ECLI:NL:RBMNE:2023:5068

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
26 september 2023
Zaaknummer
16/187180-19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor vervalsen bankbiljetten, veroordeling voor voorraad valse bankbiljetten en namaakgoederen

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 2000, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 27 september 2023 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het vervalsen en namaken van bankbiljetten in de periode van 30 juli tot en met 2 augustus 2019 in Almere. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de vervalsing van bankbiljetten, waardoor de verdachte voor dit feit werd vrijgesproken. Echter, de rechtbank oordeelde dat de verdachte wel schuldig was aan het in voorraad hebben van valse bankbiljetten en verschillende goederen die bestemd waren voor de vervalsing van bankbiljetten. De rechtbank heeft daarbij de verklaringen van de medeverdachte en de aangetroffen bewijzen in de tassen van de medeverdachte als voldoende bewijs beschouwd. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben van valse bankbiljetten en de spullen die bestemd waren voor het namaken van bankbiljetten. De rechtbank heeft een taakstraf van 240 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 120 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/187180-19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 27 september 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2000] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 september 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.M. Rademaker en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. L.C. Fleskens, advocaat te Diemen (waarnemend voor mr. F.N. Dijkers), naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
feit 1
in de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 in Almere met een of meer anderen opzettelijk bankbiljetten van € 50,-, €20,- en €10,- heeft nagemaakt en/of vervalst;
feit 2
in de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 in Almere met een of meer anderen opzettelijk zelf vervalste en/of nagemaakte bankbiljetten van € 50,-, €20,- en €10,- in voorraad heeft gehad;
feit 3
in de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 in Almere met een of meer anderen opzettelijk bepaalde goederen voorhanden heeft gehad ter namaak of vervalsing van bankbiljetten.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De raadsvrouw heeft betoogd dat behoedzaam dient om te worden gegaan met de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] en dat delen van zijn verklaring uitgesloten dienen te worden van het bewijs, nu deze medeverdachte inconsistent heeft verklaard en er belang bij heeft om een ander te beschuldigen. Het aantreffen van de vingerafdrukken van verdachte op het valse geld is onvoldoende voor een bewezenverklaring van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. Verdachte heeft bovendien verklaard dat anderen toegang hadden tot zijn Snapchataccount en zij vals geld daarop hebben aangeboden. Tot slot is het aantreffen van een beschikking op naam van verdachte in de tas, waarin spullen zaten om geld na te maken of te vervalsen, onvoldoende om ook het voorhanden hebben van de overige spullen uit die tas aan verdachte toe te rekenen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen [1]
4.3.2
Bewijsmiddelen t.a.v. het onder 2 en 3 tenlastegelegde
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 3 augustus 2019 blijkt dat verbalisant [verbalisant 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Op 1 augustus 2019 werden er bij een kamercontrole bij [instelling] aan de [adres]
te [woonplaats] drie tassen aangetroffen met daarin vals geld en benodigdheden om vals geld te maken. De persoon die op deze kamer verbleef is: [medeverdachte] .
De inhoud van de aangetroffen tassen is inbeslaggenomen. De volgende goederen zijn inbeslaggenomen:
- 30 stuks van 50 euro biljetten, die “klaar” waren voor gebruik.
- 222 stuks van 50 euro biljetten, waarvan de valse hologrammen nog niet op de biljetten zaten.
- 8 stuks van 20 euro biljetten, die “klaar” waren voor gebruik.
- 82 vellen van 50 euro biljetten, met voor- en achterkant. Er staan drie biljetten op één vel
afgedrukt, wat een totaal van 249 biljetten maakt.
-15 vellen van 50 euro biljetten, op één zijde. Per vel staan drie biljetten afgedrukt.
- 4 vellen van 50 euro biljetten, zonder witte rand. In totaal 11 biljetten.
- 8 vellen met een hologram voor een 10 euro biljet.
- 20 vellen met een hologram voor een 20 euro biljet.
-10 vellen met een hologram voor een 50 euro biljet.
- 50 vellen met een vierkante hologram voor een 50 euro biljet.
- 20 vellen met een langwerpige hologram voor een 50 euro biljet.
