffen van zijn DNA, namelijk dat het door secundaire overdracht dan wel doordat hij in het verleden van die voorwerpen gebruikt heeft gemaakt, daarop terecht is gekomen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1 en 2 [1]
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 8 december 2022, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] op 26 december 2022 met kenmerk PL0900-2022365454-11:
Ik doe aangifte van diefstal met geweld vanuit mijn bedrijfspand annex woning aan de [straat 1] [nummeraanduiding] te [plaats 1] .
Op woensdag 7 december 2022 kwam ik ongeveer tussen 22.30 en 23.00 uur bij mijn pand in [plaats 1] aan. Op een gegeven moment zag ik ineens een persoon aan komen rennen. De persoon stond in eerste instantie recht voor mij en drukte zijn hand op mijn op mond. Daarna draaide hij mij snel om zodat ik met mijn rug naar deze persoon toe kwam en bleef zijn hand op mijn mond houden. Ondertussen zei hij tegen mij dat ik niet moest schreeuwen, dat ik rustig moest blijven en dat hij mij niks zou doen als ik niet zou schreeuwen. Hij droeg een soort bivakmuts, zwart van kleur en met een rechthoekige opening rond de ogen. Ik stond met mijn rug naar de man, hij draaide mijn armen achter mijn rug en bond een tie wrap rond mijn polsen. Daarna zei hij dat ik op de grond moest gaan liggen, op mijn buik.
Inmiddels was er ook een tweede persoon in de keuken. Deze tweede persoon was ook een man. Hij liep gelijk door de keuken naar het werkhok waar de kluis staat. Alsof hij wist dat de kluis zich daar bevond. Ik hoorde dat de kluis geopend was en dat er spullen ingepakt werden.
Intussen was er ook een derde persoon bij gekomen. Wat ik mij herinner is dat de eerste persoon, de lange man, een plank in zijn handen had, een ruwe grenen plank met daarop een soort stempel/keurmerk met rode inkt. Hij heeft er mee gedreigd. Later heeft deze persoon een opgevouwen doek over mijn hoofd gelegd terwijl ik op de grond lag. [2]
De mannen zijn best wel een tijdje bezig geweest met de spullen uit de kluis halen. De eerste man was nog steeds bij mij en is eigenlijk gedurende de hele overval bij mij gebleven. De mannen hebben ook in de woonkamer kasten open getrokken en daar bakjes met gouden fournituren gevonden. De bakjes hebben ze leeggegooid en de fournituren hebben ze meegenomen. Man twee en drie heb ik daarna niet meer gezien.
Man één hield toen een doek voor mijn mond met een sterk geurende vloeistof en sleurde mij vervolgens van de keuken naar de woonkamer. Daar maakte hij mijn voeten aan elkaar vast met een tie wrap en ik zag hem in de keuken een vloeistof uit een fles werpen door de hele keuken heen.
Er is enorm veel meegenomen uit de kluis. Heel veel plateau's met gouden ringen met edelstenen, plateau's met gouden armbanden, 1 plateau met gouden kettingen, drie fluwelen rollen met gouden kettingen, goud voor het sloopbedrijf dat in twee bakken zat, contant geld en de inhoud van een vijftal plastic bakken gevuld met dure kettingen die opgerold lagen in noppenfolie, ringen, armbanden, broches. Ik denk dat er ook een zak met horloges gepikt is, dat lag volgens mij boven in de kluis. Er lagen ook gouden tientjes in de kluis. Over het contante geld kan ik zeggen dat het een bedrag van om en nabij de 10.000 euro zou kunnen zijn. Het ging voornamelijk om briefjes van 20 en briefjes van 50. Dit waren alleen maar euro's. Wat er ook is weggenomen is de weekendtas van het merk Nike, dit was mijn eigen tas. De inhoud van de kluis is in meerdere tassen meegenomen. Ik heb er twee of drie gezien, waarvan er dus één van mijzelf was [3]
Terwijl ik op de grond lag, ben ik door de tweede persoon op mijn linker bovenbeen geschopt. Ik heb daar nu een grote blauwe plek en vanmorgen deed dit best een beetje pijn. Ook heb ik een flinke schram op mijn rechter scheenbeen, maar hoe ik daar aan ben gekomen weet ik niet precies.
Opmerking verbalisant:
Ik heb de blauwe plek gezien en geconstateerd dat er een flinke verdikking in het rechterbovenbeen zit. [4]
Een proces-verbaal van verbindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] van 8 december 2022 met kenmerk PL0900-2022365454-2:
Op 8 december 2022 bevond ik mij op de [straat 1] [nummeraanduiding] in [plaats 1] . Ik riekte in het pand meteen een penetrante lucht wat ik herkende als ammoniaklucht. Ik hoorde van het slachtoffer dat er een GPS-tracker op de juwelen zat. Ik zag dat de tracker vanaf de [straat 8] te [plaats 6] uitstraalde, precies tussen de [locatie 2] en de [locatie 3] . Ik zag tevens dat er geen beweging meer was geweest vanaf 00.21 uur. [5]
Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [C] , van 11 december 2022 met documentcode 20221112.1417.09015:
Door de aangever, tevens benadeelde van de overval, werden deze beelden aan de politie afgestaan ten behoeve van het onderzoek. Ik heb deze beelden bekeken. Ik zag op beelden van de camera in de woonkamer dat er op 7 december 2022 om 23.32.33 uur 2 personen de woning binnen komen via een deur welke direct tegenover de camera is gesitueerd. [6]
Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 8] , van 13 december 2022 met documentcode 20221213.1000. PVB GPS Track:
De aangeefster had tussen de partij sierraden een gps tracker geplaatst, welke samen met de sierraden weggenomen werd. Samen met de gearriveerde politie werd donderdag 7 december 2022 ingelogd op de site [....] alwaar de GPS gegevens gelogd worden. De GPS tracker wordt geactiveerd bij beweging. Uit de loggegevens blijkt dat de tracker op 7 december 2022 te 23.58 uur geactiveerd werd. [7]
Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [D] van 8 december 2022 met kenmerk PL0900-2022365454-4:
Ik zag dat er op de [straat 8] ter hoogte van de [locatie 2] in [plaats 6] een grijze Audi A3 met kenteken [kenteken] stond. Wij zagen geen personen in het voertuig zitten. [8]
Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [I] van 15 december 2022 met documentcode 202212080930.1493:
Ik zag dat de Audi A3 voorzien van het kenteken [kenteken] nog was afgesloten. De auto had aan de buitenkant geen zichtbare sporen. In het opbergvak van het linker voorportier lagen 2 GPS trackers met daarin Simkaarten.
