ECLI:NL:GHARL:2022:3607

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
6 mei 2022
Zaaknummer
21-003442-20
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte wegens deelname aan een criminele organisatie voor het vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die was veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met het vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten van € 20,- en € 50,-. De verdachte, geboren op 21 februari 1996, heeft in de periode van 15 mei 2017 tot en met 30 januari 2019 samen met anderen opzettelijk bankbiljetten nagemaakt en vervalst. Het hof heeft vastgesteld dat de organisatie een productielocatie had opgezet waar op grote schaal valse bankbiljetten werden vervaardigd. De verdachte heeft een rol gespeeld in het proces door het aanleveren van grondstoffen en het plakken van hologrammen op de valse biljetten. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn beperkte rol in de organisatie. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op het vertrouwen in de echtheid van bankbiljetten.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003442-20
Uitspraak d.d.: 10 mei 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 16 september 2020 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 16-025401-19 en 16-190392-19, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op 21 februari 1996,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 29 oktober 2021, 9 en 11 maart 2022 en 10 mei 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, primair strekkende tot bewezenverklaring van de feiten 1, 2 , 3 en 4 en oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Ter zitting heeft de advocaat-generaal subsidiair gevorderd om in geval van een bewezenverklaring van een beperktere pleegperiode een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een jaar met een proeftijd van 2 jaren op te leggen, ten aanzien van feit 1 een taakstraf voor de duur van 240 uren en voor feit 4 eveneens een taakstraf voor de duur van 240 uren op te leggen.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. C. Stroobach, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep van verdachte is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het in de zaak met parketnummer 16-190392-19 tenlastegelegde, kan de verdachte daarin niet worden ontvangen.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft de feiten 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaard en heeft een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Het hof kan zich in veel van de overige beslissingen en motiveringen van de rechtbank vinden. Het hof heeft daarom in zijn overwegingen in dit arrest zo veel als mogelijk aansluiting gezocht bij de overwegingen van de rechtbank.
Overwegingen omtrent de geldigheid van de tenlastelegging
Het verweer
Door de raadsvrouw is ter zitting van het hof aangevoerd, dat verdachte in eerste aanleg is gedagvaard voor de feiten 1, 2 en 4 met een tenlastegelegde pleegperiode van 26 februari 2018 tot en met 30 januari 2019. Op de zittingen bij de rechtbank van 17 en 19 september 2019 heeft de officier van justitie gevorderd dat de tenlastelegging zou worden gewijzigd. De wijziging hield in een verruiming van de pleegperiode naar 15 mei 2017 tot en met 30 januari 2019. De rechtbank heeft de beslissing omtrent die vordering aangehouden tot de eerstvolgende zitting. De eerstvolgende zitting vond plaats op 13 december 2019. Uit het proces-verbaal van die zitting volgt niet dat de vordering wijziging tenlastelegging op die zitting is toegestaan en de tenlastelegging aldus is gewijzigd. Daarbij omvat het dossier van de verdediging geen gewaarmerkt afschrift van de griffier, waaruit volgt dat de tenlastelegging is gewijzigd. Deze is ook niet gehecht aan het proces-verbaal van de zitting. De verdediging stelt zich derhalve op het standpunt dat de tenlastelegging kennelijk niet is gewijzigd en dat de rechtbank onterecht verder is gegaan op grond van de ‘nieuwe’ tenlastelegging. In het vonnis is een ruimere periode bewezen verklaard dan aan verdachte was tenlastegelegd. Hiermee is sprake van grondslagverlating. De raadsvrouw stelt zich op het standpunt dat het hof ten aanzien van de feiten 1, 2, en 4 geen ruimere periode bewezen kan verklaren dan de periode die is opgenomen in de originele en enige tenlastelegging die is toegelaten, te weten: 26 februari 2018 tot en met 30 januari 2019.
Standpunt openbaar ministerie
Op de zitting van 13 december 2019 heeft de rechtbank impliciet beslist tot wijziging van de tenlastelegging. Dat dit niet expliciet is gebeurd is niet problematisch nu dit onder de gegeven omstandigheden impliciet is gebeurd. De raadsvrouw was op de hoogte van de wijziging en gaf te kennen geen inhoudelijke opmerkingen te hebben. Er was aldus geen aanleiding om de wijziging verder inhoudelijk te bespreken. Een impliciete wijziging van de tenlastelegging en voortzetting van het onderzoek zijn dan begrijpelijk.
Beoordeling hof
Relevante feiten en omstandigheden
Op de zitting van 17 september 2019, waar verdachte en zijn toenmalige raadsman mr. Dijkers waren verschenen, heeft de officier van justitie blijkens het proces-verbaal van die zitting een vordering wijziging tenlastelegging gedaan zoals hij had aangekondigd en daartoe een exemplaar aan de rechtbank overgelegd. Deze vordering is niet aan het proces-verbaal gehecht, maar in het dossier bevindt zich wel een ondertekende vordering wijziging tenlastelegging ex artikel 313 Wetboek van Strafvordering d.d. 17 september 2019. In deze vordering staan de volgende toevoegingen en wijzigingen:
ten aanzien van de feiten 1, 2 en 4 een verruiming van de pleegperiode door een vervroegde startdatum van die periode (15 mei 2017 in plaats van 26 februari 2018);
ten aanzien van feit 3 het toevoegen/aanvullen van een zinsnede te weten ‘en/of (inkt)cartridges en/of vijf, althans een of meerdere vellen papier met een watermerk sterk gelijkend op een watermerk van een 50 Euro biljet’;
ten aanzien van feit 4 het toevoegen van medeverdachte [medeverdachte 1] aan de opsomming van personen uit het criminele samenwerkingsverband’.
Na het overleggen van de vordering door de officier van justitie deelde de raadsman van verdachte deelde mede dat de verdediging, door het nog niet kunnen bestuderen en bespreken van het financiële dossier met verdachte, zich geen oordeel heeft kunnen vormen over de vordering tot wijziging van de tenlastelegging. De rechtbank heeft daarna op verzoek van de verdediging de beslissing omtrent de vordering tot wijziging van de tenlastelegging aangehouden tot een eerstvolgend zittingsmoment, zodat de verdediging de kans is geboden het financiële dossier (nader) te bestuderen en te bespreken met verdachte.
Op het eerstvolgende zittingsmoment d.d. 13 december 2019 nam mr. Stroobach waar voor haar kantoorgenoot mr. Dijkers. Zij werd blijkens het proces-verbaal van die zitting na aanvang van de zitting door de voorzitter in de gelegenheid gesteld haar standpunt omtrent de vordering tot wijziging van de tenlastelegging kenbaar te maken. De raadsvrouw deelde daarop mede geen inhoudelijke opmerkingen te hebben. Ook deelde zij mede dat het onderzoek ter terechtzitting direct kon worden voortgezet. Het onderzoek ter terechtzitting is daarna voortgezet.
Het hof stelt vast dat in het proces-verbaal van die zitting niet is weergegeven dat de rechtbank een beslissing heeft genomen op de vordering tot wijziging van de tenlastelegging. Ook blijkt niet uit dit proces-verbaal dat door de griffier aan de verdediging een gewaarmerkt afschrift van de gewijzigde tenlastelegging is verstrekt, welk voorschrift is neergelegd in artikel 314 lid 1 Sv.
De zaak is op 10 en 11 maart, 19 mei en 15 juni 2020 inhoudelijk behandeld. Door de opvolgend raadsman mr. Van Schaik is op 15 juni 2020 gepleit overeenkomstig zijn pleitnota. Uit deze pleitnota blijkt dat de raadsman onder meer verweer heeft gevoerd ten aanzien van punten van de tenlastelegging die als wijzigingen in de vordering ex artikel 313 Sv stonden. Hij heeft uitgebreid verweer gevoerd over de (verruimde) pleegperiode vanaf 15 mei 2017 (vanaf p. 2 pleitnota). Zo verzocht hij ten aanzien van feit 1 verdachte partieel vrij te spreken van de tenlastegelegde periode van 15 mei 2017 tot 15 november 2018 vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Ten aanzien van feit 2 verzocht hij verdachte partieel vrij te spreken van de tenlastegelegde periode 15 mei 2017 tot oktober 2018 vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Hij deelt daarbij onder meer mede: “De officier van justitie heeft lopende het onderzoek de startdatum van de periode van de tenlastelegging verruimd van 26 februari 2018 naar 15 mei 2017. De officier van justitie heeft de tenlastelegging gewijzigd wegens een geldtransactie bij Western Union op naam van client naar China op 15 mei 2017.” (p. 3 pleitnota).
Uit het vonnis blijkt dat de rechtbank vonnis heeft gewezen naar aanleiding van de tenlastelegging die inhoudelijk luidt zoals de inhoud van voornoemde vordering tot wijziging tenlastelegging d.d. 17 september 2019. De rechtbank heeft in het vonnis de tenlastegelegde feiten omschreven conform de vordering tot wijziging. De aan het vonnis gehechte tenlastelegging is eveneens conform die vordering. De rechtbank heeft overwegingen gewijd aan de verweren van de raadsman waaronder ook de verweren die zien op de inhoud van wijzigingen zoals gedaan in de vordering 313 Sv: de pleegperiode vanaf 15 mei 2017 ten aanzien van de feiten 1 en 2 (p. 7 vonnis).
Conclusies hof
Het hof komt op grond van de hiervoor vastgestelde relevante feiten en omstandigheden tot de volgende conclusies.
De raadsman van verdachte had op 17 september 2019 kennis van het voornemen van de officier van justitie om ter zitting d.d. 17 september 2019 een vordering ex 313 Sv (hierna ook: vordering) te doen, gelet op de vermelding in het proces-verbaal dat de officier van justitie de vordering had aangekondigd. Het hof leidt daaruit af dat de verdediging op voorhand een afschrift van de vordering verstrekt heeft gekregen. De rechtbank heeft daarna op verzoek van de verdediging de beslissing omtrent de vordering tot wijziging van de tenlastelegging aangehouden tot een eerstvolgend zittingsmoment, zodat de verdediging de kans is geboden het financiële dossier (nader) te bestuderen en te bespreken met verdachte.
Uit de uitlatingen van de (waarnemend) raadsvrouw ter zitting d.d. 13 december 2019 omtrent de vordering – luidende dat zij geen opmerkingen had en dat het onderzoek direct kon worden voortgezet – kan het hof niet anders afleiden dan dat de verdediging geen bezwaar had tegen de vordering.
De rechtbank heeft verzuimd expliciet te beslissen op de vordering ex artikel 313 Sv en heeft vervolgens verzuimd om een gewaarmerkt afschrift van de gewijzigde tenlastelegging aan de verdachte te verstrekken.
Het vonnis van de rechtbank is echter wel gebaseerd op de vordering aanpassing tenlastelegging. Uit het vonnis blijkt dat de rechtbank recht heeft gedaan op basis van de inhoud van de vordering ex art. 313 Sv waaruit het hof afleidt dat deze vordering impliciet is toegelaten.
De verdediging had geen bezwaren tegen deze vordering. Zij was op de hoogte van de impliciet genomen beslissing van de rechtbank tot wijziging van de tenlastelegging. Zij ging immers zelf ook uit van de inhoud van de gewijzigde tenlastelegging, daar het pleidooi was afgestemd op deze gewijzigde tenlastelegging.
Gelet op het voorgaande concludeert het hof dat de verdediging door de verzuimen van de rechtbank om niet expliciet te beslissen op de vordering en geen gewaarmerkt afschrift van de gewijzigde tenlastelegging te verschaffen redelijkerwijs niet geacht kan worden in enig belang te zijn geschaad. Het hof ziet daarom in deze verzuimen geen reden om niet uit te gaan van de tenlastelegging zoals deze is gewijzigd ter zitting van 13 december 2019.
Het verweer wordt verworpen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is voor zover onderworpen aan hoger beroep - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
zaak met parketnummer 16-025401-19:
1.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 15 mei 2017 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer bankbiljetten van 20 Euro en/of 50 Euro heeft nagemaakt en/of heeft vervalst, (telkens) met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven;
2.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 15 mei 2017 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer bankbiljetten van 20 Euro en/of 50 Euro, die verdachte en/of zijn mededaders zelf hebben nagemaakt en/of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing verdachte en/of zijn mededaders, toen hij/zij die bankbiljetten ontvingen(en), bekend was, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven, (telkens) zich heeft verschaft en/of in voorraad heeft gehad en/of heeft vervoerd, ingevoerd, doorgevoerd en/of heeft uitgevoerd;
3.
hij op omstreeks 30 januari 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (onder meer) een (Canon) printer en/of een hoeveelheid (ivoorwit A4) papier en/of een of meer hologrammen en/of (inkt)cartridges en/of vijf, althans een of meerdere vellen papier met een watermerk sterk gelijkend op een watermerk van een 50 Euro biljet, heeft vervaardigd, ontvangen en/of zich heeft verschaft en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat deze bestemd was/waren tot het namaken of vervalsen van bankbiljetten;
4.
hij op een of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 15 mei 2017 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 1] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, bestaande uit het vervaardigen en/of in omloop brengen van valse bankbiljetten.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs van de feiten 1, 2, 3 en 4
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd om de feiten 1, 2, 3 en 4 bewezen te verklaren, met uitzondering van het onder 2 tenlastegelegde ‘doorvoeren’. Van dit onderdeel dient verdachte te worden vrijgesproken, aldus de advocaat-generaal. Voor het overige heeft de advocaat-generaal verwezen naar de bewezenverklaring, de bewijsconstructie en de conclusies van de rechtbank ten aanzien van het bewijs en zich daarbij aangesloten.
Standpunt verdediging
Feit 1
Door de verdediging is ter zitting van het hof ten aanzien van feit 1 betoogd, dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van de periode van 15 mei 2017 tot 15 november 2018. Uit de overboekingen naar China, de postpakketten in het vuilnis en het tapgesprek met [medeverdachte 1] op 13 juli 2018 volgt niet dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het produceren van valse bankbiljetten. De personen naar wie verdachte geld heeft overgemaakt betroffen geen personen die iets te maken hadden met hologramstickers en bovendien wist verdachte niet waarvoor het geld bestemd was. Gelet op de inhoud van het OVC-gesprek van [medeverdachte 7] van 23 november 2018 en het tapgesprek van verdachte met medeverdachte [medeverdachte 2] op 15 november 2018 waarin verdachte [medeverdachte 2] vraagt om lijm, kan pas op zijn vroegst vanaf 15 november 2018 worden bewezen dat verdachte zich schuldig maakte aan het produceren van valse biljetten.