-1 tang, die gebruikt kan worden voor het vastmaken van de hologram op het biljet. [2]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 2 augustus 2019 volgt dat verbalisant [verbalisant 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Op 2 augustus 2019 heb ik onderzoek gedaan naar de rugtassen, welke verdachte [medeverdachte] bij zich had. Ik zag dat in de groene rugtas meerdere gebruikte hologrammen en 2 snijplanken zaten. Eveneens zag ik dat er een papier in zat waarop 3 bankbiljetten van 50 euro waren afgedrukt. [3]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 5 augustus 2019 volgt dat verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, hebben geverbaliseerd:
Ik zag in de groene ‘Eastpak’ rugtas een uitstel van betaling. Ik zag dat deze uitstel van betaling was voorzien van de volgende informatie:
KEOLIS Nederland
Uitstel van betaling [nummer]
Wegens overtreding van Artikel 70 Wet Personenvervoer 2000
Datum: 16-03-2019
Naam: [verdachte]
Voornamen: [voornamen]
Constatering: Geen geldig vervoersbewijs
Plaats: [voornamen]
Totaal: 55,00 euro. [4]
Uit het
proces-verbaal van verhoor verdachtevan 1 augustus 2019 volgt dat medeverdachte [medeverdachte] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
V: Wat hebben we bij je aangetroffen vandaag?A: Tassen met geld. Gesneden geld en wat velletjes die nog gesneden moesten worden.
V: Hoe kom je eraan?A: Ik vroeg aan iemand of hij nep geld voor mij had. Ik kreeg die velletjes. Ik heb ook stickers gekregen. Ik hoef niet te betalen. Als ik mensen heb geholpen dan komt het goed.
V: Sinds wanneer heb je die tassen?
A: Twee dagen. Een vriend van mij heeft het gesneden.
V: Wie is die vriend?
A: [verdachte] . Wij zaten samen op het [school] . Hij is 18-19 jaar oud, heeft een Marokkaans uiterlijk en woont in [wijk] . Op Snapchat is zijn naam [snapchataccount 1] (fon). [5]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 3 augustus 2019 volgt dat verbalisant [verbalisant 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Hierop heeft er onderzoek plaatsgevonden naar de identiteit van [verdachte] . Er komt 1 persoon naar voren welke voldoet aan de gegevens van [verdachte] zoals in het verhoor door verdachte [medeverdachte] beschreven: [verdachte] , [2000] (18 jaar).
Blijkens gegevens in BVIB heeft [verdachte] op het [school] gezeten, een
Marokkaans uiterlijk ( [verdachte] heeft Marokkaanse ouders). [verdachte] woont op de [adres] te [woonplaats] , dit ligt in de wijk [wijk] . [6]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 29 augustus 2019 volgt dat verbalisant [verbalisant 5] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Op 28 augustus 2019 werd door mij een onderzoek gestart naar de namen ‘ [snapchataccount 1] ’ en ‘ [snapchataccount 2] ’ in de inbeslaggenomen telefoon van verdachte [verdachte] .
Op de naam ' [snapchataccount 2] ’ bleken 104 chats, één contact en één user account voor te komen. [7]
Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 3 september 2019 volgt dat verbalisant [verbalisant 5] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Tijdens de insluitingsfouillering werd bij verdachte [verdachte] een mobiele telefoon merk Apple iPhone, kleur zwart, aangetroffen. Er werd door mij gestart met het onderzoeken van de foto’s en de video’s op de iPhone van de verdachte [verdachte] .
Foto’s
In de vele foto’s zag ik meerdere keren selfies van de verdachte.
Foto 3: De tekst op de foto luidt: ‘Wil jij dit ook binnen 48 uur ???’ en tweemaal ‘fastdoekoenlbe’.
Video’s
Onderstaand enkele screenshots van filmpjes waarin bankbiljetten van 20 en 50 euro zijn getoond.
Foto 3: nummer 1504 in de lijst. Bestandsnaam [bestandsnaam] .MP4. Als datum en tijd staat er bij: Created 30-7-2019, 13:30 (UTC+0).