In de kofferbak van de auto lagen 3 zwart kleurige sporttassen en donkerblauwe regenpakken. Ik zag dat een van de tassen van het merk Nike was. Ik zag dat de 2 andere sporttassen, plastic, zwart van kleur, hetzelfde waren.
Ik zag dat alle 3 de sporttassen vol zaten met diverse juwelen/sieraden (ringen,
armbanden, halskettinkjes, oorbellen, munten e.d. voornamelijk goud/goudkleurig). In één van de zwart kleurige sporttassen zat ook een fles huishoudammonia, enveloppe met buitenlandse valuta, diverse gereedschap (zoals schroevendraaier, houtbeitel). [9]
Tevens lag er ook een gereedschap tasje kleur zwart, voorzien van rits, met daarin (slottrekker, baco, handboor, vaseline). In één van de zwarte tassen zaten ook diverse enveloppen met sieraden en een inentingsboekje op naam van [B] ( [1967] te [geboorteplaats] ). In een van de enveloppe zat een geldbedrag van 5.000,- Amerikaanse dollars (Valuta 100 dollarbiljetten) en 15,- Engelse Pond (Valuta 5 en 10 pounds biljet). In het zijvak van één van de zwarte tassen trof ik NL geld aan, diverse biljetten (welke later op het politiebureau zijn geteld (bedrag € 10.440,-). Er werden 2 regenjassen en 1 regenbroek uit de kofferbak gehaald van een onbekend merk, donkerblauw met reflecterende strepen op de borst van de jas en op beide broekspijpen. Tevens werd er in de kofferbak een zwarte bivakmuts aangetroffen. Tijdens onderzoek aan de regenjassen, kwam uit één van de zakken een gouden schakelarmband. [10]
Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [E] van 10 februari 2023 met documentcode 20221220.1600:
Ik kan de daders als volgt beschrijven aan de hand van de camerabeelden en printjes:
Dader 1 is gekleed in blauwe regenbroek en regenjas met horizontale reflecterende streep op borst en enkels. Hij draagt een zwarte bivakmuts met 1 horizontale opening bij de ogen. Hij draagt grijze handschoenen. [11]
Dader 2 draagt een zwarte bivakmuts met 1 opening voor de ogen, grijze handschoenen.
Dader 3 draagt een blauwe regenjas en regenbroek met horizontale reflecterende streep op borst en enkels. Hij draagt grijzen handschoenen met een gele naad en een zwarte bivakmuts met 1 opening voor de ogen. [12]
Aantreffen Audi A3 met buit van de overval en kleding.
De regenjassen lagen op- en onder de tassen met de buit van de overval. [13]
Vergelijkend onderzoek kleding daders en aangetroffen kleding en tas in Audi
Dader 1 met regenjas met capuchon. Soortgelijke regenjas 2 met capuchon in Audi A3.
Dader 3 met regenjas zonder capuchon. Soortgelijke regenjas 1 zonder capuchon in Audi A3. Regenbroek uit auto A3, soortgelijk als gedragen door dader 1 en 3. [14]
Handschoenen daders
Door alle drie de daders werden grijze handschoenen gedragen. Bij de door daders 3 gedragen handschoenen was een gele naad bij de polsen zichtbaar, soortgelijk als aangetroffen in de Audi A3. Handschoenen uit de jaszak van regenjas 2, aangetroffen in de kofferruimte van de Audi A3.
Bivakmuts
Door alle drie de daders werd een zwarte bivakmuts met 1 opening voor de ogen gedragen. Deze bivakmutsen zijn soortgelijk als de in regenjas 2 aangetroffen zwarte bivakmuts met 1 opening, aangetroffen in de kofferruimte van de Audi A3 [15]
Een proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [straat 1] [nummeraanduiding] [plaats 1] ) opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 3] , van 20 december 2022 met kenmerk PL0900-2022365454-18:
Bevindingen
Op 8 december 2022 onderzochten wij de achterdeur op de locatie [straat 1] [nummeraanduiding] te [plaats 1] . Wij zagen dat het kozijn bij zowel het normale slot als bij de beide pensloten beschadigd was. Wij zagen dat het hout, op de plaats waar normaliter de schoten in het kozijn verdwijnen, weggehakt was. Wij zagen dat de slotplaatjes verbroken waren en verbogen waren.
Op de vloer van de keuken zagen wij een vloeistof liggen. Wij roken de geur van
ammoniak. Wij zagen op de vloer van de keuken een doek liggen en ty-rap. [16]
Wij hebben de hierna omschreven sporen en sporendragers gewaarmerkt en op de daartoe geschikte wijze veiliggesteld. [17]
Goednummer : PL0900-2022365454-3087811
SIN : AAPX1673NL
Object : Kabelbinder
Aantal/eenheid : 1 stuks [18]
Een proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig (Audi [kenteken] ) opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , van 21 december 2022 met kenmerk PL0900-2022365454-8:
De hierna geschikte omschreven sporen en sporendragers werden op 8 december 2022 gewaarmerkt en op de daartoe wijze geschikte wijze veiliggesteld. [19]
Spoornummer: PL0900-2022365454-185441
SIN : AAPU8330NL
Plaats veiligstellen : Binnenzijde blauwe regenbroek [20]
Goednummer: PL0900-2022365454-3087799
SIN : AAPU8338NL
Object : Hoofddeksel (Muts)
Bijzonderheden : Uit linkerzak voorzijde regenjas 2. [21]
Een geschrift als bijlage bij een proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , van 21 december 2022 met kenmerk PL0900-2022365454-8:
Sporenmatrix
Item/spoor [.]