Feit 2
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw ter zitting van het hof betoogd, dat er onvoldoende bewijs is voor een bewezenverklaring van de periode van 15 mei 2017 tot en met 25 februari 2018. De money transfers op 15 mei 2017 en 15 juni 2017 en een tapgesprek met [medeverdachte 8] op 4 november 2017 over het incasseren van 700 euro zijn daarvoor niet voldoende. Het is niet duidelijk waar dit gesprek over ging. Verder heeft de raadsvrouw betoogd, dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de handelingen invoeren, doorvoeren en uitvoeren. Verdachte heeft zich daar niet mee bezig gehouden en had daar ook geen wetenschap van. De eerstvolgende keer dat verdachte in beeld komt is in TCI-informatie van 26 februari 2018, waaruit volgt dat verdachte betrokken zou zijn bij het verkopen van vals geld.
Feit 3
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsvrouw naar voren gebracht dat de hologrammen en watermerkstickers op 30 januari 2019 in verdachtes bezit waren omdat verdachte de bankbiljetten stickerde. Dit is het laatste onderdeel van het productieproces. De printer, het printpapier en de cartridges waren aanwezig, omdat verdachte zelf wilde proberen om valse biljetten te maken. De goederen die onder verdachte zijn aangetroffen zijn nooit in voorraad geweest ten behoeve van de productielocatie aan de [straat 1] . Dit dient te worden meegewogen in de strafmaat, aldus de raadsvrouw.
Feit 4
De raadsvrouw heeft primair betoogd, dat verdachte hiervan integraal moet worden vrijgesproken. Verdachte had geen wetenschap van de organisatie en heeft geen opzet gehad op de deelneming daaraan. Verdachte heeft met name veel contacten gehad met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] . Dit waren contacten omdat zij goed bevriend waren en hieruit moet niet de conclusie worden getrokken dat zij tezamen een samenwerkingsverband hebben gevormd in de zin van artikel 140 Sr. Verdachte had ook geen opzet in voorwaardelijke zin op deelname aan een criminele organisatie. Subsidiair verzoekt de raadsvrouw om verdachte partieel vrij te spreken van de periode van 15 mei 2017 tot en met 25 februari 2018.
Overwegingen hof [1]
De overwegingen van het hof zijn als volgt opgezet:
1. Inleiding
1.1 Start onderzoek
1.2 Indicatief EUA0050 C00111
1.3 Indicatieven EUB0020 J00004b en EUB0050 J00004b
1.4 Onderzoek TULIPA
1.5 Tussenconclusie hof omtrent indicatieven
2. Feitelijke vaststellingen onderzoek in de periode van 15 januari 2016 tot 30 januari 2019
2.1.1 Money Transfers naar China
2.1.2. Afwijzing verzoek horen [naam 1] en [naam 10]
2.1.3. Korte bespreking verzoek horen [naam 8]
2.2 Aankopen Staples/New Office Center en Vulpunt [plaats 1]
2.3 In de buurt van de productielocatie
2.4 Dactyloscopische sporen
2.5 Aanschaf wenskaarten/ansichtkaarten
2.6 Verkoop: o.a. via Darkweb, Telegram: [account 1] en [account 2]
2.7 Pseudokoop op 6 november 2018
2.8 Pseudokoop op 9 november 2018
2.9 Postpakket [plaats 2]
2.10 OVC gesprekken
3. Feitelijke vaststellingen onderzoek vanaf 30 januari 2019
3.1 Doorzoekingen
3.2.1 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 3]
3.2.2 Verklaring [medeverdachte 3]
3.2.3 Bevindingen laptop productielocatie
3.3 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 8]
3.4 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 7]
3.5 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 6]
3.6 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 4]
3.7 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 5]
3.8 Resultaten doorzoeking woning [verdachte]
3.9 Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 2]
3.10 Resultaten doorzoeking woningen [medeverdachte 1]
4. Verklaringen verdachte
5. Beoordeling verklaringen verdachte
6. Redengevende bevindingen hof
7. Overwegingen met betrekking tot de feiten 4, 1, 2 en 3
7.1 feit 4
7.2 feit 1
7.3 feit 2
7.4 feit 3

1.Inleiding

1.1
Start onderzoek
Vanaf medio zomer 2016 is er een toename te zien van valse bankbiljetten van € 50,- die in omloop komen met een bepaalde serienummer-range. Medio december 2017 zijn er meer dan 1000 aangiften (toevoeging hof: in Nederland) te relateren aan deze valse bankbiljetten met een serienummer beginnend met E01181075. [2]
1.2
Indicatief EUA0050 C00111
Door de Nederlandse Bank worden alle in Nederland aangetroffen valse bankbiljetten onderzocht en aansluitend geclassificeerd. Valse bankbiljetten die in het buitenland worden aangetroffen, worden bij de betreffende nationale banken beoordeeld en geclassificeerd. Op basis van onderzoek door de Nederlandse Bank dan wel de Europese Bank wordt na uitvoerig onderzoek een indicatief toegekend aan het valse bankbiljet. Daarbij wordt een aantal unieke kenmerken van de biljetten onderzocht om vast te stellen dat de valse bankbiljetten tot
een zelfde bronte herleiden zijn. Hierbij valt te denken aan
- soort papier
- watermerk
- serienummer
- plaatnummer
- toegepaste druktechniek
- kleurgebruik
- UV- en infraroodreacties
- unieke/overeenkomende afwijkingen in het bankbiljet
- hologram
- afwijkingen ten opzichte van een echt bankbiljet. [3]
Op basis van uitvoerig onderzoek (het hof begrijpt: door de genoemde banken) is vastgesteld dat er bankbiljetten met verschillende serienummers, waaronder ook serienummers beginnend met E01181075, vallen onder één indicatief. Dit indicatief betreft EUA0050 C00111. [4]
Op basis van onderzoek door Europol blijkt dat er vanaf medio zomer 2016 veel enveloppen in het buitenland onderschept worden met daarin valse 50 euro bankbiljetten die behoren tot het indicatief EUA0050 C00111. Deze enveloppen zijn in alle gevallen vanuit Nederland verzonden. [5]
Op de peildatum 6 januari 2022 zijn in totaal 127.944 biljetten van dit indicatief in 35 verschillende Europese landen aangetroffen. [6]
Vanaf november 2018 is een daling zichtbaar van de hoeveelheid aangetroffen falsificaten van dit indicatief. [7]
1.3
Indicatieven EUB0020 J0004b en EUB0050 J00004b
De indicatieven EUB0020 J00004b (‘nieuwe’ 20 euro biljetten) en EUB0050 J00004b (‘nieuwe’ 50 euro biljetten) worden voor het eerst in december 2018 aangetroffen. [8] Deze indicatieven kregen eerst ieder een Nederlands indicatief, respectievelijk NLB0020 K00011 en NLB0050 K00005, maar kregen kort daarop de Europese indicatieven EUB0020 J00004b [9] en EUB0050 J00004b. [10]
Voor de drie genoemde indicatieven is vanaf maart 2019 een forse daling zichtbaar in het aantal aangetroffen valse biljetten. [11]
1.4
Onderzoek TULIPA
De politie heeft naar aanleiding van het voorgaande een onderzoek ingesteld genaamd TULIPA, waarin [verdachte] en de overige onder feit 4 op de tenlastelegging genoemde personen als verdachten zijn aangemerkt.
1.5
Tussenconclusie hof omtrent indicatieven
Aan de toekenning van een indicatief gaat uitvoerig onderzoek vooraf, waarbij een aantal unieke kenmerken worden onderzocht die te maken hebben met gedetailleerde keuzes die worden gemaakt in het productieproces en de resultaten die daaruit voortvloeien. Uit het onderzoek TULIPA is gebleken dat bankbiljetten vallend onder de indicatieven EUA0050 C00111 (‘oude’ 50 euro biljetten), EUB0020 J00004b en EUB0050 J00004b (respectievelijk ‘nieuwe’ 20 en 50 euro biljetten) werden geproduceerd op de productielocatie aan de [adres 1] te [plaats 1] . Op geen enkele manier is aannemelijk gemaakt dan wel anderszins aannemelijk geworden dat er op een andere productielocatie en door andere personen dan de verdachten uit het onderzoek TULIPA vals geld is geproduceerd op een zodanig overeenkomstige wijze dat dit heeft geleid tot biljetten met dezelfde specifieke kenmerken en die (daardoor) ook te scharen zijn onder voornoemde indicatieven. Gelet hierop stelt het hof vast dat de personen die betrokken zijn geweest bij de productie van valse bankbiljetten aan de [adres 1] te [plaats 1] , in beginsel verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de productie van alle valse bankbiljetten, vallend onder deze indicatieven.
2. Feitelijke vaststellingen onderzoek TULIPA in de periode van 15 januari 2016 tot 30 januari 2019
2.1.1.
Money transfers naar China
[medeverdachte 8] doet op 15 januari 2016 een betaling van € 994,14 aan een Chinees persoon genaamd [naam 2] [12] . Het opgegeven telefoonnummer van deze persoon is gekoppeld aan twee Chinese bedrijven die papier verkopen. [13] Op 8 juli 2016 maakt [medeverdachte 8] geld over aan [naam 3] . [14] Het opgegeven telefoonnummer van deze Chinese persoon is gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt. [15] Op 1 november 2016 en op 23 februari 2017 maakt [medeverdachte 8] geld over aan [naam 4] . [16] Het adres van deze persoon is hetzelfde adres als van voornoemde [naam 3] , die weer kon worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt. [17]
Naast [medeverdachte 8] maken ook [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en [verdachte] geld over naar Chinese personen.
Dit betreft de volgende transacties:
[medeverdachte 7] zeven keren: op 17 februari 2016, 12 mei 2016 en 19 september 2016 naar voornoemde [naam 3] [18] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt), op 1 november 2016 en 24 februari 2017 naar voornoemde [naam 4] [19] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt), op 10 september 2018 naar [naam 5] [20] en op 9 november 2018 naar [naam 6] . [21]
[medeverdachte 6] één keer: op 10 september 2018 naar [naam 7] . [22]
[medeverdachte 5] vier keren: op 12 maart 2018 en 15 maart 2018 naar voornoemde [naam 4] [23] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt) en op 2 september 2018 naar voornoemde [naam 3] (twee maal) [24] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt).
[medeverdachte 1] vijf keren: 16 mei 2017 naar [naam 1] [25] , op 22 mei 2017 [26] , 15 juni 2017 [27] en 16 juni 2017 [28] naar [naam 3] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt), ten aanzien van de overboeking op 22 mei 2017 ook geschreven als [naam 10] [29] , en op 17 november 2017 naar [naam 4] [30] (welke persoon kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt).
[verdachte] twee keren: op 15 mei 2017 naar [naam 1] [31] . Van deze persoon is niet vastgesteld dat deze gekoppeld is aan een bedrijf dat hologramstickers en/of papier verkoopt. Het hof overweegt dat [medeverdachte 1] een dag later op 16 mei 2017 een overboeking doet naar dezelfde persoon van nagenoeg hetzelfde bedrag als het bedrag dat [verdachte] naar deze persoon overmaakt (€ 1.166,- [32] versus € 1.202,- [33] ) Op 15 juni 2017 maakt [verdachte] geld over naar [naam 10] [34] . Gelet op de twee manieren van schrijven zoals vastgesteld bij de overboeking door [medeverdachte 1] op 22 mei 2017 naar [naam 3] / [naam 10] stelt het hof vast dat dit gaat om één en dezelfde persoon. [naam 10] kan derhalve worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt.
2.1.2
Afwijzing verzoek horen [naam 1] en [naam 10]
De raadsvrouw heeft ter zitting van het hof verzocht om, in het geval het hof de money transfers meeneemt in het vaststellen van de periode van feit 1, [naam 1] en [naam 10] te doen oproepen als getuigen. Volgens de raadsvrouw kan op basis van het dossier niet tot de conclusie worden gekomen dat de betalingen zijn verricht ten behoeve van papier of hologramstickers. De verdediging wenst deze personen in dat geval te vragen ten behoeve waarvan zij geld hebben ontvangen van verdachte en welke tegenprestatie daar tegenover stond, alsmede in hoeverre verdachte enige wetenschap had van deze tegenprestatie.
Het hof heeft hiervoor vastgesteld dat van één overboeking door verdachte kan worden vastgesteld dat dit een persoon betreft die kan worden gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt. Van de andere overboeking kan dit niet worden vastgesteld. Wel heeft het hof vastgesteld dat verdachte bij deze andere overboeking naar dezelfde persoon heeft overgemaakt als waar zijn medeverdachte [medeverdachte 1] een dag later nagenoeg hetzelfde bedrag naar overmaakt.
Verdachte heeft omtrent de door hem verrichte overboekingen verklaard dat hij dit deed op verzoek van iemand en dat hij niet heeft gevraagd waar dit voor was. De naam van deze persoon wil hij niet noemen. Zijn verklaringen zijn op dit punt derhalve niet controleerbaar of verifieerbaar.
Het hof is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, kan worden vastgesteld dat verdachte en medeverdachten allen betalingen hebben verricht aan personen/bedrijven in China die grondstoffen leveren (papier en/of hologrammen) die kunnen worden gebruikt bij de productie van de valse bankbiljetten. Gelet op het voorgaande acht het hof het niet noodzakelijk om de personen [naam 1] en [naam 10] als getuigen te doen horen over de door de raadsvrouw opgeworpen vraagpunten. De verzoeken worden afgewezen.
2.1.3.
Verzoek horen [naam 8]
De raadsvrouw heeft ter zitting van het hof verzocht om de postpakketten, aangetroffen in de vuilcontainers, niet mee te nemen voor het bewijs dat verdachte eerder dan 15 november 2018 betrokken was bij de productie van valse bankbiljetten. In het geval het hof daarin niet zal meegaan, verzoekt de raadsvrouw om het horen van de tante van verdachte, [naam 8] .
Het hof acht op grond van het nader onderzoek dat ten tijde van het hoger beroep op verzoek van de verdediging naar de postpakketten is gedaan aannemelijk dat de postpakketten toebehoorden aan de tante van verdachte. Het hof zal de postpakketten daarom niet meenemen in het bewijs voor enig tenlastegelegd feit. Gelet hierop behoeft het verzoek van de raadsvrouw tot het horen van [naam 8] geen nadere bespreking.