Mogelijk heeft de verdachte [verdachte] met deze foto en de banner daarop potentiële kopers willen bereiken door € 50 biljetten per 10 stuks aan te bieden voor € 40,-. [8]
1) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 29 augustus 2019 [9] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9295NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 19 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld e50,aall7539nl, 1 voorzijde. [10]
2) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 29 augustus 2019 [11] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9302NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 19 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld e50,aall7539nl, 3 achterzijde. [12]
3) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 29 augustus 2019 [13] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9307NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 19 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld e50,aall7539nl, 4 achterzijde. [14]
4) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [15] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9404NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [16]
5) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [17] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9410NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [18]
6) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [19] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9413NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [20]
7) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [21] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9425NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [22]
8) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [23] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9439NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [24]
9) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 28 augustus 2019 [25] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9451NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [26]
10) Uit het
proces-verbaal individualisatie dactyloscopisch spoorvan 5 september 2019 (en op basis van het rapport dactyloscopisch onderzoek van 29 augustus 2019 [27] ) volgt dat verbalisant [verbalisant 6] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft geverbaliseerd:
Uit een door mij ontvangen rapport Dactyloscopisch Onderzoek van de Landelijke
Eenheid Dactyloscopie, blijkt dat een vergelijkend onderzoek met een dactyloscopisch
spoor heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon, geregistreerd
in de landelijke vinger- en handpalmafdrukken verzameling Havank (Het Automatische
Vingerafdrukkensysteem Nederlandse Kollectie), onder de volgende personalia:
Betrokkene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [2000]
Biometrienummer: [nummer]
Delictinformatie forensisch onderzoek
Plaats delict: [adres] , [woonplaats]
SIN: AAND9458NL
Spooromschrijving: vingerafdruk
Datum veiligstellen: 20 augustus 2019
Plaats veiligstellen: vals geld 50 euro biljet. [28]
Bewijsoverwegingen t.a.v. het onder 2 en 3 tenlastegelegde
Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat er bij medeverdachte [medeverdachte] tassen met vals geld zijn aangetroffen, waarop op verschillende plaatsen de vingerafdrukken van verdachte zijn aangetroffen, en spullen die gebruikt kunnen worden voor het namaken van geld. Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat ‘ [verdachte] ’ de tassen bij hem heeft gebracht. Op basis van de verklaringen van [medeverdachte] en het onderzoek op basis daarvan kan geconcludeerd worden dat verdachte deze ‘ [verdachte] ’ is. De rechtbank betracht enige voorzichtigheid ten aanzien van de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] ten opzichte van zijn eigen rol, echter wordt de verklaring van de medeverdachte ten aanzien van de rol van verdachte op essentiële onderdelen voldoende ondersteund door objectieve bewijzen. De rechtbank acht de verklaring van verdachte, dat medeverdachte [medeverdachte] de brief van uitstel van betaling in de desbetreffende tas heeft gestopt, daarom onaannemelijk en gaat ervan uit dat verdachte de tassen met daarin vals geld en de spullen die hiervoor gebruikt kunnen worden, naar medeverdachte [medeverdachte] heeft gebracht. Verdachte heeft in tegenstelling tot zijn verklaring in het dossier bovendien ter terechtzitting bekend dat hij de eigenaar is van het Snapchataccount [snapchataccount 2] . Op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte de enige gebruiker van dit account is geweest en de advertentie heeft verstuurd waarbij € 50,- biljetten per 10 stuks worden aangeboden voor € 40,-. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 2 en 3 tenlastegelegde.
4.4
Vrijspraak t.a.v. het onder 1 tenlastegelegde
Verdachte [medeverdachte] verklaart weliswaar op 2 augustus 2019 dat hij heeft gezien dat verdachte
twee maanden daarvoorgeld aan het snijden en plakken was, maar het dossier bevat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte in de periode van 30 juli tot en met 2 augustus 2019 geld heeft vervalst of nagemaakt. De rechtbank heeft overwogen of onder het begrip ‘omstreeks’ in de tenlastelegging, een periode van twee maanden daarvoor kan worden verstaan, maar oordeelt dat bij die uitleg de grondslag van de tenlastelegging wordt verlaten. Om die reden zal verdachte van feit 1 worden vrijgesproken.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 2
in de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 te Almere tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk meerdere bankbiljetten van vijftig euro en twintig euro en tien euro, waarvan de valsheid verdachte en zijn mededader, toen zij die bankbiljetten ontvingen, bekend was, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad;
feit 3
in de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 te Almere, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk (onder meer) meerdere vellen (speciaal) printpapier en een printer en meerdere snijplanken en een tang en een (grote) hoeveelheid hologrammen en ongesneden biljetten van vijftig en twintig en tien euro, voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat deze bestemd waren tot het namaken van bankbiljetten.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 2
medeplegen van bankbiljetten, waarvan de valsheid hem bekend was toen hij ze ontving, in voorraad hebben met het oogmerk om ze als echt en onvervalst te doen uitgeven;
feit 3
medeplegen van het voorhanden hebben van voorwerpen, wetende dat zij bestemd zijn tot het namaken van bankbiljetten.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een taakstraf van 200 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 100 dagen hechtenis en een gevangenisstraf van 6 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn, artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de leeftijd van verdachte ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Tevens heeft de raadsvrouw verzocht om bij een bewezenverklaring rekening te houden met de straffen die zijn opgelegd in soortgelijke zaken en verdachte te veroordelen tot een taakstraf. [29] Indien de rechtbank daarnaast aanleiding ziet voor het opleggen van een voorwaardelijke straf, heeft de raadsvrouw bepleit om dit tevens in de vorm van een taakstraf te doen. Tenslotte heeft zij verzocht om het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op te heffen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in vereniging in het bezit hebben van een voorraad aan verschillende valse bankbiljetten om deze als echt en onvervalst uit te geven, en aan het voorhanden hebben van verschillende spullen die bestemd waren tot het namaken van bankbiljetten. Met zijn Snapchataccount heeft verdachte het vals geld te koop aangeboden. Verdachte heeft hiermee bijgedragen aan de vervaardiging en omloop van vals geld. Dit vormt een ernstige bedreiging voor de openbare orde, want het beschadigt het cruciale vertrouwen in chartaal geld. Het verstoort bovendien het reguliere economische verkeer in de Europese Unie. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij zich hier niets van aan heeft getrokken en alleen oog heeft gehad voor zijn eigen financiële belang.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel van de justitiële documentatie betreffende verdachte van 11 september 2023. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van een verouderd reclasseringsadvies van 4 november 2020. Hieruit volgde dat niet kan worden uitgesloten dat financiële motieven dan wel het sociale netwerk van verdachte in verband staan met het tenlastegelegde. De reclassering adviseerde om geen bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen.