SIN AAPH0492NLOmschrijving/spo(o)ren(drager Handschoen
Vindplaats Spoor/goed Uit voertuig; maat onbekend
Bron: [..] [22]
Een proces-verbaal vooronderzoek lab opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] van 23 december 2022 met kenmerk PL0900-2022365454-34:
Sporendrager
Goednummer : PL0900-2022365454-3088146
SIN : AAPH0492NL
Object : Handschoen
Merk/type : Buster
Kleur : Grijs
Bijzonderheden : I paar grijze busters werkhandschoenen [23]
Ik, heb de handschoenen bemonsterd op humane sporen.
Ik heb de sporen veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN AAPU7276NL en AAPU7277NL, verpakt en verzegeld. gewaarmerkt met SIN AAPU7275NL,
Veiliggestelde sporen
Spoornummer: PL0900-2022365454-185760
SIN: AAPU7275NL
Relatie met SIN: AAPH0492NL
Plaats veiligstellen: Handschoenen aaph0492n1: +- 5cm vanaf
manchet [24]
Een geschrift, inhoudende een rapport Forensisch DNA onderzoek opgemaakt door dr. [J] van het Nederlands Forensisch Instituut van 13 december 2022:
AAPU8338NL#01 (binnenzijde bivakmuts t.h.v. de mondreqio)
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van één man.
DNA-profiel AAPU8338NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het
DNA afkomstig is van [verdachte] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige niet-verwante persoon.
AAPX1673NL#01 (uiteinde van een kabelbinder)
Het verkregen DNA-mengprofiel van deze bemonstering kan verklaard worden door een
bijdrage van DNA van zowel twee als drie personen. De berekening van de bewijskracht is
daarom zowel uitgevoerd onder de aanname dat er twee, als onder de aanname dat er drie
niet-verwante personen DNA hebben bijgedragen aan deze bemonstering.
Ten aanzien van slachtoffer [slachtoffer]
DNA-mengprofiel AAPX1673NL#01 is, ongeacht of er twee of drie personen DNA hebben
bijgedragen, meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA
bevat van slachtoffer [slachtoffer] en één of twee willekeurige onbekende personen, dan
wanneer de bemonstering DNA bevat van twee of drie willekeurige onbekende personen.
Ten aanzien van [verdachte]
DNA-mengprofiel AAPX1673NL#01 is, ongeacht of er twee of drie personen DNA hebben
bijgedragen, meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA
bevat van [verdachte] en één of twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de
bemonstering DNA bevat van twee of drie willekeurige onbekende personen. [25]
Een geschrift, inhoudende een rapport Forensisch DNA onderzoek opgemaakt door dr. [G] van het Nederlands Forensisch Instituut van 27 maart 2023:
5. Resultaten, interpretatie en conclusie van het onderzoek
Van het DNA uit bemonstering AAPU8330NL#01 (binnenzijde blauwe regenbroek) is een DNA-profiel verkregen van minimaal één persoon.
6. Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
De bewijskracht is berekend met DNAStatistX. Voor deze berekening is (omdat dit op basis van het tot nu toe uitgevoerde onderzoek het DNA-profiel het beste verklaart) aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van één persoon. DNA-profiel AAPU8330NL#01 is ongeveer 25 miljoen keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van [verdachte] dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige niet-verwante persoon. [26]
Een geschrift, inhoudende een rapport Forensisch DNA onderzoek opgemaakt door dr. [H] van het Nederlands Forensisch Instituut van 12 januari 2023:
AAPU7275NL#01 (handschoenen AAPH0492NL: +- 5 cm vanaf bies buit.z. manchet)
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van drie personen.
Ten aanzien van slachtoffer [slachtoffer] :
DNA-mengprofiel AAPU7275NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van slachtoffer [slachtoffer] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer het DNA afkomstig is van drie willekeurige onbekende personen.
Ten aanzien van [verdachte] :
DNA-mengprofiel AAPU7275NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van [verdachte] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer het DNA afkomstig is van drie willekeurige onbekende personen. [27]
Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] van 21 januari 2023 met kenmerk 20230120.0900:
In de Audi A3 gekentekend [kenteken] werd na onderzoek, 2 bakens merk tkstar aangetroffen met magneet. Deze bleken te zijn voorzien van simkaarten. De historische verkeersgegevens werden opgevraagd voor de periode 09-06-2022 t/m 08-12-2022. [28]
1e IMSI-simkaart [simkaartnummer 3] - [...]
De simkaart van het 1e GPS baken heeft in de bevraagde periode gebruik gemaakt van 3 imeinummers.
1e = Imei [imei-nummer 1] en imei [imei-nummer 2] betreft hetzelfde imeinummer, uitgegeven voor een 5G telefoontoestel Apple iPhone 6S type A16882.
2e = Imei [imei-nummer 5] uitgegeven voor een GPS tracker. Kortstondig gebruikt op 10-
10-2022 te 23.42 uur beginnend bij een zendmast te [plaats 6] en 11-10-2022 te 01.12
uur zendmast [straat 2] te [plaats 2] en te 19.03 uur verplaatsend zendmast [locatie 1] naar zendmast [straat 4] [plaats 1] te 01.04 uur op 12-10-2022. [29]
Kortstondig gebruikt op 10-10-2022 te 23.42 uur beginnend bij een zendmast te [plaats 6] en 11-10-2022 te 01.12 uur zendmast [straat 2] te [plaats 2] en te 19.03 uur verplaatsend zendmast [locatie 1] naar zendmast [straat 4] [plaats 1] te 01.04 uur op 12-10-2022. [30]
2e IMSI Tracker [simkaartnummer 2] en telnr. [telefoonnummer 1]
De simkaart van het 2e GPS baken heeft in de bevraagde periode gebruik gemaakt van 2 imeinummers:
1e = lmei [imei-nummer 1] en imei [imei-nummer 2] betreft hetzelfde imeinummer en
is uitgegeven voor een 5G telefoontoestel Apple iPhone 6S type A1688.