2.2
Aankopen Staples/New Office Centre en Vulpunt [plaats 1]
Op 5 april 2016 wordt een klantenpas van Staples/New Office Centre (hierna ook: Staples) aangevraagd op naam van [medeverdachte 8] . Met die klantenpas is tot 11 februari 2017 voor € 4.053,64 aan goederen aangeschaft. Daarna wordt de pas niet meer gebruikt.
Op naam van [medeverdachte 7] wordt op 27 juli 2016 een pas aangevraagd. Deze pas wordt gebruikt tot 30 december 2016. In totaal wordt met deze pas voor € 2.186,03 aan goederen gekocht.
Op 16 november 2016 wordt een pas aangevraagd op naam van [bedrijf 1] . [35] Dit is het bedrijf van medeverdachte [medeverdachte 1] . [36] In totaal zijn er vijf klantenpassen op naam van [bedrijf 1] uitgegeven. [37] Op 7 januari 2019 wordt voor het laatst een aankoop gedaan met één van deze vijf passen. Er wordt op naam van [bedrijf 1] voor in totaal € 32.859,90 aan spullen gekocht.
Op de passen van de drie genoemde namen wordt in totaal voor € 39.099,57 aan spullen gekocht zoals papier, cartridges, postzegels en adreslabels bij de genoemde firma. [38]
Uit een observatie door de politie komt naar voren dat [medeverdachte 8] op 17 november 2017 aankopen doet bij de firma Staples samen met [medeverdachte 7] . Zij kopen 20-25 cartridges [39] en meerdere pakken A4-papier [40] en gebruiken daarbij de klantenpas van [bedrijf 1] . Uit camerabeelden blijkt dat [medeverdachte 8] op 31 oktober 2018 [41] met gebruikmaking van de klantenpas van [bedrijf 1] papier koopt bij New Office Centre [42] . Op 18 december 2018 koopt [medeverdachte 8] [43] wederom papier bij New Office Centre, weer met gebruikmaking van de pas van [bedrijf 1] . [44]
In het onderzoek kon worden vastgesteld dat [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] eveneens aankopen doen bij Staples. Deze personen doen hun aankopen allen vanaf in ieder geval 17 november 2017 met gebruikmaking van een klantenpas van [bedrijf 1] .
[medeverdachte 7] doet op 21 juni 2018 inkopen bij Staples. [45]
Op 25 juli 2018 doet [medeverdachte 4] inkopen bij Staples. [46]
Op 27 juli 2018 wordt [medeverdachte 7] tijdens een observatie eerst gezien bij Staples [47] terwijl hij daar inkopen doet. [48] Diezelfde avond wordt [medeverdachte 7] gezien terwijl hij met goederen van Staples de achtertuin van de [adres 1] te [plaats 1] binnengaat. [49]
Op 30 augustus 2018 doet [medeverdachte 7] inkopen bij Staples. [50] Diezelfde avond staat de auto van [medeverdachte 7] enige minuten geparkeerd in de directe omgeving van de productielocatie (het hof begrijpt: [adres 1] te [plaats 1] ). [51]
Op 20 september 2018 doen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] samen inkopen bij Staples. [52]
Op 1 oktober 2018 worden met de klantenpas van [bedrijf 1] inkopen gedaan bij Staples. [53] De auto van [medeverdachte 7] staat op dat moment op de parkeerplaats bij Staples terwijl de telefoon van [medeverdachte 3] een zendmast in de directe nabijheid aanstraalt. [54] Even later staat de auto van [medeverdachte 7] in de directe omgeving van de [adres 1] te [plaats 1] . [55]
Op 3 oktober 2018 doet [medeverdachte 6] inkopen bij Staples [56] , evenals op 17 oktober 2018. [57]
Op 27 oktober 2018 doet [medeverdachte 3] inkopen bij Staples. [58]
Op 7 november 2018 worden inkopen gedaan met de klantenpas van [bedrijf 1] . [59] Op datzelfde moment staat de auto van [medeverdachte 7] op de parkeerplaats en straalt zijn telefoon een zendmast aan in de directe omgeving. [60] Diezelfde dag wordt bij een ander filiaal van Staples nog een aankoop gedaan op naam van [bedrijf 1] . [61] De telefoon van [medeverdachte 8] straalt dan een zendmast aan in de directe omgeving. [62] Die avond staat de auto van [medeverdachte 7] in de directe omgeving van de [adres 1] te [plaats 1] [63] en stralen de telefoons van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] zendmasten aan in de directe omgeving. [64]
Op 27 december 2018 doet [medeverdachte 7] inkopen bij Staples. [65] Diezelfde avond staat zijn auto enkele minuten geparkeerd in de directe omgeving van de [adres 1] te [plaats 1] . [66]
Op 4 januari 2019 doet [medeverdachte 3] inkopen bij Staples. [67]
Op 7 januari 2019 doet [medeverdachte 6] inkopen bij Staples. [68]
Daarnaast komt naar voren dat zowel [medeverdachte 8] , [medeverdachte 7] als [medeverdachte 3] cartridges kochten dan wel vulden bij Vulpunt [plaats 1] . [69]
2.3
In de buurt van de productielocatie
Vlak na de observatie door de politie op 17 november 2017 (wanneer wordt gezien dat [medeverdachte 8] en [medeverdachte 7] cartridges en A4-papier kopen bij Staples, zie hiervoor), blijkt uit zendmastgegevens dat de telefoons van zowel [medeverdachte 8] als [medeverdachte 7] zich verplaatsen van de [straat 2] te [plaats 1] (waar Staples is gevestigd [70] ) en na 16-17 minuten een zendmast aanstralen die staat aan de [straat 3] te [plaats 1] , in de [wijk] (het hof begrijpt: waar ook de woning van [medeverdachte 3] aan de [straat 1] is gesitueerd en waar later de productielocatie wordt aangetroffen). Met de telefoon van [medeverdachte 7] wordt vervolgens gebeld naar het telefoonnummer van [medeverdachte 3] . [71]
Op 30 november 2017 wordt [medeverdachte 7] tijdens een observatie in de directe nabijheid gezien van de productielocatie met meerdere plastic tassen van de Staples. [72]
In de periode van 27 juli 2018 tot en met 4 februari 2019 heeft een peilbaken bevestigd gezeten onder de auto van [medeverdachte 7] . Opgemerkt moet daarbij worden dat niet gedurende de gehele periode locatiegegevens zijn vastgelegd. Uit de bakengegevens bleek dat het voertuig in de genoemde periode 32 keren in de directe omgeving van de woning van medeverdachte [medeverdachte 3] stond geparkeerd. [73] In het onderzoek zijn de zendmastgegevens van de telefoons van alle verdachten vergeleken met de bakengegevens van de auto van [medeverdachte 7] . Opgemerkt moet daarbij worden dat de zendmastgegevens slechts voorhanden zijn op de momenten dat de telefoons daadwerkelijk worden gebruikt.
Uit deze vergelijking blijkt dat zowel het toestel van [medeverdachte 7] alsook de toestellen van [medeverdachte 8] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] zendmasten aanstraalden in de omgeving van de [straat 1] op momenten dat de auto van [medeverdachte 7] in de directe omgeving geparkeerd stond.
Op 19 september 2018 tussen 16:24 uur en 16:28 uur geldt dit voor [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] . [medeverdachte 7] belt uit naar [medeverdachte 3] , maar er wordt niet opgenomen.
Op 22 september 2018 tussen 19:29 uur en 19:33 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] zendmasten in de buurt aan.
Op 24 september 2018 tussen 21:14 uur en 21:18 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] zendmasten in de buurt van de [straat 1] aan.
Op 6 november 2018 tussen 21:52 uur en 21:54 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 7] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 5] masten aan in de omgeving van de [straat 1] .
Op 7 november 2018 tussen 20:17 uur en 20:19 uur stralen de telefoons van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] zendmasten aan in de omgeving van de [straat 1] . [74]
Op 22 november 2018, de dag van de bezorging van een postpakket met 55 kilogram papier uit China, straalt de telefoon van [medeverdachte 7] een zendmast aan op 675 meter afstand van de [adres 1] . [75]
2.4
Dactyloscopische sporen
Op de peildatum 6 januari 2022 zijn in totaal 127.944 biljetten van het indicatief EUA0050 C00111 in 35 verschillende Europese landen aangetroffen. [76] Daarop zijn in het binnen- en buitenland verscheidene keren dactyloscopische sporen (vingerafdrukken) gevonden van verdachten uit het onderzoek TULIPA. Dit betrof onder meer sporen van [medeverdachte 7] , aangetroffen in november 2015 [77] en van [medeverdachte 2] . Van [medeverdachte 2] werden in de periode van 28 november 2016 tot en met 29 januari 2019 meermalen sporen aangetroffen. [78]
2.5
Aanschaf wenskaarten/ansichtkaarten
Uit verschillende onderscheppingen in het buitenland blijkt dat valse bankbiljetten vallend onder het indicatief EUA0050 C00111 onder andere via enveloppen met daarin wenskaarten/ansichtkaarten met daartussen de valse bankbiljetten naar het buitenland werden verzonden. [79] Op 13 september 2018 wordt door [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] een partij wenskaarten van 15.000-18.750 stuks aangekocht. [80]
2.6
Verkoop: o.a. via Darkweb, Telegram: [account 1] en [account 2]
Uit onderzoek van Europol naar in Europa onderschepte zendingen met vals geld, vallend onder het indicatief EUA0050 C00111, bleek dat de kopers dit veelal hadden besteld via het zogenaamde TOR netwerk via het Darkweb. [81]
De (Nederlandse) politie heeft op internet onderzoek gedaan naar aanbieders van vals geld. Op Telegram (een applicatie soortgelijk aan de applicatie WhatsApp) werden twee aanbieders van vals geld gevonden, waarvan kon worden vastgesteld dat de (aangeboden) biljetten het indicatief C111 (het hof begrijpt: EUA0050 C00111) hadden. De aanbieders maakten gebruik van de accounts ‘ [account 1] ’ en ‘ [account 2] .’ Op beide accounts werd een video vertoond waarop biljetten van € 50,- te zien zijn. In een video getoond op [account 1] worden tientallen biljetten van € 50,- getoond. Op een aantal biljetten is een serienummer zichtbaar. Dit betreft telkens het nummer E01181075475. (toevoeging hof: vallend onder het indicatief EUA0050 C00111). [82] In een video getoond op [account 2] wordt een grote hoeveelheid biljetten van € 50,- getoond. Op een paar biljetten is het serienummer te zien. Dit betreft telkens E01181075475 en E01881075322. [83]
2.7
Pseudokoop op 6 november 2018
Naar aanleiding van de bij de politie beschikbare informatie omtrent de aanbieder [account 1] heeft een pseudokoop plaatsgevonden. [84] De pseudokoop kwam tot stand via deze aanbieder. [85] De pseudokoop vond plaats nabij de kapsalon [bedrijf 2] te [plaats 1] . Hier werd het pseudokoopteam benaderd door een persoon die werd herkend als verdachte [verdachte] . Door [verdachte] werden 20 valse biljetten van € 50,- voor € 160,- verkocht aan het pseudokoopteam. [86]
2.8
Pseudokoop op 9 november 2018
Op 9 november 2018 kwam via de aanbieder [account 2] een pseudokoop tot stand. Er werd een afspraak gemaakt voor de aankoop van valse bankbiljetten van € 50,-. De aankoop vond plaats in Amsterdam. De verkoper werd herkend als [persoon 1] . Er werden door het pseudokoopteam 20 biljetten aangekocht van € 50,- voor een prijs van
€ 300,-. De serienummers bleken allemaal overeen te komen met het bekende serienummer eindigend op 484. Na onderzoek door DNB bleek dat deze aangekochte biljetten overeenkwamen met het Europese indicatief EUA0050 C00111. [87]
2.9
Postpakket [plaats 2]
Bij een Chinese verkoper wordt een pakket van 55 kilogram papier (zonder coating met meer dan 10 % vezel) besteld [88] . [medeverdachte 8] heeft op 21 november 2018 naar TNT gebeld om te vragen waar het pakket was gebleven. [89] Op 22 november 2018 wordt het pakket bezorgd op het adres [adres 2] . [90] Dit betreft het woonadres van de zus van medeverdachte [medeverdachte 5] , op welk adres meerdere van de verdachten uit het onderzoek TULIPA regelmatig verbleven. [91] Op het pakket staat als geadresseerde: Leon [medeverdachte 1] met als telefoonnummer [nummer] . Bij dit telefoonnummer ontbreekt een cijfer. Uit onderzoek blijkt dat het telefoonnummer [nummer] op naam staat van medeverdachte [medeverdachte 1] . [92] Het pakket wordt om 13:43 uur door een persoon in ontvangst genomen die tekent met de naam ‘ [naam 9] ’, lijkend op de voornaam van medeverdachte [medeverdachte 7] . De telefoons van [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] stralen tijdens het moment van de bezorging een zendmast aan op 135 meter van de bezorglocatie. [93] De Volkswagen Polo op naam van [medeverdachte 7] staat die dag van 13:38 uur tot 13:48 uur op 120 meter van de bezorglocatie. [94]
De Volkswagen Polo staat diezelfde avond kort geparkeerd nabij de [adres 1] te [plaats 1] , zijnde het huisadres van medeverdachte [medeverdachte 3] [95] en tevens de locatie waar in januari 2019 de productielocatie van het valse geld wordt aangetroffen. De telefoon van [medeverdachte 7] straalt die avond een mast aan op ongeveer 675 meter van de [adres 1] . [96] In januari 2019 wordt op deze productielocatie (een gedeelte van) dit pakket aangetroffen. [97]
2.1
Tap-, chat- en OVC gesprekken.
De telefoons van de verdachten waaronder ook die van verdachte werden tijdens het onderzoek getapt. Verdachtes telefoons werden getapt in de periode van 14 mei 2018 tot en met 9 februari 2019. [98] Na inbeslagname van de telefoons van meerdere verdachten werden daarop eveneens relevante chats aangetroffen.
Ook heeft de politie heimelijk opnameapparatuur geplaatst in de auto van [medeverdachte 7] . Er hebben opnames van gesprekken plaatsgevonden in de periode van 6 november 2018 tot en met 10 februari 2019, waarbij in de periode tussen 18 december 2018 en 8 januari 2019 een storing optrad waardoor toen geen gesprekken zijn opgenomen. [99]
De chats, getapte en OVC-gesprekken voor zover relevant zijn hieronder in chronologische volgorde opgenomen, waarbij het hof - gelet op hetgeen uit algemene bron (straatwoordenboek.nl) bekend is - bij de termen donnie, bankoe en barkie uitgaat van de betekenis (respectievelijk) €10,-, €50,- en €100,-.