Ter terechtzitting van 13 september 2023 heeft verdachte over zijn persoonlijke omstandigheden verklaard dat hij momenteel met zijn broer samenwerkt aan een detacheringsbedrijf voor hotels in België en hiervan kan rondkomen. Hij heeft afstand genomen van zijn toenmalige vrienden.
De op te leggen straf
De rechtbank heeft gelet op de ernst van de feiten en de hoeveelheid aangetroffen valse biljetten en vellen van biljetten die nog vervalst zouden worden. Op basis hiervan zou het in de rede liggen om een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf aan verdachte op te leggen van aanzienlijke duur. De rechtbank houdt echter in strafverminderende zin rekening met een forse overschrijding van de redelijke termijn waarin verdachte zou moeten worden berecht. Gelet op het tijdsverloop in deze zaak en het feit dat er inmiddels ook sprake is van een langdurige schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte, ziet de rechtbank geen aanleiding om nu nog een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan wel een voorwaardelijk strafdeel aan verdachte op te leggen. Desondanks is de rechtbank van oordeel dat er gelet op de ernst van de feiten een signaal dient te worden afgegeven richting de verdachte en de samenleving dat dergelijk handelen niet wordt getolereerd. Gelet hierop zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een maximale taakstraf van 240 uur, bij niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis, met aftrek van het voorarrest naar de maatstaf van 2 uren per dag die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c, 22d, 47, 57, 63, 209 en 214 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 2 en 3 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L. Gerrits, voorzitter, mrs. M.C. Danel en G.T. Fahner, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.R.V. Joerawan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 september 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een of meer bankbiljetten van vijftig Euro en/of twintig Euro en/of tien Euro heeft nagemaakt en/of heeft vervalst, (telkens) met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een of meer bankbiljetten van vijftig Euro en/of twintig Euro en/of tien Euro, die verdachte en/of zijn mededaders zelf hebben nagemaakt en/of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en/of zijn mededaders, toen hij/zij die bankbiljetten ontving(en), bekend was, (telkens) met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven, (telkens) zich heeft verschaft en/of in voorraad heeft gehad en/of heeft vervoerd, ingevoerd, doorgevoerd en/of heeft uitgevoerd;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2019 tot en met 2 augustus 2019 te Almere, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (onder meer) één of meer vellen (speciaal) printpapier en/of een printer en/of één of meerdere snijplank(en) en/of een tang en/of een (grote) hoeveelheid hologrammen en/of ongesneden biljetten van vijftig en/of twintig en/of tien Euro, (telkens) heeft vervaardigd, ontvangen en/of zich heeft verschaft en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte (telkens) wist dat deze bestemd was/waren tot het namaken of vervalsen van bankbiljetten.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 5 augustus 2019, genummerd 2019230777, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 407. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 134.
3.Pagina 124.
4.Pagina’s 145 en 148.
5.Pagina’s 84 en 87 tot en met 91.
6.Pagina 132.
7.Pagina’s 176 en 177.
8.Pagina’s 180, 182, 184 en 185.
9.Pagina’s 224 tot en met 227.
10.Pagina 223.
11.Pagina’s 230 tot en met 233.
12.Pagina 229.
13.Pagina’s 236 tot en met 239.
14.Pagina 235.
15.Pagina’s 242 tot en met 245.
16.Pagina 241.
17.Pagina’s 248 tot en met 251.
18.Pagina 247.
19.Pagina’s 254 tot en met 257.
20.Pagina 253.
21.Pagina’s 260 tot en met 263.
22.Pagina 259.
23.Pagina’s 266 tot en met 269.
24.Pagina 265.
25.Pagina’s 272 tot en met 275.
26.Pagina 271.
27.Pagina’s 278 tot en met 281.
28.Pagina 277.
29.Vergelijk ECLI:NL:GHARL:2022:3603 en ECLI:NL:GHARL:2022:3607, uitspraken van 10 mei 2022.