2e = imei [imei-nummer 3] en imei [imei-nummer 4] betreft hetzelfde imeinummer en
is uitgegeven voor een GPS-tracker. Dit baken is langdurig gebruikt.
Op maandag 17-10-2022 te 23.49 uur is deze simkaart [simkaartnummer 2] met
telefoonnummer [telefoonnummer 1] weer in het GPS baken geplaatst en wordt de zendmast
[straat 7] [plaats 2] gebruikt en op 18-10/ 19-10-2022 zendmast
[straat 2] [plaats 2] gebruikt, de zendmast ligt op 300 meter afstand van het woonadres van het slachtoffer/aangever. Dit baken blijft in [plaats 2] tot woensdag 19-10-2022 te 13.42 uur. Op woensdagavond 20-10-2022 te 21.34 uur maakt het baken gebruik van de zendmast [straat 4] te [plaats 1] .
Daarna is te zien dat het baken wisselt van zendmasten te [plaats 1] en [plaats 2] t/m
woensdag16-11-2022 te 13.05 uur. [31]
Gezien vorenstaande verkeersgegevens 1e en 2e baken, is het zeer aannemelijk dat deze
inbeslaggenomen bakens/trackers voor een langere duur onder het voertuig van het
slachtoffer zijn geplaatst, beginnende vanaf 11-10-2022 1e baken en 2e baken vanaf
dinsdag 17-10-2022 te 23.49 uur in [plaats 2] . De 1e zendmast
[straat 2] [plaats 2] is op 300 meter afstand gelegen van het woonadres van het slachtoffer/aangever. Daarna verplaatst de GPS-tracker zich meerdere malen t/m 16-11-2022 alleen tussen de zendmasten [plaats 2] en [plaats 1] , namelijk [straat 4] en [straat 1] te [plaats 1] , zijnde zendmasten gelegen in de directe nabijheid van de woning c.q. juwelierswinkel [straat 1] te [plaats 1] . Ook zijn de dagen waarop aangeefster/slachtoffer in [plaats 2] verblijft en vanaf woensdag in [plaats 1] , inzichtelijk geworden. [32]
Een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] van 30 mei 2023 met kenmerk 20230228.1500:
Er is een Samsung Galaxy A20 bij de aanhouding van verdachte [verdachte]
inbeslaggenomen. De simkaart [simkaartnummer 1] is gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Middels opgenomen gesprekken is vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker van dit telefoonnummer is. [33]
[F] is de vriendin van verdachte [verdachte] en staat als contact in de telefoon [whatsappaccount] weergegeven als [F (voornaam)] : [34]
In de telefoon van verdachte [verdachte] staan de volgende berichten tussen [verdachte (voornaam)] en [F (voornaam)] .
(* ivm anonimiseren is deze afbeelding verwijderd)
Uit de historische verkeersgegevens, blijkt dat de telefoon van verdachte [verdachte] zich op 17-10-2022 verplaats vanaf zendmast [plaats 7] , via [plaats 3] naar zendmast [plaats 2] te 00.27 uur 18-10-2022 en terug te 01.53 uur naar zendmast [plaats 6] . [36]
De simkaart [telefoonnummer 1] van het 2e baken geplaatst in een telefoon met imeinummer
[imei-nummer 1] verplaatst zich op 17-10-2022 te 19.47 uur vanaf zendmast [plaats 6] , [plaats 5] , [plaats 4] naar [plaats 2] . Om 23.46 uur wordt de simkaart [telefoonnummer 1] in het 2e baken geplaatst en wordt er in de telefoon met imeinummer [imei-nummer 1] de simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] geplaatst.
De simkaart [telefoonnummer 1] van het baken alsmede de telefoon van verdachte [verdachte] vanuit [plaats 6] en [plaats 7] , ligt de zendmast [straat 3] te [plaats 3] in dezelfde lijn als de masten van het baken [straat 6] [plaats 5] en [straat 5] [plaats 4] en vervolgens voor beiden [plaats 2] . [37]
Bewijsoverwegingen feit 1 en 2
Aangeefster is op 7 december 2022 in haar woning c.q. bedrijfsruimte in [plaats 1] overvallen. Op camerabeelden is vastgelegd dat drie daders de overval hebben gepleegd. Aangeefster is tijdens de overval met tiewraps (kabelbinders) vastgebonden. Bij de overval zijn onder meer sieraden, geld, een tas (merk Nike), een intentingsboekje op naam van [B] en een GPS-tracker, die tussen de weggenomen sieraden zat, weggenomen. De goederen zijn met behulp van de GPS-tracker kort na de overval in een Audi ( [kenteken] ) teruggevonden. In de Audi zijn ook regenkleding, handschoenen en een bivakmuts aangetroffen die qua uiterlijk geheel overeenstemmen met de regenkleding, handschoenen en bivakmutsen die op de beelden van de overval zijn te zien. Er is zowel in de woning van aangeefster als op diverse in de Audi aangetroffen objecten, sporenonderzoek verricht.
Op de binnenzijde van de bivakmuts, ter hoogte van de mondregio, is DNA-materiaal aangetroffen van één persoon, waarvan het profiel matcht met verdachte. Op de buitenzijde van een van de handschoenen is DNA-materiaal van drie personen aangetroffen: een onbekend gebleven persoon, verdachte en het slachtoffer. Het DNA-materiaal dat op de binnenzijde van de blauwe regenbroek is aangetroffen is vermoedelijk van één persoon afkomstig en matcht eveneens met het DNA-profiel van verdachte. Op de kabelbinder, die in de woning van aangeefster is aangetroffen en gebruikt is om haar enkels vast te binden, is DNA-materiaal van minimaal twee personen aangetroffen. Er is een match met het DNA-profiel van aangeefster en verdachte.