Op 9 oktober 2017 voert [medeverdachte 5] een chatgesprek met [persoon 2] over ‘bankoes’ die [medeverdachte 5] heeft. [persoon 2] vraagt om hem te geven voor ‘3’, maar [medeverdachte 5] zegt dat hij niet meer aan [persoon 2] mag geven, omdat ze vinden dat [persoon 2] te veel praat. Verder geeft hij aan dat het nu voor iedereen ‘5’ is. [100]
Op 15 oktober 2017 voert [medeverdachte 5] een chatgesprek met [persoon 2] over ‘brieven’. [persoon 2] stuurt: “Yo. Kan ik die brieven pakken. Want moet weg nu.” [101]
Op 4 november 2017 voeren [medeverdachte 8] en [verdachte] om 20.40 uur het volgende tapgesprek:
[verdachte] : Waar ben je?
[medeverdachte 8] : 7 Parkie en jij?
[verdachte] : Hey hoeveel moet aman, pasie (fon).
[medeverdachte 8] : 7 barkie..
[verdachte] : Oke is goed.
[medeverdachte 8] : Waar ben je?
[verdachte] : ik sta nu te incasseren.
[medeverdachte 8] : Waarom? Vroeg hij dat aan jou?
[verdachte] : Nee, man ik wil weten. Hij is er met 1 minuut.
[medeverdachte 8] : Oke, is kijk maar misschien geeft hij wel wat meer je weet maar nooit.
[verdachte] : Wat meer is voor mij toch?
[medeverdachte 8] : Affoe Affoe. [102]
Op 9 januari 2018 voert de gebruiker van het Telegram account [account 3] de volgende chat met een NN persoon:
je verkoopt neppe bankoes toch
ja
Hoe duur per € 50
Ligt aan je afname man
(…)
Afname 100 stuks
Nieuwe €50jes
Wat is de prijs daarvan
7 euro per stuk
(…)
Waar op te halen
[plaats 1]
Wat zijn de prijzen voor die oude briefjes.
Op 11 februari 2018 voeren [medeverdachte 4] en een NN persoon de volgende chat:
309 : “Eymane tusse hier”
309 : “Heb je die oude of nieuwe banks?
[medeverdachte 8] : “Beide
309 : “Wat vraag je voor nieuwe (100 stuks)”
[medeverdachte 8] : “Rug man”
[medeverdachte 8] : “Zijn wel beetje duur”
309 : “Pff zooo duur”
[medeverdachte 8] : “Ja man”
309 : “Laat me is eentje zien aub”
309 : “Als je kan”
309 : “??”
309 : Audio bericht: Yo bro luister dan , ik heb wat (niet te verstaan, klinkt als kleding) voor Roffa , je weet toch, hij komt elke week bij mij zijn doezoe stuks halen. Maar hij betaald gewoon die jackpot voor die ding. Wat wil ik nu, ik wil nu barkie stuks van je, ik heb nu geen doezoe hier je weet toch. Als je wil ik ga naar Roffa ik ga die ding lossa aan hem want ik loes het voor 15 barkie of zo je weet toch. Dus dan kom is straks, als je het wil gewoon doezoe naar je brengen, als je wilt anders houd het op je weet toch. Is win win voor jou en mij. Dat ik je fles dat zo wie zo niet want je weet zelf ntv maar meld je zo he, heeft wel een beetje haast.
309 : Audio bericht: Want stel je voor ik koop, ik koop ze nu voor jou voor een doezoe je weet toch en ik kan ze wel goed vinden en goed keuren en ik ga naar Roffa en die chappie zegt nee man ik vind ze niets je weet toch. Dan is die doezoe zomaar weg snap je. Dus liever neem ik ze gewoon even bij jou, je weet toch dan zijn ze gewoon bij mij veilig, dan ga ik naar die man toe en dan vraag ik wat vind je er van en zegt hij ja dan koopt hij ze en breng ik jou die doekoe en zegt hij nee dan breng ik die dingen weer terug snap je want anders heb ik alleen maar verlies snap je.
[medeverdachte 8] : “Saff kga kijke of dr is”
[medeverdachte 8] : “ Roffa ”
[…]
[medeverdachte 8] : “Ja kga checke”
[medeverdachte 8] : Bij wie pk je oude” [104]
309 : “K pakte bij jou”
309 : “Soes”
309 : “ Marroe ”
[medeverdachte 8] : “ Abdel soes”
309 : “ [naam 20] ”
[medeverdachte 8] : “Kwacht op reactive”
[medeverdachte 8] : “App kje”
[…]
[medeverdachte 8] : “Nog geen reactive man”
309 : “Je vraagt je niffo toch [medeverdachte 8] ??”
[medeverdachte 8] : “Nee”
309 : “Je bradda?”
[medeverdachte 8] : “Bro we prate niet via pgp he haha:” [105]
Op 19 april 2018 voeren [medeverdachte 4] en een NN persoon de volgende chat:
093 : “Yoo”
[medeverdachte 8] : “Yoo”
093 : “Hoeveel kosten die nieuwe?”
093 : “??”
[medeverdachte 8] : “Hoo”
[medeverdachte 8] : “Wie s dit?”
093 : “Mwenze”
[medeverdachte 8] : “Fawaka”
[medeverdachte 8] : “9 mag je ze b”
093 : “Die nieuwe he?”
[medeverdachte 8] : “Jaa bro”
[…]
093 : “Heb je die nieuwe al of niet”
[medeverdachte 8] : “nog niet vro”
[medeverdachte 8] : “Wel oude”
093 : “Nee man heb ff die nieuwe nodig”
093 : “Wanneer heb je die?” [106]
[medeverdachte 8] : “Ik meld je gelijk”. [107]
Op 23 april 2018 voeren [medeverdachte 4] en een NN persoon de volgende chat:
Pala : “Yow”
[medeverdachte 8] : “Yooo”
Pala : “Hvl soorten bankoes had je bro”
[medeverdachte 8] : Audio opname: Nieuw en oud. [108]
Op 24 juni 2018 voeren [medeverdachte 4] en een NN persoon de volgende chat:
Kevin : “Eyy”
Kevin : “Heb je nog bankoes?”
[medeverdachte 8] : “Seeh”
Kevin : “Aii”
Kevin : “Prijs?”
Kevin : “Hij wilt nu 1”
Kevin : “En als ze goed zijn”
Kevin : “Wilt ie meer op regelmatige basis”
Kevin : “Zegt ie”
[medeverdachte 8] : “Voor jou 7”.
Kevin : “Heb je t vnv al?”
[medeverdachte 8] : Tuurlijk. [109]
Op 23 juli 2018 voert [verdachte] het volgende tapgesprek:
[verdachte] belt uit naar een vrouw genaamd [naam 11] . De vrouw vraagt: Hee maar luister, hoe herken je nepgeld dan? Dit zegt ze twee keer. [verdachte] zegt dan: Telley , wat zeg ik je altijd! Ze zegt dat dit een hele normale vraag is. [verdachte] zegt dan dat hij haar gaat Facetimen. [110]
Op 18 september 2019 om 17:12 uur voeren [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 7] zegt dat hij rond een uur of twee langs wil komen. [medeverdachte 3] vindt het goed. Hij zegt dat ze dan wel even boodschappen kunnen gaan doen. [medeverdachte 7] vindt het helemaal top. [111]
Op 3 oktober 2018 voert [medeverdachte 4] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 4] wordt gebeld door [persoon 2] .
[persoon 2] vraagt ook nog iets. Hij zegt dat [medeverdachte 4] weet waarvoor hij gister kwam. [medeverdachte 4] zegt van wel. [persoon 2] zegt dat het er negen en nog wat waren. Hij vraagt of hij die bankoe nog komt brengen of dat hij het zo laat.
[medeverdachte 4] zegt dat hij ze er bij gaat geven. [112]
Op 10 oktober voert [medeverdachte 8] het volgende tapgesprek:
NNman zegt: Luister dan, ik heb het zo afgesproken met die jongen voor die ene wat ik tegen jou zei, voor die zegel, je hebt ze nodig toch? [medeverdachte 8] zegt: Ja. De man zegt dat hij dan over drie kwartier bij hem is, dan zal hij het hem laten weten. De man zal er dan wat voor hem meenemen. [113]
Op 15 oktober 2018 voert [medeverdachte 4] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 4] wordt gebeld door [persoon 2] .
[medeverdachte 4] : Yo
[persoon 2] : Je weet wat ik je zei 484!
[medeverdachte 4] : He! Jajaja
[persoon 2] : die zijn wel d’r tussen man!
[medeverdachte 4] : Ja!
[persoon 2] : Ja man bijna de helft.
[medeverdachte 4] : Nee joh!
[persoon 2] : Ja man Wholla..
[medeverdachte 4] : Ik heb hem nog gezegd
[persoon 2] : .. eentje is helemaal 484 man!
[medeverdachte 4] : Oke ik ga kijken ik ga hem nu zeggen
[persoon 2] : Oke Bro thanks. [114]
Op 19 oktober 2018 voeren [medeverdachte 5] en [verdachte] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 5] wordt gebeld door [verdachte] .
[medeverdachte 5] vraagt: Ken je me die brieven brengen?
[verdachte] zegt: Kom op man! Wallah, ik moet echt moet spoed weg. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 5] langs het huis van [verdachte] moet gaan. [medeverdachte 5] zegt: Aye rustig. [115]
Op 24 oktober 2018 voert de gebruiker van het Telegram account [account 4] het volgende gesprek:
Jo
Dus via jou is het rechtstreeks
Yo
Ja man
5je per stuk [116]
Goeie prijs bro
(…)
Ik kan niet brengen je moet het komen halen in [plaats 1]
En het volgende gesprek:
“Yo kijk dan je moet die secondelijm moet ergens opzetten klein beetje en dan ga je met die naald heb je er in en dan ga je heen en weer naar boven en beneden met die waar die ribbeltjes hoort zijn. Met die naald. Dan droogt hij op. Klaar. [117]
Op 15 november 2018 een tapgesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 2] wordt gebeld door [verdachte] . [verdachte] vraagt waar hij is. [medeverdachte 2] is thuis. [verdachte] vraagt of hij lijm heeft. [medeverdachte 2] zegt van wel. [118]
Op 18 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende OVC gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Goeie deal?
NN: Ja man. We zijn naar Den Haag geweest. Hij wordt aan mij .. ntv .. voor € 7 euro per stuk, 200 stuks.
Gesprek niet te verstaan
NN: ntv .. Klaar
[medeverdachte 7] : Ja oké, met sticker achter, maar ja, ik kan gewoon gaatje … kan je erdoor heen.
NN: Ja, ik fix wel iemand die handig is. Gewoon perforator.
Gesprek niet te verstaan
NN: Deze wordt zoveel aangeboden op Telegram jongen.
[medeverdachte 7] : Voor zipcode (fon.) zeker of niet.
NN: Ja man. [119]
Op 18-19 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende OVC gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Waarom praat je niet? .. ntv .. zeg gewoon wat je nodig hebt. .. ntv .. kankermoeilijk te regelen. Als je katvanger honderd euro geeft is tie kanker blij. Het is moeilijk om een katvanger te regelen waarbij je niet weet wat je krijgt. Snap je wat ik bedoel? Hij weet precies hoeveel die moet krijgen voor wat je moet krijgen (ntv). [120]
[medeverdachte 7] : Hij moet wel betalen he? Hij heeft nog niet betaald. Gewoon barki’s. Niet eens denk ik. Misschien stuks. Dat kan ik regelen me stuks. .. ntv .. dan betaalt hij mij stuks, dat kan ook. .. ntv .. [121]
Op 19 november 2018 voeren [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] het volgende OVC gesprek:
[medeverdachte 7] : Heb je nog plaatjes van [medeverdachte 4] ? Of Niet?
[medeverdachte 8] : .. ntv ..
[medeverdachte 7] : Van [medeverdachte 4] toch
[medeverdachte 8] : Ja.
[medeverdachte 7] : kan ik die morgen ophalen
[medeverdachte 8] : Ja. [122]
Op 20 november 2018 (een dag vóórdat [medeverdachte 8] naar TNT belt om te informeren over het postpakket met papier uit China) voeren [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] het volgende OVC gesprek:
[medeverdachte 8] : Ik geef hem de adres waar de osso moeten zijn. Hij weet dat (ntv). Ik zeg, ik kan adres regelen? Maar ik moet wel daar zijn. Je weet toch? Dat is logisch. Je moet daar zijn voor die pakket, maar ik denk bij mezelf, he, we zijn als best een tijdje ver weg, ik ga nu even vragen, he die Parcel met die track en trace. Heb je hem al gekregen?
[medeverdachte 7] : (ntv) die is er al .. ntv .. die van [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 8] : Maar daarom tekst [medeverdachte 1] mij vandaag van he, wanneer komt die, wanneer komen die stickers?
[medeverdachte 7] : Ja, die van ons had er al moeten zijn eigenlijk. Welke?
[medeverdachte 8] : We hebben eerder stickers besteld dan die (ntv).
[medeverdachte 7] : (ntv) stickers zijn niet besteld (ntv).
[medeverdachte 8] : Nu nog een probleem. Die achterkant komt niet over.
[medeverdachte 7] : .. ntv .. klopt niet.
[medeverdachte 8] : Alles wat ik wil. Alles wat wij zeggen doet ie bewust andersom zeggen. Ook al zou die ’t zeggen.
[medeverdachte 7] : (ntv).
[medeverdachte 8] : Hij zegt nu, ik zeg ik kom eraan. Zo, zegt ie, .. ntv .. € 50,-.
[medeverdachte 7] : .. ntv ..
[medeverdachte 8] : Ja, want toen ik daar was 39 barkies, door mijn toedoen. [123]
[…]
[medeverdachte 8] : Hij zegt tegen mij. Je mag niets zeggen tegen [medeverdachte 1] . Ze mogen niks weten. Dit dat, blablabla. Zus en zo. (ntv) achter komen dit dat
[medeverdachte 7] : Waar achter moet komen?