De verdediging heeft niet betwist dat het DNA-materiaal op de hierboven genoemde voorwerpen van verdachte afkomstig is, maar stelt dat dit niet zonder meer betekent dat hij een van de daders is geweest. De verdediging heeft een mogelijke verklaring gegeven voor het aantreffen van DNA van verdachte op de diverse objecten. Verdachte heeft verklaard dat hij beroepsinbreker is geweest en dat hij tijdens het plegen van delicten heel vaak soortgelijke regenkleding, bivakmutsen en handschoenen heeft gedragen. Een deel daarvan heeft hij direct weggegooid, maar het is ook voorgekomen dat hij dit soort setjes bij anderen heeft gestald. Tiewraps heeft verdachte in zijn leven vast wel eens aangeraakt. Wellicht dat zo zijn DNA op de aangetroffen tiewrap is terechtgekomen. Aangezien het om verplaatsbare objecten gaat, is het volgens de verdediging goed denkbaar dat de eerder door verdachte gebruikte objecten door iemand anders bij de overval zijn gebruikt.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
Tijdens de pro-forma zitting van 27 juli 2023 heeft verdachte verklaard dat hij niet betrokken is bij de overval en dat hij in het verleden foute dingen heeft gedaan, waarbij hij setjes van bivakmutsen, regenkleding en handschoenen heeft achtergelaten op diverse locaties. Naar aanleiding van vragen van de rechtbank heeft verdachte het verweer tijdens de inhoudelijke behandeling nader toegelicht. Verdachte heeft daarbij niet willen zeggen wanneer en bij wie hij de eerder door hem bij inbraken gebruikte kledingstukken heeft laten liggen. Het alternatieve scenario is in zoverre dan ook onvoldoende concreet en niet verifieerbaar gebleven. Daarbij komt dat het DNA van verdachte niet alleen matcht met het DNA dat is aangetroffen in de bivakmuts, regenbroek en op de handschoen, maar ook op de kabelbinder. De rechtbank vindt onaannemelijk dat het DNA van verdachte op de door hem geschetste manier kan zijn aangetroffen op zoveel verschillende voorwerpen die, door de omstandigheden waaronder zij zijn aangetroffen, rechtsreeks met de overval in verband kunnen worden gebracht. Bij dat oordeel weegt mee dat gebleken is dat het slachtoffer enige tijd is gevolgd door middel van twee GPS-trackers, vermoedelijk om zo haar reisbewegingen in kaart te brengen. Ook blijkt uit de bewijsmiddelen dat de telefoon van verdachte op 17 oktober 2022 dezelfde route heeft afgelegd als één van die GPS-trackers. Uit de berichten van 17 oktober 2022 die in verdachtes telefoon zijn aangetroffen tussen hem en zijn vriendin, [F (voornaam)] , maakt de rechtbank op dat het ook verdachte was die op dat moment zijn telefoon in bezit had en in een auto reed. Hieruit volgt dat verdachte degene is geweest die op 17 oktober 2022 dezelfde route heeft afgelegd als de GPS-tracker en het slachtoffer. Verdachte heeft hiervoor geen aannemelijke verklaring gegeven. De rechtbank concludeert op basis van dit alles dat het DNA van verdachte is aangetroffen in de bivakmuts, regenbroek, op de handschoen en kabelbinder, omdat hij een van de daders is van de overval.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat daders van de overval het slachtoffer bij de polsen en enkels hebben vastgebonden. Gedurende de overval, die ongeveer een half uur heeft geduurd, werd zij zo van haar vrijheid beroofd.
De rechtbank heeft gelet op het voorgaande door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, de overtuiging bekomen dat verdachte één van de personen is geweest die aangeefster op 7 december 2022 in [plaats 1] met geweld heeft bestolen en haar van haar vrijheid heeft beroofd.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1:
op 7 december 2022 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen in een woning, gelegen aan de [straat 1] [nummeraanduiding] ,
- één of meerdere (gouden) ring(en) en
- één of meer (gouden) armband(en) en
- één of meer (gouden) ketting(en) en
- één of meer broche(s) en/
- één of meer horloges en
- een geldbedrag (van in totaal € 10.440,-) en
- een hoeveelheid (sloop)goud en
- een hoeveelheid munten en
- een hoeveelheid buitenlandse valuta en
- een weekendtas (merk: Nike) en
- een GPS-tracker en
- een inentingsboekje,
die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak, welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door tezamen en in vereniging met anderen,
- terwijl verdachte en zijn mededaders bivakmutsen droegen, voornoemde woning binnen te rennen en vervolgens zijn hand op de mond van die [slachtoffer] te drukken en vervolgens die [slachtoffer] om te draaien en vervolgens te zeggen dat die [slachtoffer] rustig moest blijven en dat hij haar niets zou doen als zij niet zou schreeuwen en
- vervolgens de armen van die [slachtoffer] achter haar rug te draaien en een tiewrap rond haar polsen te binden en vervolgens die [slachtoffer] te sommeren dat zij op de grond op haar buik moest gaan liggen en
- te dreigen en een tik te geven met een ruwe grenen plank en
- een opgevouwen doek over het hoofd van die [slachtoffer] te leggen en
- een doek met een sterk geurende vloeistof voor de mond van die [slachtoffer] te houden en
- die [slachtoffer] van de keuken naar de woonkamer te sleuren en
- vervolgens de voeten van die [slachtoffer] door een tiewrap aan elkaar vast te maken en
- tegen het been van die [slachtoffer] te schoppen/trappen en
- steeds bij die [slachtoffer] te blijven,
waarna verdachte en zijn mededaders met voornoemde goederen voornoemde woning hebben verlaten;
feit 2:
op 7 december 2022 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk [slachtoffer] in haar woning, gelegen aan de [straat 1] [nummeraanduiding] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, door
- terwijl verdachte en zijn mededaders bivakmutsen droegen,
voornoemde woning binnen te rennen en vervolgens zijn hand op de mond van die [slachtoffer] te drukken en vervolgens die [slachtoffer] om te draaien en vervolgens te zeggen dat die [slachtoffer] rustig moest blijven en dat hij haar niets zou doen als zij niet zou schreeuwen en
- vervolgens de armen van die [slachtoffer] achter haar rug te draaien en een tiewrap rond haar polsen te binden en vervolgens die [slachtoffer] te sommeren dat zij op de grond op haar buik moest gaan liggen en
- te dreigen en een tik te geven met een ruwe grenen plank en
- een opgevouwen doek over het hoofd van die [slachtoffer] te leggen en
- een doek met een sterk geurende vloeistof voor de mond van die [slachtoffer] te houden en
- die [slachtoffer] van de keuken naar de woonkamer te sleuren en
- vervolgens de voeten van die [slachtoffer] door een tiewrap aan elkaar vast te maken en
- tegen het been van die [slachtoffer] te schoppen/trappen en
- steeds bij die [slachtoffer] te blijven.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
De overval en de vrijheidsbeneming vormen één feitencomplex, waarbij de feiten zodanig met elkaar zijn verweven en zozeer in elkaar opgaan dat moet worden geoordeeld dat daar één wilsbesluit aan ten grondslag ligt. De strekking van de betreffende strafbepalingen loopt ook niet zo ver uiteen dat niet zou kunnen worden geoordeeld dat verdachte één verwijt zou kunnen worden gemaakt. [38] De rechtbank constateert daarom dat ten aanzien van beide incidenten sprake is van eendaadse samenloop.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Eendaadse samenloop van
Feit 1:diefstal, vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd
met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Feit 2:opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zeven jaren, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft algehele vrijspraak bepleit.
Subsidiair heeft de verdediging gewezen op het feit dat de door de officier van justitie genoemde strafverhogende factoren inherent zijn aan het plegen van een overval. De raadsman heeft de rechtbank verzocht om bij de bepaling van de strafmaat rekening te houden met het feit dat er bij de overval geen ernstig geweld is gebruikt, dat verdachte niet eerder veroordeeld is voor het plegen van een overval en dat hij een relatie en werkt heeft.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan een geplande en goed voorbereide woningoverval. De reisbewegingen van aangeefster zijn geruime tijd voor de overval door het plaatsen van bakens onder haar voertuig in kaart gebracht. Van een van de deuren van de woning van het slachtoffer zijn de sloten uit het kozijn gehakt. De daders lijken de overal zo te hebben gepland dat het slachtoffer thuis moest zijn; zij hadden haar nodig in verband met het alarmsysteem en voor de sleutel van de kluis. Op de dag van de overval zijn verdachte en zijn mededaders gemaskerd de woning van aangeefster binnengedrongen en hebben haar op brute wijze in haar eigen woning overvallen. Aangeefster is met een plank bedreigd. Haar handen zijn met een kabelbinder op haar rug gebonden en vervolgens moest zij op de grond gaan liggen. Er werd een doek over haar hoofd gelegd. Ook is zij door een van de overvallers op haar been geschopt. Verdachte en zijn mededaders zijn professioneel te werk gegaan. Terwijl aangeefster vastgebonden op de grond lag en in de gaten werd gehouden, werd de kluis leeggehaald en de woning doorzocht. Dit alles gebeurde gecontroleerd en rustig. Aangeefster kreeg een doek met ammoniak voor haar mond en is vervolgens aan haar armen over de grond naar een andere ruimte in de woning gesleept. Daar zijn haar enkels met kabelbinders aan elkaar vastgebonden. De overval heeft ongeveer een halfuur geduurd, waarna aangeefster in hulpeloze toestand is achtergelaten.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van zeer ernstige feiten. Met het plegen van deze feiten heeft verdachte blijk gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke integriteit van aangeefster, haar veiligheid en eigendom. Een woning behoort een veilige omgeving te zijn. De wijze waarop de overval werd uitgevoerd moet enorm beangstigend zijn geweest voor het slachtoffer. Uit de toelichting op het verzoek tot schadevergoeding blijkt ook hoe ernstig de gevolgen zijn geweest van de grove inbreuk die verdachte en zijn mededaders op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster hebben gemaakt. Zij ervaart tot op heden de gevolgen daarvan. Zulke feiten veroorzaken bovendien ook in de samenleving gevoelens van onveiligheid en onrust. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte zeer aan.
Persoonlijke omstandigheden
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 29 juni 2023, waaruit blijkt dat verdachte meerdere malen voor woninginbraken en diefstal met geweld is veroordeeld. De rechtbank weegt dit in het nadeel van verdachte mee.
In het reclasseringsadvies van [instelling] van 5 september 2023, opgemaakt door [K] , reclasseringswerker, is – kort samengevat – opgenomen dat de reclassering niet in staat is om een inschatting te maken van mogelijke criminogene factoren waarvoor interventies ingezet zouden kunnen worden, omdat verdachte de aan hem ten laste gelegde feiten ontkent. Verdachte heeft een fors justitieel verleden en is meermaals veroordeeld vanwege diefstal met geweld en in vereniging. Het feit dat hij voor het alleen en in vereniging plegen van zowel openlijke als heimelijke delicten is veroordeeld, roept volgens de reclassering vragen op over de gewetensontwikkeling en het probleeminzicht van verdachte.