[medeverdachte 8] : Gewoon waar we mee bezig zijn (ntv). Zegt [medeverdachte 1] , bel je zo terug, wacht effe. Bel ik hem, zegt ie, o ja man, dat is al geregeld. Want als [medeverdachte 1] mij belt, is al twee keer gebeurd, of drie keer.
[medeverdachte 7] : .. ntv ..
[medeverdachte 8] : Dan komt het voor, dat voor dat je dus belt, dat [medeverdachte 1] al op de hoogte is van dat er iets gaat komen. [124]
Op 22 november 2018 voert de gebruiker van het Telegram account [account 4] het volgende gesprek:
Maar bro die oude bankoes ken ik ook nog altijd bij je
Tuurlijk bro
Heb je nodig? Ik krijg ze vanavond binnen man.
Oké, oke, ik kom morgenavond langs ok?
Hoeveel p/s bro?
6 euro per stuk
Zijn het die nieuwe of oude als het die nieuwe zijn
Ja nieuwe bro
Oké ik ben er rond 8 uur ok. [125]
Op 23 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende OVC gesprek met een onbekend gebleven persoon:
Sessie 224013:
[medeverdachte 7] : Laat ie de kanker krijgen. [medeverdachte 4] ook en iedereen. Fucking allemaal. [126]
NN1: Mijn matties zijn mijn matties. Geen een gaat mij naaien.
Gedeelte niet te verstaan.
NN1: Voor mij, kijk er zit niet veel in…anderhalf. Jij doet voor twee en half. Ik betaal drie keer vijftig cent. Ik hou een eurootje over.
Gedeelte niet te verstaan.
[medeverdachte 7] : (ntv) [medeverdachte 8] (ntv)
NN1: Daarom zeg ik ook, ik geef de spullen aan [medeverdachte 8] . Als ik 1000 stuks nodig heb en jij hebt 100 stuks dan (ntv) en als 2000 hebben, geef ik jou die 1000.
Gedeelte niet te verstaan.
NN1: Al die klanten die je afpakt van die anderen, geef mij drie daarvoor, dan (ntv) [naam 12] , ga naar [naam 12] .
[medeverdachte 7] : Ik probeer (ntv) rustig te houden (ntv). Want met deze ruzie gaat die dingen klappen.
Sessie 224613:
[medeverdachte 7] : Bij hem vindt hij het echt erg. Weet je waarom. Kijk, ik ga het wel uitleggen. Bij [medeverdachte 4] en zo stickerde ik eerst en (ntv). Nu sticker ik niet meer voor, hier betaal ik niet meer voor. Hier sticker ik niet meer voor. Maar .. ntv .. boeit mij niet. Voor mij, Nassar, broertje, ik geef ze stickers en .. ntv .. voor ze af. Ze stickeren zelf. Maar [persoon 2] bijvoorbeeld, die koopt nu bij mij, bij [medeverdachte 4] , bij mij, bij [medeverdachte 4] . Maar [medeverdachte 4] stickert voor hem, begrijp je wat ik bedoel. Hij pakt dan waarschijnlijk een eurootje, ik weet niet. Maar ja, je hebt mij er wel mee. Omdat hij ‘m gestickerd geeft, doet [persoon 2] niet bij mij pakken. Dus nu, daarom zeg ik tegen jou, pak maar lekker al [persoon 2] ’s klanten af, dan pak je ze, pak jij doekoe en je pakt [medeverdachte 4] klanten ook. Kijk maar, boeit mij niet. Ik heb tegen [medeverdachte 4] gezegd, jij mag niet onder de twee affoe en hij zet wel onder de twee af.
NN1: Onder twee affoe?
[medeverdachte 7] : Nee onder drie euro. En nu doet hij dat wel. Snap je wat ik bedoel? [127]
Op 24 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende OVC gesprek met [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 3] : Ja straks wel ik wou je vanmiddag al bellen, ik zit nu bij mijn broertje, maarre het is niet mooi wat je.
[medeverdachte 7] : Serieus?
[medeverdachte 3] : Ja man.
[medeverdachte 3] : Ik ben bij die gast geweest vanochtend, die (ntv) ik probeer een beetje kleur een beetje te mengen en te doen, om een beetje kwaliteit een beetje te, maarre… maar ik heb ook wat monstertjes (ntv) eerst even kijken. Ik bel je straks als ik naar huis ga.
[medeverdachte 7] : (ntv).
[medeverdachte 3] : is goed jongen! [128]
Op 26 november 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende OVC gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Zullen we opnieuw of oude doen?
NN1: .. ntv ..
[medeverdachte 7] : Wat scheelt, gewoon doen.
NN1: Nee.
[medeverdachte 7] : Pardon?
NN1: Gewoon stickers plakken
[medeverdachte 7] : Ja geef maar.
NN1: Dees?
[medeverdachte 7] : Oké.
NN1: Vijftienhonderd euro.
Geritsel van papier te horen.
[medeverdachte 7] : Plakken we niet meer hoor.
NN1: Ik moet even wat .. ntv ..
[medeverdachte 7] : .. ntv ..
NN1: De stickers, in de zak, dertigduizend stickers
[medeverdachte 7] : .. ntv .. Voor die spullen allemaal? Allemaal geven.
NN1: .. ntv ..
[medeverdachte 7] : Die nieuwe moeten even wachten man. .. ntv ..
NN1: .. ntv .. jonge jongen. [129]
[medeverdachte 7] : Die komt stickeren?
NN1: ja man
[medeverdachte 7] : Hoe laat komt ie dan?
NN1: Volgens mij kwart voor, half negen, negen uur.
Gedeelte niet te verstaan.
[medeverdachte 7] : Ik vind het best weinig.
[medeverdachte 7] : He?
: Ik heb best weinig stickers
NN1: .. ntv .. [130]
Op 27 november 2018 voeren [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] het volgende OVC gesprek:
Sessie 162350:
[medeverdachte 7] : Dit is gewoon de onze. Kijk, vroeger moest ik nadenken, echt wel nadenken, vroeger deed ik op wit papier. Toen was ie gewoon mooi qua papier. Hij was niet echt lelijk ofzo snap je. Toen dacht ik, hé wacht ff dit is geprobeerd om te printen. Printen is alleen maar beter voor ons, snap je.
[medeverdachte 6] : Je kan beter gaan printen.
[medeverdachte 7] : Zo… ik moet echt (ntv) om te kijken wat ze mee kunnen doen.
Gesprek niet te verstaan.
[medeverdachte 7] : Is goed (ntv) van ons qua kleur hier is beter. Dat vinden ze leuk want wij hebben ook nog watermerk, deze zit al watermerk in. Als je de echte watermerk ook moet fiksen, daar word je (ntv). Deze zit al plus plus. Maar deze kleur…
[…]
[medeverdachte 6] : Maar jij hebt alleen (ntv) echt met kleur (ntv).
[medeverdachte 7] : Wat denk jij dan he?
[medeverdachte 6] : (ntv) ik heb alleen maar (ntv).
[medeverdachte 7] : Oke, maar kleuren, ik praat over kleur nu.
[medeverdachte 6] : (ntv).
Sessie 162950:
[medeverdachte 7] : (ntv) eerlijk (ntv) dit vormpje hebben ze wel echt mooi gefikst man.
[medeverdachte 6] : Ja (ntv) kijk als je stickers hebt dat je wel bovenstukje neemt dat je zorgt dat die (ntv).
[medeverdachte 7] : Maar daar heb je wel kans van (ntv) echt lelijk, echt wel eerlijk.
[medeverdachte 6] : Ja (nvt) DNA (nvt)
[medeverdachte 7] : Maar je kan er een klein beetje door heen kijken (lacht).
[medeverdachte 6] : Ja.
[medeverdachte 7] : In ieder geval… is euh dit onze (ntv).
[medeverdachte 7] : Ik kan echt nog (ntv) man.
[medeverdachte 6] : Die kleur van hem is lelijk man. Kijk die kleur, deze kleur (ntv) hij is wit. [131]
[medeverdachte 7] : Dus?
[medeverdachte 6] : De (ntv: achterkant?) van ons is ook mooi, kijk hier.
[medeverdachte 7] : Godver, kankerzooi.
[medeverdachte 6] : En deze kunnen we massa, massa neuken en drie op één pak hé.
[medeverdachte 7] : Scheelt veel qua kosten enzo.
[medeverdachte 6] : (ntv) hoor (ntv) papier.
[…]
[medeverdachte 7] : nee die van ons is beter. Deze papier is dik.
[medeverdachte 6] : Kijk kleuren, interesseert niets, mag je doen wat je wil.
[medeverdachte 7] : Hey bro, ik zit met die kleuren. Ik heb (ntvt) zo erg weer. Gister zeg ik tegen die man alsjeblieft druk, printen, doe printen voor mij. Heeft ie gedaan wollah. Ik ben kanker tevreden.
[medeverdachte 6] : Oke (ntvt) dit is al veel beter natuurlijk, toch?
[medeverdachte 7] : Ja. Dit is beter dan dit.
[medeverdachte 6] : Ja. Maar ik vind faya die voorkant is zo glad man
[medeverdachte 7] : Nee man. Maar weet je waarom? Jij kijkt naar dit resultaat, bro, je moet naar gekreukelde resultaat kijken.
[…]
[medeverdachte 7] : En wij hebben die gevoel achter. Voel die echte achterkant.
[medeverdachte 6] : (ntv)
[medeverdachte 7] : ik zeg eerlijk dan zijn we compleet, dan gaan we deze starten. Dan kan ik eindelijk akkoord geven. Dan kan ik gaan beginnen ermee.
[medeverdachte 6] : En de achterkant dan?
[medeverdachte 7] : Hoeft te blok. Achterkant komt nog. De achterkant (ntv) heb ik al tienduizend platen mee.
[medeverdachte 6] : Oh zo (nvt).
[medeverdachte 7] : Snap je?
[medeverdachte 6] : ja.
[medeverdachte 7] : kunnen we gelijk goed starten. En ik weet nu in ieder geval dat we ieder geval 2-0 voorstaan op hun. Alleen al met deze (ntv) watermerken staan we al 2-0 voor.
Stilte
[medeverdachte 6] : Denk je niet dat we beter [naam 12] , die grove kant aan de voorkant kunnen doen?
[medeverdachte 7] : nee, man echt niet.
[medeverdachte 6] : Waarom niet?
[medeverdachte 7] : (ntv) voel maar aan de achter. Ik pak die echte er bij, dan (ntv).
[medeverdachte 6] : Dat is die echte.
[medeverdachte 7] : Voel deze achterkant.
[medeverdachte 6] : Ja, maar weet je wat het is hé broer, ik bedoel niet van, het is meer dat de mensen een gevoel erbij hebben zonder. Hij weet niets van die .. ntv .. echte .. (ntv).
Sessie 163550:
[medeverdachte 7] : (ntv) een watermerk (ntv) alleen met wat we nu hebben staan we 4-0 voor (ntv) en dat watermerk hebben we waarschijnlijk ook al. Eigenlijk staan we in principe 6-0 voor. Maar nu staan we al 4-0 voor.
[…]
[medeverdachte 6] : Hun mogen niet te veel voorsprong hebben.
[medeverdachte 7] : Ja maar dat hebben ze niet (ntv) dat hebben ze niet. Dus dat is klaar voor gebruik (ntv) stickers (ntv). Hij is gek aan het doen. Hij plakt zo die envelop en dan plak die zo de envelop en die envelop dan plakt die eentje zo.
[…]
[medeverdachte 7] : In ieder geval, ik ben echt zwaar tevreden. Ik heb dit net opgehaald.
[medeverdachte 6] : (ntv) allemaal klaar (ntv). [132]
Sessie 164150:
[medeverdachte 7] : (ntv) kleuren (ntv) volgens jou? Jij bent de kleurspecialist.
[medeverdachte 6] : (ntv) kleur (ntv) is kankerlelijk man.
[…]
[medeverdachte 6] : Ja, nee, die ene die ik op die andere, op die oude inkt (ntv) beter.
[medeverdachte 7] : Weet je wat het is, hij heb nu die nieuwe printers, kan ik gebruiken voor deze en die oude printers gebruikt ie ook, die gaan om en om (ntv) kan makkelijk (ntv).
Gesprek niet te verstaan
[medeverdachte 7] : Nee natuurlijk niet, kan die oude ook, ook van die oude papier er in gooien. [133]
Op 27 november 2018 voeren [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] het volgende OVC gesprek:
[medeverdachte 7] : Jullie hebben allemaal 1/3 in handen, de hele markt (ntv) oh dus jij, in ieder geval ik en [medeverdachte 8] , jij en jouw broertje… ik en [medeverdachte 8] , jij en jouw broertje en die hollander. Maar weet je wat ze ook gaan doen, ze gaan een vies spelletje, ik weet honderd procent zeker een vies spelletje met jou spelen (ntv) hollander komt erbij (ntvt) betere spullen, betere prijs (ntv) prijs dat jij voor me gaat maken, snap je wat ik bedoel? Bro, ik geloof echt niet dat Emmot (fon) jou gunt.
[medeverdachte 6] : Nee. [134]
[…]
[medeverdachte 7] : Jouw broertje, als jij het niet doet, je broertje werkt (ntv) liever je broertje dan hem, wollah (ntv) ik wil je broertje er niet te diep in gooien maar ehh ik denk dat jouw broertje (ntv) gewoon echt goed doet. [135]
Op 29 november 2018 voeren [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] het volgende OVC gesprek:
[medeverdachte 7] : He Hoes. Ze zijn zeer tevreden man.
[medeverdachte 3] : ja?
[medeverdachte 7] : Ja man
[medeverdachte 3] : .. ntv .. Mooi shit eh
[medeverdachte 7] : Makkelijk voor jou ook toch?
[medeverdachte 3] : Ik heb makkelijker verdiend maar ntv
[medeverdachte 7] : Deze ook zeker hé. Dat is makkelijker toch met die oudjes of niet. Je bent gewend aan die oudjes denk ik, daarom. Je weet die hele systeem van die oudjes.
[medeverdachte 3] : Ja. Nee, maar dat maakt niet uit maar waar eh, ik moet geel. Geel is helemaal op. Waar halen jullie die eh
[medeverdachte 7] : We haalden ‘m in Rotterdam man. Bij één of andere Hollander, hij bestelde ze gewoon. En hij kreeg eh, ik weet niet.
[medeverdachte 3] : Ik moet gele hebben.
[…]
[medeverdachte 7] : Vond jij ze niet mooi? Ik vond ze mooier als die van oudjes, die papier van oudjes
[medeverdachte 3] : Ja, ja ntv, het interesseert mij geen reet
[medeverdachte 7] : Als het maar verkoopt toch?