Bij een bewezenverklaring kan volgens de reclassering worden vastgesteld dat er sprake is van een patroon in het plegen van vermogensdelicten. Het risico op recidive wordt door de reclassering als hoog ingeschat. Risicofactoren doen zich op de leefgebieden 'financiën' 'dagbesteding' en 'sociaal netwerk' voor. Verdachte pleegt delicten vanuit financieel oogmerk, heeft periodes waarin hij geen inkomen heeft en heeft een schuldenlast van ongeveer € 8.000,-. Er is daarnaast sprake van een crimineel sociaal netwerk. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Strafoplegging
Er is sprake van eendaadse samenloop van een woningoverval en een vrijheidsberoving. De rechtbank is van oordeel dat het zwaartepunt in het bepalen van de strafmaat in dit geval ligt bij de woningoverval. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten. Het landelijke oriëntatiepunt voor een woningoverval waarbij licht geweld is gebruikt, is een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren. De rechtbank neemt dit als uitgangspunt. Strafverzwarend is dat de woningoverval in vereniging is gepleegd, in de nachtelijke uren plaatsvond, dat aangeefster met kabelbinders is geboeid en dat er tegen aangeefster geweld is gebruikt. Ook de professionele werkwijze waarop de overval is gepland en uitgevoerd en het gegeven dat aangeefster na de overval vastgebonden en hulpeloos is achtergelaten, weegt voor de rechtbank strafverzwarend. De rechtbank is niet gebleken van enige strafmatigende omstandigheden. De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf verder rekening mee dat verdachte na het plegen van het bewezen verklaarde op 11 januari 2023 is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken. De rechtbank heeft de voorschriften toegepast die gelden voor de situatie waarin verdachte een straf zou zijn opgelegd voor alle feiten tegelijk. Dit leidt gelet op de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten echter niet tot strafvermindering.
Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de rechtbank slechts worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren passend en geboden is. De rechtbank wijkt af van de eis van de officier van justitie. Dit heeft te maken met het verschil tussen richtlijnen voor strafvordering van het Openbaar Ministerie en de oriëntatiepunten die de rechtbanken hanteren en ook de gebruikelijke straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 56.626,90. Dit bedrag bestaat uit € 50.626,90 materiële schade en € 6.000,- immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder feit 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij integraal toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft, gelet op de bepleite vrijspraak, primair verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren. De verdediging heeft subsidiair verzocht de immateriële schade af te wijzen, omdat onvoldoende onderbouwd is dat aangeefster psychische schade heeft geleden. De materiële schade is volgens de raadsman onvoldoende duidelijk en legt een te groot beslag op het rechtsgeding en moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij als gevolg van de bewezenverklaarde feiten rechtstreekse schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat de kosten die betrekking hebben op de reparatiekosten van de deur en het kozijn van in totaal € 1.099,- voldoende zijn onderbouwd en voor vergoeding in aanmerking komen.
Ook de kosten die betrekking hebben op de beschadigde goederen en camera waarvoor een bedrag van in totaal € 4.581,90 is gevorderd, zijn voldoende onderbouwd, met uitzondering van de kosten van de 18e-eeuwse portretring (artikelnummer 1) en een oorbel (artikelnummer 4). Dit maakt dat van het gevorderde gedrag in totaal in totaal € 2.131,90 voor vergoeding in aanmerking komt.
De portretring en oorbel hebben een restwaarde die naar het oordeel van de rechtbank op de opgevoerde kosten in mindering moet worden gebracht. Dit is niet gebeurd. Wegens gebrek aan informatie over deze goederen, bijvoorbeeld het soort materiaal en het gewicht ervan, acht de rechtbank zich onvoldoende voorgelicht waardoor zij ook niet van haar schattingsbevoegdheid gebruik kan maken om de hoogte van de schade zelf vast te stellen. Nadere bewijsvoering op dit punt levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij wordt daarom ten aanzien van die kosten niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. Zij kan dat deel van haar vordering alsnog bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal ook de vordering bestaande uit het verlies van arbeidsvermogen niet-ontvankelijk verklaren. De rechtbank is van oordeel dat zonder nader onderzoek niet is vast te stellen in hoeverre het gestelde verlies aan arbeidsvermogen rechtstreeks veroorzaakt is door het bewezenverklaarde. Het vereiste onderzoek daarnaar levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. Dit deel van de vordering kan daarom slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Immateriële schade
Ten aanzien van de gevorderde vergoeding voor immateriële schade overweegt de rechtbank dat aangeefster door de bewezenverklaarde feiten letsel heeft opgelopen en zij dus op grond van artikel 6:106, aanhef en onder b, Burgerlijk Wetboek recht heeft op vergoeding van nadeel dat niet in vermogensschade bestaat. Aangeefster heeft verklaard dat zij tijdens de overval door een van de overvallers is geschopt en door de politie is kort na de overval waargenomen dat er een flinke verdikking op haar rechterbovenbeen zat.
Dat de benadeelde partij als gevolg van de overval en vrijheidsberoving ook psychisch letsel heeft opgelopen, acht de rechtbank, ook zonder nadere onderbouwing van een deskundige, aannemelijk vanwege de bijzondere ernst van de normschending. De rechtbank stelt de schade, mede gelet op de vergoedingen die in vergelijkbare zaken worden toegekend, naar billijkheid vast op een bedrag van € 5.000,-. De rechtbank zal daarom de vordering tot dat bedrag toewijzen en het meer gevorderde afwijzen.
Conclusie
In totaal wordt de vordering toegewezen tot een bedrag van € 8.230,90 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 7 december 2022 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige deel van de gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk verklaren. Het deel van de vordering dat ziet op het verlies van arbeidsvermogen en de schade aan de portretring en oorbel, kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. De meergevorderde immateriële schade zal worden afgewezen.
Verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Verdachte zal ook hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 8.230,90 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 7 december 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 76 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.BESLAG

10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen goederen worden verbeurd verklaard.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten twee regenjassen, een regenbroek, vijf simkaarten, een fles ammoniak, twee zwarte sportschoenen, zeven sokken en een telefoontoestel, verbeurd verklaren omdat zij bewezen acht dat deze voorwerpen gebruikt zijn bij het plegen van de bewezenverklaarde feiten.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 55, 57, 63, 282 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van zes jaren;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij [slachtoffer]
- wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van in totaal € 8.230,90 (bestaande uit € 5.000,00 aan immateriële schade en € 3.230,90 aan materiële schade);
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2022 tot de dag van volledige betaling, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft de meer gevorderde materiële schade niet-ontvankelijk in de vordering. De vordering kan voor dat deel (het verlies van arbeidsvermogen en schade aan de portretring en oorbel) bij de burgerlijke rechter worden aangebracht;
- wijst de vordering van [slachtoffer] af voor wat betreft de meer gevorderde immateriële schade;
- veroordeelt verdachte ook hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 8.230,90 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 december 2022 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 76 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van de schade is bevrijd als hij en/of (een van zijn) mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [slachtoffer] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • twee regenjassen en één regenbroek (PL0900-2022365454-G3088167);
  • vijf simkaarten (PL0900-2022365454-G3088182);
  • één fles ammoniak (PL0900-2022365454-G3088154);
  • twee zwarte sportschoenen (PL0900-2022365454-G3088132);
  • zeven sokken (PL0900-2022365454-G3088139);
  • één telefoontoestel (PL0900-2022365454-G3123148).
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Hooker, voorzitter, mrs. J.F. Haeck en J. Edgar, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. M.M.E. van Dijk en R.I. van Balkom, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 oktober 2023.
De voorzitter is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 7 december 2022 te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning, gelegen aan de [straat 1] [nummeraanduiding] ,
- één of meerdere (gouden) ring(en) en/of
- één of meer (gouden) armband(en) en/of
- één of meer (gouden) ketting(en) en/of
- één of meer broche(s) en/of
- één of meer horloges en/of
- een geldbedrag (van in totaal €10.440,-) en/of
- een hoeveelheid (sloop)goud en/of
- een hoeveelheid munten en/of
- een hoeveelheid buitenlandse valuta en/of
- een weekendtas (merk: Nike) en/of
- een GPS-tracker en/of
- een inentingsboekje,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen; en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door (tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen)
- terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bivakmutsen, althans gezichtsbedekking droegen,
voornoemde woning binnen te rennen en/of vervolgens zijn hand op de mond van die [slachtoffer]
te drukken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] om te draaien en/of (vervolgens) te zeggen dat die
[slachtoffer] rustig moest blijven en dat hij haar niets zou doen als zij niet zou schreeuwen en/of
- ( vervolgens) de armen van die [slachtoffer] achter haar rug te draaien en/of een tiewrap rond haar polsen te binden en/of vervolgens die [slachtoffer] te sommeren dat zij op de grond op haar buik moest gaan liggen en/of
- te dreigen en/of een tik te geven met een (ruwe grenen) plank en/of
- een opgevouwen doek over het hoofd van die [slachtoffer] te leggen en/of
- een doek met een sterk geurende vloeistof voor de mond van die [slachtoffer] te houden en/of
- die [slachtoffer] van de keuken naar de woonkamer te sleuren en/of
- ( vervolgens) de voeten van die [slachtoffer] door een tiewrap aan elkaar vast te maken en/of
- tegen de be(e)n(en) van die [slachtoffer] te schoppen/trappen en/of
- steeds bij die [slachtoffer] te blijven,
waarna verdachte en/of zijn mededaders met voornoemde goederen voornoemde woning hebben verlaten.
(Artikel art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht)
Feit 2
hij op of omstreeks 7 december 2022 te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] in haar woning, gelegen aan de [straat 1] [nummeraanduiding] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door
- terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) bivakmutsen, althans gezichtsbedekking droegen,
voornoemde woning binnen te rennen en/of vervolgens zijn hand op de mond van die [slachtoffer] te drukken en/of (vervolgens) die [slachtoffer] om te draaien en/of (vervolgens) te zeggen dat die [slachtoffer] rustig moest blijven en dat hij haar niets zou doen als zij niet zou schreeuwen en/of
- ( vervolgens) de armen van die [slachtoffer] achter haar rug te draaien en/of een tiewrap rond haar
polsen te binden en/of vervolgens die [slachtoffer] te sommeren dat zij op de grond op haar buik
moest gaan liggen en/of
- te dreigen en/of een tik te geven met een (ruwe grenen) plank en/of
- een opgevouwen doek over het hoofd van die [slachtoffer] te leggen en/of
- een doek met een sterk geurende vloeistof voor de mond van die [slachtoffer] te houden en/of
- die [slachtoffer] van de keuken naar de woonkamer te sleuren en/of
- ( vervolgens) de voeten van die [slachtoffer] door een tiewrap aan elkaar vast te maken en/of
- tegen de be(e)n(en) van die [slachtoffer] te schoppen/trappen en/of
- steeds bij die [slachtoffer] te blijven;
(Artikel art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit, tenzij anders vermeld, pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 22 februari 2023 en 3 augustus 2023 in het onderzoek 4GZ22Track, onderzoeksnummer MD3R022153/4GZ22Track, opgemaakt door Districtsrecherche Oost-Utrecht, doorgenummerd 1 tot en met 530. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 54.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 55.
4.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , pagina 56.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 59.
6.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 86.
7.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 114.
8.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 70.
9.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 128.
10.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 129.
11.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 156.
12.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 157.
13.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 158.
14.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 160.
15.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 161.
16.Proces-verbaal forensisch onderzoek woning, pagina 166.
17.Proces-verbaal forensisch onderzoek woning, pagina 167.
18.Proces-verbaal forensisch onderzoek woning, pagina 169.
19.Proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig, pagina 205.
20.Proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig, pagina 207.
21.Proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig, pagina 209.
22.Bijlage bij het proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig, pagina 456.
23.Proces-verbaal vooronderzoek lab, pagina 520.
24.Proces-verbaal vooronderzoek lab, pagina 522.
25.NFI-rapport van 13 december 2022, pagina 233.
26.NFI-rapport van 27 maart 2023, pagina 245.
27.NFI-rapport 12 januari 2023, pagina 366.
28.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 280.
29.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 280.
30.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 281.
31.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 282.
32.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 283-284.
33.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 296.
34.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 297.
35.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 304.
36.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 305.
37.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 306.
38.Zie onder meer de uitspraak van de Hoge Raad van 29 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:1028.