[medeverdachte 7] : Ik wil ze zo. Doe ze zo.
[medeverdachte 3] : Is goed? Is goed.
[medeverdachte 7] : Deze is honderdduizend procent akkoord. Weet je wat het is? Ik heb ook die spullen van die andere gezien,
[medeverdachte 3] : Maar wat is.
[medeverdachte 7] : Van die Den Haag ntv die van ons zijn mooier man.
[medeverdachte 3] : Maar hoe gaan we verder nu. Ik bedoel .. ntv .. klaar .. ntv ..
[medeverdachte 7] : Ik stress hem nog één dingetje. Er moeten nog stickers voor de achterkant binnenkomen, maar als jij ze al hebt en je hebt ze al gesneden, dan plak ik een sticker op voor.
[medeverdachte 3] : Ja, maar moet er geen eh water of zo?
[medeverdachte 7] : Water is al geweest
[medeverdachte 3] : Ja dat zie je ook.
[medeverdachte 7] : Ja dat bedoel ik. Alles is er al op. Ik heb één ding precies wat jij doet alleen snijden, kan ik ze alvast krijgen, stickertje erop voor, wachten tot die achterkant, binnen, achterkant erop. Doek Doek Doek Doek. [136]
Op 3 december 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende OVC gesprek met een onbekend gebleven persoon:
NN2: Laat [medeverdachte 8] een paar meenemen dan.
[medeverdachte 7] : Ik maak mooie pakketten (ntv). Ik ga die oude en nieuwe mixen, zeg maar, je weet toch.
Met nieuwe en oude, mix alles door elkaar heen (ntv) je weet toch (ntv).
NN2: Anders doe je (ntv). Twaalf van zes euro vijftig.
NN3: Oeh, ben je gek man (ntv) voor die nieuwe
[medeverdachte 7] : Die nieuwe zit erbij, want die oude (ntv).
NN3: Oh voor ouwe (ntv).
Gedeelte van het gesprek niet te verstaan.
NN2: Voor wat was die € 1000,-?
[medeverdachte 7] : Welke € 1000,-?
NN2: Stickers?
[medeverdachte 7] : Oh ja man. Weer voor die oude. [137]
Op 3 december 2018 voert [medeverdachte 5] het volgende tapgesprek met een NN vrouw:
[medeverdachte 5] vraagt waar het geld is aan NNvrouw. NNvrouw zegt dat [medeverdachte 5] zijn kledingkast open moet doen en boven aan de linkerkant ligt. [138]
Op 7 december 2018 voert [verdachte] het volgende tapgesprek:
[verdachte] belt uit naar NN-man.
[verdachte] : Jo.
NN-man: Jo ik sta er.
[verdachte] : Ik ben weer op dezelfde plek, kom bij die kapsalon gewoon.
NN-man: Ai. [139]
Op 7 december 2018 krijgt [medeverdachte 5] het volgende sms-bericht van [naam 13] :
Luister vriend, je neukt die hele markt. Heb veel spullen nodig. Ik hoef dat geld niet. Je bent geen man. [140]
Op 10 december 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende OVC gesprek met een onbekend gebleven persoon:
Sessie 002327:
[medeverdachte 7] : Kijk wat wou ik doen, maar daar zit veel werk ik voor jou. Ik wou jou eigenlijk als eerst spullen geven om alles te stickeren. Maar [naam 14] zit zijn eigen shit te stickeren (ntv) iedereen gaat zijn eigen shit stickeren. Jij gaat eigenlijk alleen stickeren wat jij (ntv) maar daar zit een voordeel aan. Als jij de eerste keer alles stickert, jij bent de eerste die (ntv).
Sessie 002927:
[medeverdachte 7] : Maar nu oudjes stapels, oudje euh, nieuwe stapels, twee donnie stapels en jij schijft jouw naam, [account 1] (ntv) ieder account is natuurlijk anders (ntv) elk een keertje anders. En dan denken mensen van he, deze man heeft de spullen echt. Hij is geen flabber (fon.). Je weet toch? Alleen maar foto’s ga je kanker .. ntv ..
Gedeelte niet te verstaan.
[medeverdachte 7] : Maar ja, dan moet jij ze wel stickeren. En ik zeg je gewoon heel eerlijk, deze sticker is niet zoals oude bankoe. Wat lastiger. Maar kijk. Ik kan niet tegen jou zeggen, tuurlijk ga jij je draai vinden hierin, maar ik kan niet tegen jou zeggen, dit is de snelste manier om dat te doen, want ik heb maar een paar stickers. (ntv) Ik heb gewoon bij elkaar 30 stuks misschien. Dat is voor jou goed. Daarom ik wil jou spullen geven (ntv). [141]
Op 11 december 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende OVC gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Kijk luister. Je hebt verschillende stickers. Je hebt stickers voor bankoe en je hebt stickers voor twee donnie. Je hebt ook achterkant ook, stickers van bankoe en stickers van twee donnie. Maar, ze zitten op hetzelfde vel. Dus je hebt stickers van twee donnie onder, drie rijen, vier rijen en je hebt boven stickers van bankoe. Dus je moet goed oppassen dat je stickers van twee donnie niet op bankoe doet en andersom. [142]
Op 12 december 2018 voert [medeverdachte 2] de volgende tapgesprekken:
[medeverdachte 2] wordt gebeld door een man. [medeverdachte 2] zegt dat de man met die bril naar hem toe komt, die man van de vorige keer. De man vraagt of hij 500 bij zich heeft. [medeverdachte 2] zegt van wwe. De man vraagt of hij hem dan een bankoe moet geven. [medeverdachte 2] zegt dat hij niet meer moet praten. [143]
[medeverdachte 2] wordt gebeld door NN-man1242.
NNman: Hee neffo, heb je twintigjes liggen, ja toch?
[medeverdachte 2] : Uh, die moet ik bellen man
NNman: Want uh, hoeveel ga je me geven als ik je drie barkies geef?
[medeverdachte 2] : Ik heb je gezegd, je moet berekenen per stuk.
NNman: Jij hebt ze voor 6,50 per stuk toch?
[medeverdachte 2] : Ja dat zijn die anderen, die lelijke. Die heb ik niet meer.
NNman: Hoeveel zijn die goeie?
[medeverdachte 2] : Acht
NNman: Acht?
[medeverdachte 2] : Ja broer, maar dat is andere shit wallah. Die papier en .. ntv
NNman: Laat me uitrekenen. 20 delen door 8 maal 400. Dus als je voor 8 euro per stuk stuurt, ik geef je drie barkie.
[medeverdachte 2] : Is drie barkie gedeeld door acht
[…]
[medeverdachte 2] : Okay, 37, krijg je 38 stuks van me. Snap je wat ik bedoel?
NNman: Dus uh… saffie is goed, ik geef je drie barkie, regel 760.
[medeverdachte 2] : ik ga nu bellen voor je. Ik ga vragen. [144]
[medeverdachte 2] wordt gebeld door NN-man1242.
NNman: Neffo, hoeveel kosten die bankoe, die nieuwe, die stift
[medeverdachte 2] : Donny
NNman: Donny per stuk
[medeverdachte 2] : Ja maar die zijn gewoon echt niet goed man. Ik zeg je eerlijk man
NNman: Maar we gaan door stiffie
[medeverdachte 2] : Ja man
NNman: Zeker heb je die stift daar
[medeverdachte 2] : Nee man dat niet, maar als je kijkt ga je me al geloven man.
[medeverdachte 2] : Er zit zo’n laagje op, ik ga een foto van mijn vinger maken. Ik heb ze allemaal aangeraakt en zi er weer wat op mijn vinger.
NNman: Saffie is goed, ik denk dat die persoon ook langs komt voor die saffie? En je moet me melden over die twintigjes
[medeverdachte 2] : (ntv) gelijk bel ik je op, komt goed. [145]
Op 15 december 2018 voert [medeverdachte 7] het volgende OVC gesprek met een onbekend gebleven persoon:
[medeverdachte 7] : Maar je geeft helemaal geen vellen weg, die [naam 15] (ntv) niemand vraagt je half geld bijvoorbeeld.
[…]
[medeverdachte 7] : Ik moet die man alles, broer, elke handeling die hij doet, moet ik hem uitleggen wat hij precies.. Bro zeg eerlijk, daarom houd ik van [medeverdachte 1] .
NN: (ntv) zeker man zeker.
[medeverdachte 7] : [medeverdachte 1] , als ik zeg bijvoorbeeld ga stickers bestellen in Amsterdam. Bro het lukt bijvoorbeeld niet (ntv) of die jongen is geblokkeerd, [naam 16] zegt gewoon (ntv) komt ie terug (ntv).
NN: Er is een reden voor.
[medeverdachte 7] : [medeverdachte 1] gaat een andere tjappie bellen, die gaat het regelen, snap je. Ik hoef het niet eens te weten. [146]
Op 15 december 2018 voert [medeverdachte 2] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 2] wordt gebeld door NN-man6691. NNman vraagt of [medeverdachte 2] om twaalf uur in de buurt is. NNman zegt dat die Chappie komt en twaalf wil hebben. [147]
Op 16 december 2018 voert [medeverdachte 2] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 2] wordt gebeld door NN-man4682.
[medeverdachte 2] : i ga voor 8 euro pakken als iemand je vraagt ja!
NNman: Wat zeg je!
[medeverdachte 2] : zeg dat ik voor 8 euro heb gepakt als iemand je vraagt
NNman: oke is goed.
NNman: wie als iemand vraagt moet ik gewoon zeggen ik heb voor 8 euro gepakt
[medeverdachte 2] : Kleine is veel meer je weet toch!
NNman: oke is goed
[medeverdachte 2] : Ik geef je gewoon een donnie ofzo, maar .. ntv .. bedoelde 8 .. ntv .. kochten en die tien is gewoon van euh je weet toch van 10, 20, 30 stuks fozo
NNman: oke is goed.
[medeverdachte 2] : ntv .. 10 euro per stuk bro
NNman: echt
[medeverdachte 2] : ja daarom .. ntv .. hoog houden snap je wat ik bedoel
NNman: ja
[…]
[medeverdachte 2] : Ja toch, je moet tegen die chappie zeggen minimale afname is 20 stuks
NNman: ja man. [148]
Op 22 december 2018 voeren [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 5] belt uit naar [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 5] zegt dat ze hem zo die dingen brengen en vraagt of hij die van [medeverdachte 1] voor hem kan pakken.
[medeverdachte 5] vraagt zich af hoe hij dat over kan brengen. [medeverdachte 5] wil nu vijf barkie klemmen en die gasten brengen het zelf.
[medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 5] ze kan klemmen. [medeverdachte 1] moet “ [naam 14] ” nog wat geven en dan kan het van zijn min afgehaald worden.
[…]
[medeverdachte 5] gaat nu eerst die dingen maken en 2 andere. [149]
Op 12 januari 2019 voert [medeverdachte 2] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 2] wordt gebeld door NN-man4869. NNman feliciteert [medeverdachte 2] . NNman vraagt aan [medeverdachte 2] of er nog “oudjes” zijn en misschien “Lelystad” wel weer en vraagt of er “genoeg” zijn. [150]
Op 13 januari 2019 voert [medeverdachte 7] de volgende OVC gesprekken met onbekend gebleven personen:
(om 16:02 uur:)
[medeverdachte 7] : Moet je kijken. Alsjeblieft ik moet, ik ga even snel dingen halen, enveloppen enzo voor die Umsie (fon.).
NN: .. ntv ..
[medeverdachte 7] : .. ntv .. krijgt doekoe. Ik geef hem van die drie gewoon. [151]
(om 16:54 uur:)
NN: Twintig gram dan moet je twee postzegels doen.
[medeverdachte 7] : Ja, dat is geen probleem. Hoeveel (ntv) heb je nodig?
NN: ik heb alleen dit nog.
[medeverdachte 7] : Twee, vier, zes (ntv) achttien, twitig.
NN: gaat nooit lukken.
[medeverdachte 7] : Als ik (ntv) haal lukt wel toch?
NN: Ja, dan wel man. En hey en stuur [medeverdachte 8] naar Rotterdam. Ik heb die gast echt nodig. [152]
Om 19:33 uur:
[medeverdachte 7] : Hé hé, hebben jullie nu niks te doen?
NN: Hé, ik ben aan het stickeren!
[medeverdachte 7] : Jullie zijn gewoon bezig toch?
NN: Ja man
[medeverdachte 7] : Ok, ciao. [153]
Op 14 januari 2019 voert [medeverdachte 4] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 4] wordt gebeld door NN-man6691 en zegt tegen [medeverdachte 4] dat ‘hij’ die oude wilde hebben. [medeverdachte 4] zegt dat NN-man moet appen of moet sms-en naar [medeverdachte 4] . [154]
Sms-berichten van [medeverdachte 4] op 14 januari 2019:
Sms-bericht van NN-man6691 aan [medeverdachte 4] : “Hij wilt alleen die oude” en “Hij wou die nieuwe niet”. [155]
Sms-bericht van [medeverdachte 4] aan NN man:
“Oke” en “zeg m 15 min”. [156]
Op 15 januari 2019 voert de gebruiker van het Telegram account [account 3] de volgende chat met [naam 17] :
Wat zijn de prijzen voor briefjes van 50 en 20? En Waar kan ik ze afhalen?
(…)
Ik wil die nieuwe 50jes en die 20 euro
(…)
Ik doe alleen aan afhalen. Veel oplichters hier. Ik verkoop vanaf 20 stuks man bro.
Oké, dan 15 brieven van 20 en 5 van 50. (…) Kunnen we bij een winkelcentrum, station of tankstation afspreken?
(…)
We spreken bij een kapsalon af 4 min van station. [straat 4] bij [bedrijf 2] (het hof leest verbeterd: [bedrijf 2] ) kapsalon [157] .
Op 17 januari 2019 voeren [verdachte] en [medeverdachte 2] het volgende tapgesprek:
[verdachte] belt naar [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] zegt dat hij nog maar 1% heeft. [medeverdachte 2] zegt: “30 d’r bij nog”. [medeverdachte 2] zegt: “Is niet genoeg, 2 donnies er bij man”. Gerommel en gepraat op de achtergrond. [verdachte] vraagt: “Is het drie donnies?”. [verdachte] vraagt: “Hoeveel van die 2?”. [medeverdachte 2] zegt: “15, hee broer, ik heb 1%”. [verdachte] vraagt: “Nog die nieuwe er bij?”. Dan zegt [verdachte] weer dat het er maar 15 zijn. Dan vraagt iemand is er nog van 5. [verdachte] zegt: “Nog een paar”. NN-man: Neem alle goeie mee. [verdachte] zegt dan: “Ik neem alle goeie mee, van die nieuwe”. [158]
Op 17 januari 2019 voeren [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 5] belt uit naar [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 1] zegt dat hij het niet heeft geregeld. [medeverdachte 5] zegt dat dit niet uit maakt. [medeverdachte 1] zegt dat hij ongeveer 90 heeft. [persoon 2] heeft 47. [medeverdachte 1] zegt dat als hij iets van 15 of 20 stuks pakt, dan ben je save. [medeverdachte 1] zegt dat hij wel tekort komt, hij kan die bestellingen niet doen vanavond. [medeverdachte 1] regelt het morgen wel. [159]
Op 19 januari 2019 de volgende sms-berichten van [medeverdachte 2] :
NNman 6691 naar [medeverdachte 2] : Hoeveel totaal €
[medeverdachte 2] naar NNman 6691: 300 eu
[medeverdachte 2] naar NNman 6691: 50 keer 6
NNman 6691 naar [medeverdachte 2] : Ey
[medeverdachte 2] naar NNman 6691: Yo. [160]
Op 19 januari 2019 voert [medeverdachte 2] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 2] belt naar NN-man4682.
[medeverdachte 2] vraagt: Ja, wat is gaande?!
NNman: Hij heeft uh…, alleen een barkie. Hij zegt uh, die zijn op me aan het wachten. Dan een stuk niet te verstaan.
NNman vraagt wat hij moet doen.
[medeverdachte 2] zegt: Doe barkie gedeeld door 6 op rekenmachine
NNman zegt: wacht wacht. 16
[medeverdachte 2] vraagt: 16?
NNman bevestigt dit.
[medeverdachte 2] zegt dan: Dan geef je hem op 16.
NNman zegt: Okay is goed.
[medeverdachte 2] zegt aan het eind: Meld me hoe het gaat. [161]
Op 20 januari 2019 voert de gebruiker van Telegram account [account 4] de volgende chat:
“Nieuwe 50jes zijn 7.50
Oude 50jes 5.50
Nieuwe 20jes zijn 5.00
Minimaal 20 stuks afnemen
Afhalen in [plaats 1] ” [162]
Op 20 januari 2019 voeren [verdachte] en [medeverdachte 4] het volgende tapgesprek:
[verdachte] belt uit naar [medeverdachte 4] .
[verdachte] : Die oude vijftigjes
[medeverdachte 4] : He
[verdachte] : Die oude heb je!
[medeverdachte 4] : He broer je praat .. ntv .. man, nee man
[verdachte] : oke is goed. [163]
Op 20 januari 2019 voeren [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] het volgende tapgesprek:
[medeverdachte 3] belt uit naar [medeverdachte 7] .
[medeverdachte 3] : Dus als je het niet erg vindt, dan morgen avond, dan kunnen we een zetje doen.
[medeverdachte 7] : … (stilte) … morgen is het maandag, dat is het probleem. Die andere!! Je weet wat hij dan doet snap je?
[medeverdachte 3] : ja, ja.
[medeverdachte 7] : Morgen moet hij, euhh. Doen.. dinges doen, drie stukken? Ja.
[medeverdachte 3] : Ehhh…?? Hoeveel heeft nodig?
[medeverdachte 7] : ja, gewoon wat je kan!! Wat kan!! Geen probleem, geef dat maar, ongeacht hoeveel.
[medeverdachte 7] : Doe maar 200 of euhhh… zo 200 of 400 is genoeg.
[medeverdachte 3] : Nieuwe of??
[medeverdachte 7] : Ja.
[medeverdachte 3] : Ja, is goed. Ik bel je straks, ik ben je vanavond. [164]
Op 29 januari 2019 voert [medeverdachte 2] de volgende tapgesprekken:
[medeverdachte 2] wordt gebeld door NN-man6691.
NNman vraagt of [medeverdachte 2] nog wat heeft liggen. [medeverdachte 2] zegt dat hij “5 stuks nieuwe” heeft. NNman vraagt of [medeverdachte 2] nog “ouwe” heeft liggen. [medeverdachte 2] zegt dat hij die niet heeft en helemaal geen oude meer heeft. [165]
Op 29 januari 2019 voeren [medeverdachte 2] en [verdachte] de volgende tapgesprekken:
[medeverdachte 2] belt naar [verdachte] .
[medeverdachte 2] : Je hebt geen ouden
[verdachte] : Kijk in die bak
[medeverdachte 2] : Ik zie niks
[verdachte] : kijk er goed in, er moet liggen als het goed is
[medeverdachte 2] : Aye is cool
[verdachte] : Meldt me. [166]
[verdachte] belt naar [medeverdachte 2] .
[verdachte] : Heb je gevonden?
[medeverdachte 2] : Ja man, maar niet genoeg.
[verdachte] : Hoeveel dan?
[naam 15] : 15
[verdachte] : Hoeveel had je nodig? 20?
[medeverdachte 2] : Ja, ik ga effe kijken of ik osso kan vinden man.
[verdachte] : Wat ga je doen?
[medeverdachte 2] : Geen stress, ik ga nu even dat regelen, daarna even wachten op die chappie. En dan uh.., weet ik nog niet man.
[verdachte] denkt over anderhalf uur thuis te zien
[medeverdachte 2] : Bel je maar. [167]
Op 30 januari 2019 voert [medeverdachte 1] de volgende tapgesprekken:
[medeverdachte 1] wordt gebeld door [persoon 2] .
[persoon 2] zegt: Bro, [medeverdachte 1] ! Nassim [medeverdachte 8] , ik weet niet zeker of [medeverdachte 8] , [naam 18] , uh, [naam 19] , [medeverdachte 4] , iedereen is geveegd. Even een poosje stil. [medeverdachte 1] zegt dan: Kanker! [persoon 2] zegt dat hij nu ook gaat rennen. Hij zegt nogmaals dat iedereen is geveegd. [medeverdachte 1] zegt dan: Okay, rustig. [168]
[medeverdachte 1] wordt gebeld door [persoon 2] .
[persoon 2] zegt: Bro, kun je ook die spullen bij mij komen halen a.u.b.? Die kartonnen met kaarten.
[persoon 2] zegt: Wallah wat moet ik doen dan?
[medeverdachte 1] zegt dan: Neffo, snapp! Snapp! [169]
[medeverdachte 1] wordt gebeld door [naam 20] . [naam 20] vraagt of hij er al is. [medeverdachte 1] zegt van niet, hij moet eerst even wat wegleggen. [170]
[medeverdachte 1] belt uit naar [persoon 2] . [medeverdachte 1] vraagt of [persoon 2] al vervoer heeft gefikst. [persoon 2] is thuis, hij heeft al aan diverse mensen gevraagd. [persoon 2] zegt dat zijn broer wel zo komt, dan kan hij die kaart pakken. [medeverdachte 1] zegt: Kankerzooi! [171]

3.Feitelijke vaststellingen onderzoek vanaf 30 januari 2019

3.1
Doorzoekingen
Op 30 januari 2019 en 19 februari 2019 worden de woningen van de verdachten, zoals zij naar voren waren gekomen in het onderzoek TULIPA, doorzocht.
3.2.1
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 3]
In de woning van medeverdachte [medeverdachte 3] aan de [adres 1] te [plaats 1] wordt een in werking zijnde productielocatie van vals geld aangetroffen.
Op de printers die op de productielocatie werden aangetroffen en waarmee vals geld werd gedrukt waren acht originele biljetten van € 50,- geplakt. De serienummers van die biljetten vallen onder het indicatief EUA0050 C00111 [172] . Bovendien stonden op een van de laptops (Lenovo) die was aangesloten op de printers waarmee vals geld werd gedrukt [173] bestanden die namen hadden die overeenkomen met de laatste twee cijfers van de serienummers van de biljetten die op de printers waren geplakt. De bestanden bevatten watermerken en veiligheidsdraden van een 50 euro biljet. [174]
Op een andere laptop (HP) die als onderdeel van de printeropstelling op deze productielocatie werd aangetroffen stonden bestanden met verschillende bestandsnamen die overeenkomen met serienummers van bankbiljetten die vallen onder de indicatieven EUB0020 J00004b en EUB0050 J00004b. Deze bestanden bevatten afbeeldingen van 20 en 50 euro biljetten [175] .
Verder worden op de productielocatie bij [medeverdachte 3] aangetroffen: een factuur van Office Centre op naam van [bedrijf 1] (toevoeging hof: betreffende) de heer [medeverdachte 1] voor 21 cartridges, cartridges (waaronder cartridges in een tas van Staples), postzegels (nationaal en internationaal), een telmachine, pakken papier (waaronder van het merk Staples), adresstickers, enveloppen, een papiersnijapparaat, labelwriters en een kartonnen doos met een adreslabel met als geadresseerde Leon [medeverdachte 1] , [adres 2] . [176] Daarnaast worden 3612 valse bankbiljetten gevonden van € 20,- en € 50,-, vallend onder de indicatieven EUA0050 C00111, NLB0050 K00005 en NLB0020 K00011. Deze valse biljetten waren nog niet voorzien van hologrammen. [177] In totaal vertegenwoordigen de 3612 aangetroffen valse biljetten een waarde van € 152.940,-. [178]
3.2.2
Verklaring [medeverdachte 3]
is meermalen gehoord. Hij heeft bij de politie op 30 januari 2019 onder meer verklaard dat hij geen namen wil noemen, maar dat hij voor ‘de jongens’ vals geld drukte. Hij drukte het alleen, maar er is iemand die stickers plakt, ze hebben koeriers, bezorgers. Er moet gesneden worden. Hij maakte oude 50-jes, nieuwe 20-jes en nieuwe 50-jes. Voor de nieuwe 50-jes en 20-jes lieten ze papier en stickers uit China komen. Vóór China haalden ze hun papier onder andere bij de Office Center in [plaats 1] . [medeverdachte 3] heeft hier zelf grondstoffen zoals papier en inkt gehaald, maar ‘de jongens’ halen het daar ook. [medeverdachte 3] heeft daarvoor een pasje van de Office Center van ‘hun’ gekregen. Het pasje was van een vriend van ‘hun’, [medeverdachte 3] denkt dat dat van een koeriersbedrijf was. Voor zover hij weet is de enige productielocatie van deze jongens bij hem thuis. [179]
3.2.3
Bevindingen laptop productielocatie
Op de productielocatie worden twee laptops aangetroffen die waren aangesloten op de printers die werden gebruikt voor het vervaardigen van valse bankbiljetten. Dit betreft een laptop van het merk Lenovo en een laptop van het merk RTL/HP (beslagcode C.04.03.006). [180]
Op de Lenovo laptop stond een grote hoeveelheid bestanden met bestandsnamen bestaand uit cijfers en vervolgens ‘voor(kant)’ of ‘achter(kant)’ met als toevoeging .psd. Alle .psd bestanden hadden dezelfde inhoud, te weten een watermerk en een veiligheidsdraad van een 50 euro biljet. Van de 15 cijfercombinaties uit de namen van voornoemde bestanden op de laptop kwamen 14 overeen met de serienummers van het indicatief EUA0050 C00111. [181] Op de Lenovo laptop werd, in de historie van de gebruikte draadloze netwerken, onder andere aangetroffen een netwerk met de naam ‘ [netwerknaam 2] ’. De laptop bleek voor het eerst op 1 juni 2016 en voor het laatst op 24 januari 2017 gebruik te hebben gemaakt van voornoemd netwerk.
Op de RTL/HP laptop werd in de historie van de gebruikte draadloze netwerken onder andere vermeld een netwerk met de naam ‘ [medeverdachte 8] ’. De laptop bleek voor het eerst op 20 april 2017 en voor het laatst op 2 juli 2017 gebruik te hebben gemaakt van voornoemd netwerk. Op de RTL/HP laptop werd verder nog in de historie van gebruikte netwerken aangetroffen een netwerk met de naam ‘ [netwerknaam 1] ’. Het netwerk ‘ [netwerknaam 2] ’ bleek te herleiden tot de [adres 3] , in de buurt van het woonadres van verdachte [medeverdachte 8] . [182] In de telefoon die onder [medeverdachte 8] in beslag werd genomen werd dezelfde netwerknaam aangetroffen. [183]
3.3.
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 8]
In de woning waar [medeverdachte 8] verblijft worden in de slaapkamer van [naam broer] , een broer van verdachte, in een jas drie nota’s van Staples aangetroffen van aankopen van onder andere cartridges en papier. De nota’s van Staples staan op naam van [medeverdachte 8] . [184]
Chinese nummers
Onder [medeverdachte 8] wordt op 30 januari 2019 een Iphone (goednummer B.05.01.001) in beslag genomen met een MAC-adres genaamd “ [netwerknaam 2] ”. [185] Hierop worden negen opgeslagen Chinese telefoonnummers aangetroffen. Na onderzoek kon worden vastgesteld dat vier van die telefoonnummers afgegeven zijn aan Chinese bedrijven die onder andere hologrammen, papier en inkt produceren. Met al deze nummers was op verschillende momenten in 2018 voor het laatst contact geweest. [186]
Nummers alle medeverdachten
Verder worden op de telefoon van [medeverdachte 8] onder zijn opgeslagen contacten de telefoonnummers van medeverdachten [medeverdachte 3] [187] , [medeverdachte 7] , [verdachte] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] aangetroffen. [188]
Uit telefoongegevens blijkt verder dat [medeverdachte 8] tijdens het onderzoek met alle medeverdachten, op [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] na, daadwerkelijk telefonisch contact had. [189]
PGP toestel
Ook wordt onder [medeverdachte 8] een PGP toestel in beslag genomen. Deze telefoon werd aangetroffen naast voornoemde Iphone van [medeverdachte 8] . De inhoud van dit PGP-toestel kon niet worden onderzocht. [190] Het is het hof ambtshalve bekend dat PGP-telefoons worden gebruikt om versleutelde berichten mee te versturen. Deze berichten kunnen niet onderschept worden.
Bericht van Chinees bedrijf en applicatie printen gebruikte labels
Daarnaast wordt tijdens de doorzoeking van de verblijfplaats van [medeverdachte 8] een Mercedes doorzocht waarvan uit onderzoek was gebleken dat verdachte daar gebruik van maakte. Daarbij wordt een telefoon (goednummer BV.02.001) in beslag genomen waarop een bericht d.d. 4 november 2018 is binnengekomen van een Chinees bedrijf dat onder andere hologrammen produceert dan wel levert. [191]
3.4
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 7]
In de woning waar [medeverdachte 7] verblijft worden 3373 valse bankbiljetten van de indicatieven EUA0050 C00111, NLB0050 K00005 en NLB0020 K00011 aangetroffen. De aangetroffen biljetten waren nog niet voorzien van zogenaamde hologrammen. [192]
In totaal vertegenwoordigen de valse biljetten een waarde van € 128.620,-. [193] Ook werden twee dozen met cartridges aangetroffen. [194]
3.5
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 6]
Op de slaapkamer van [medeverdachte 6] worden vier valse bankbiljetten aangetroffen, vallend onder de indicatieven EUA0050 C00111 en NLB0050 K00005. Eén biljet was voorzien van een hologram. [195] Onder zijn matras wordt een pakketje Ivory Colorpapier aangetroffen en andere papiersoorten. [196] Elk afzonderlijk A4 heeft een andere kleur/tint, variërend van wit naar geel of grijs. Chinese notities zaten erbij gevoegd. [197]
In een auto bij [medeverdachte 6] in gebruik en die tegenover diens woning geparkeerd stond, wordt een Jumbo tas gevonden met een prop papier die onder andere bleek te bestaan uit reststukken van Dymo adreslabels. [198] In een andere in de auto aangetroffen Jumbo tas zitten verschillende enveloppen en kaarten, een reststuk van Dymo Smallname Badge Labels, een gebruikt vel postzegels internationaal, een geopende envelop met een adreslabel waarop een adres in Berlijn staat. Van de bij het onderzoek in totaal 1700 kaarten die bij [medeverdachte 5] zijn aangetroffen (waarover hierna meer) waren er 145 kaarten die exact overeenkwamen met de kaarten die werden aangetroffen in de Jumbo tas in de auto van [medeverdachte 6] . [199]
3.6
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 4]
Op de slaapkamer van [medeverdachte 4] worden in een jaszak vier stickervellen gevonden met hologramstickers voor op € 50,- biljetten waarvan twee volle stickervellen en twee deels gebruikte. [200]
Ook worden vier valse biljetten van € 50,- aangetroffen, vallend onder het indicatief C111 (het hof begrijpt: EUA0050 C00111). [201] Deze biljetten waren voorzien van hologrammen. [202]
Op het bed van [medeverdachte 4] werd zijn telefoon aangetroffen. [203] Na onderzoek werden hierop meerdere WhatsAppgesprekken aangetroffen waaruit naar voren komt dat de gebruiker van de telefoon in valse biljetten van € 50,- (‘bankoes’) handelt. [204] Dit betreffen gesprekken gevoerd in 2018. Deze gesprekken zijn hiervoor onder 2.10 opgenomen.
3.7
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 5]
In de woning van [medeverdachte 5] worden vier valse biljetten van het indicatief NLB0050 K00005 aangetroffen. De biljetten waren voorzien van hologrammen. [205] In de schuur van de woning worden zeven dozen [206] met in totaal 1.716 ansichtkaarten betreffende 43 verschillende soorten met enveloppen aangetroffen. In de auto van de vader van [medeverdachte 5] worden 13 nieuwe ansichtkaarten aangetroffen en in de meterkast een tasje met 60 nieuwe ansichtkaarten. Op verschillende plekken in de woning worden in totaal 98 stickervellen met hologramstickers aangetroffen geschikt voor oude biljetten van € 50,- en voor nieuwe biljetten van € 50,- en € 20,-. De stickervellen waren deels aangebroken/leeg. [207]
Ook wordt een telefoon aangetroffen die na onderzoek in gebruik blijkt bij [medeverdachte 5] . Hierop worden gesprekken aangetroffen die betrekking hebben op de handel in vals geld. [208] Dergelijke gesprekken zijn hiervoor onder 2.10 opgenomen.
3.8
Resultaten doorzoeking woning verdachte
Bij [verdachte] zijn 10 valse biljetten van de indicatieven EUA0050 C00111 en NLB0050 K00005 aangetroffen. [209] Drie van de biljetten waren nog zonder hologram. [210] Ook wordt een stickervel aangetroffen met daarop nog twee hologramstickers die overeenkomen met de hologrammen op aangetroffen valse biljetten. [211]
Verder wordt nog aangetroffen een geopend pak papier van Staples waarin vijf vellen zaten die een watermerk bevatten dat sterk gelijkend was op een watermerk zoals op een biljet van 50 euro. [212]
Op de slaapkamer van [verdachte] wordt een Samsung telefoon aangetroffen. [213] Na onderzoek blijkt dat aan het toestel Telegramaccounts met de gebruikersnamen [account 5] , [account 3] en [account 5] en een Google-account en WhatsApp onder de naam [emailadres] gekoppeld hebben gezeten. Door de gebruiker van deze accounts worden meerdere gesprekken gevoerd die gaan over de verkoop van valse bankbiljetten. [214] In een aantal chats wordt als overdrachtslocatie van de bankbiljetten de locatie kapsalon [bedrijf 2] doorgegeven. De [straat 4] , waar deze kapsalon aan ligt, ligt op een loopafstand van twee minuten van de woning van [verdachte] . [215]
In een schuur behorend bij de woning van [verdachte] wordt een plastic tas van Staples aangetroffen met daarin 36 gebruikte cartridges. [216]
3.9
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 2]
In de woning van [medeverdachte 2] worden op zijn slaapkamer 29 valse biljetten van de indicatieven EUA0050 C00111, NLB0050 K00005 en NLB0020 K00011 aangetroffen. De biljetten waren voorzien van hologrammen. [217] Ook worden 118 vellen met daarop verschillende hologrammen en 15 lege/onvolledige vellen aangetroffen, allemaal gevonden in een witte doos met daarop “Staples dienst enveloppen A5 premium”. [218] De hologrammen die worden aangetroffen zijn voor ‘oude’ en ‘nieuwe’ biljetten van € 50,- en € 20,-. [219] Op zijn slaapkamer wordt verder nog een snijtafel aangetroffen. In de schuur bij zijn woning treft de politie verschillende big shopper tassen en dozen vol met ansichtkaarten, enveloppen en bubbelenveloppen, een printer, 10 A4 vellen met daarop een € 50,- biljet en een verpakking voor hologrammen. [220]
3.1
Resultaten doorzoeking woning [medeverdachte 1]
Op 19 februari 2019 worden in de woning waar [medeverdachte 1] met zijn vriendin verblijft in het plafond vier vellen hologrammen voor biljetten van € 20,- en € 50,- aangetroffen. Verder worden aangetroffen: drie printers, Dymo labels, een boodschappentas gevuld met ansichtkaarten en 24 dozen gevuld met diverse ansichtkaarten. [221]

4.Verklaringen verdachte

Verdachte heeft ter zitting van het hof verklaard dat hij geprobeerd heeft zelf valse bankbiljetten te maken maar dat dat niet is gelukt. Hij heeft verklaard dat hij valse biljetten van iemand kreeg en in opdracht van die persoon de biljetten moest afleveren. Dit betroffen meerdere personen. Hij wil geen namen noemen van de personen van wie hij de valse biljetten kreeg vanwege zijn veiligheid en de veiligheid van zijn familie. Het ging om biljetten van € 50,- en één of twee keer biljetten van € 20,-. Hij weet niet meer of dat ‘oude’ of ‘nieuwe’ biljetten waren. Hij kreeg instructies van die persoon waar hij naartoe moest gaan en met welke auto de biljetten werden opgehaald. Na doorvragen verklaarde verdachte dat hij vaak afsprak bij kapsalon [bedrijf 2] en dat hij de ene keer zelf mocht bepalen waar hij afsprak en de andere keer werd dat voor hem bepaald. Hij kreeg daar per keer € 50,- voor. Op het einde kreeg hij de hologrammen er los bij geleverd en moest hij die erop plakken. Hij heeft drie keer zelf hologrammen geplakt.
Verder heeft hij verklaard dat het klopt dat hij geld naar China heeft overgemaakt. Hij deed dat omdat iemand hem vroeg dat te doen. Hij heeft niet gevraagd waar dit voor was. Verdachte wil geen naam noemen van de persoon wie hem vroeg dit te doen. Op de vraag of het dezelfde persoon was die hem ook vroeg valse biljetten af te leveren verklaarde verdachte dit niet te weten.
Over het tapgesprek tussen [medeverdachte 8] en verdachte op 4 november 2017 over het incasseren van 7 barkie heeft verdachte ter zitting van het hof verklaard dat dit gesprek niet over vals geld ging. Verdachte wil niet zeggen waarover dit gesprek wel ging en verwijst naar zijn verklaring, afgelegd ter zitting bij de rechtbank die volgens hem luidde dat dit gesprek ging over andere strafbare feiten. Ook over andere hem voorgehouden tapgesprekken heeft verdachte verklaard dat deze niet gingen over de productie van en handel in vals geld.

5.Beoordeling verklaringen verdachte

Het hof overweegt, dat verdachte zich in zijn verhoren bij de politie op zaaksgerichte vragen op zijn zwijgrecht heeft beroepen. Nadien heeft verdachte bij de rechter-commissaris en ter zitting bij de rechtbank en bij het hof summier verklaard. Zo heeft hij, als werd doorgevraagd op bepaalde belangrijke aspecten uit zijn verklaring, zoals van wie hij de valse biljetten kreeg en in wiens opdracht hij ze afleverde evenals wie de persoon is die hem verzocht geld naar China over te maken, telkens verklaard geen namen te willen noemen. Hierdoor zijn zijn verklaringen op deze punten niet controleerbaar of verifieerbaar. Dit doet afbreuk aan de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van zijn verklaringen als geheel. Het hof stelt vast dat verdachte geen volledige openheid van zaken heeft gegeven.
Het hof overweegt omtrent de verklaring van verdachte over de tapgesprekken het volgende. Het hof stelt vast dat uit deze gesprekken (OVC-, tap- en chatgesprekken) voor zover onder 2.10 weergegeven – in samenhang bezien met andere bewijsmiddelen - genoegzaam blijkt dat deze over de productie en handel in vals geld gaan.
Op 4 november 2017 spreken [medeverdachte 8] en verdachte over het incasseren van zeven barkie (het hof begrijpt: zevenhonderd euro) door [verdachte] . Verdachte heeft ontkend dat dit gesprek ziet op verdiensten uit de handel in vals geld en heeft verklaard dat hij bij de rechtbank heeft verklaard dat dit gesprek ziet op andere strafbare feiten. Hij wil daar ter zitting bij het hof verder niets over zeggen. Het hof stelt vast dat verdachte ter zitting bij de rechtbank d.d. 10 maart 2020 zich bij de ondervraging over dit gesprek op zijn zwijgrecht heeft beroepen. Hoe dan ook heeft verdachte geen controleerbare, verifieerbare verklaring gegeven waaruit zou kunnen blijken dat dit gesprek over iets anders dan over de handel in vals geld gaat.
Op 19 oktober 2018 praten [medeverdachte 5] en verdachte over het brengen van ‘brieven’ door verdachte naar [medeverdachte 5] . Op 24 oktober 2018 geeft de gebruiker van het Telegram account [account 4] , welk account is aangetroffen op de telefoon van verdachte [222] , instructies over het plaatsen van lijm op valse biljetten en het bewerken daarvan met een naald, waarna je ribbeltjes krijgt. Op 15 november 2018 vraagt verdachte in een tapgesprek aan medeverdachte [medeverdachte 2] of hij nog lijm heeft. [medeverdachte 2] zegt van wel. Op 7 december 2018 voert verdachte een tapgesprek met een NN man waarin hij afspreekt op dezelfde plek, bij de kapsalon. Op 17 januari 2019 voeren verdachte en [medeverdachte 2] een gesprek over het meenemen van ‘alle goeie, van die nieuwe’. Op 20 januari 2019 praten verdachte en [medeverdachte 4] over ‘die oude vijftigjes’. Op 29 januari 2019 spreken [medeverdachte 2] en verdachte over ‘ouden’. Verdachte heeft ze nog maar [medeverdachte 2] heeft er meer nodig.
Daarnaast zijn op de telefoon van verdachte onder meer de Telegramaccounts [account 4] en [account 3] [223] aangetroffen. De gebruiker van deze accounts voerde meerdere chatgesprekken zoals deze (deels) zijn opgenomen onder 2.10. Niet aannemelijk is gemaakt of anderszins gebleken dat een ander dan verdachte degene is geweest die de gebruiker was van deze accounts. Uit deze chatgesprekken komt genoegzaam naar voren dat de gebruiker van de accounts handelt in valse bankbiljetten van oude en nieuwe € 50,- en € 20,-. Dit komt niet overeen met de verklaring van verdachte dat hij slechts in opdracht van iemand biljetten afleverde.
Gelet op vorenstaande constateert het hof dat verdachte geen verifieerbare en controleerbare verklaringen heeft gegeven. Inhoudelijk acht het hof de verklaringen van verdachte niet aannemelijk geworden. Het hof zal de verklaringen van verdachte dan ook terzijde stellen.

6.Redengevende bevindingen hof

Het hof heeft gelet op met name de volgende omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien:
  • De bankbiljetten vallend onder de indicatieven EUA0050 C00111, EUB0020 J00004b en EUB0050 J00004b werden op de aangetroffen productielocatie aan de [adres 1] te [plaats 1] gedrukt door [medeverdachte 3] .
  • Op deze productielocatie werd essentiële hard- en software (Lenovo laptop met daarop bestanden) aangetroffen. Van de laptop kan worden vastgesteld dat deze gedurende een periode van ruim zeven maanden meermalen gebruik heeft gemaakt van het wifinetwerk van verdachte [medeverdachte 8] .
  • Uit baken- en zendmastgegevens blijkt dat (de telefoons van) [medeverdachte 8] (vanaf 17 november 2017), [medeverdachte 7] (vanaf 17 november 2017) [medeverdachte 6] (op 22 september 2018) en [medeverdachte 5] (op 6 en 7 november 2018), al dan niet tezamen, in de directe nabijheid worden getraceerd van de productielocatie op de [straat 1] . Dit betreft bovendien in het merendeel van de gevallen momenten dat geconstateerd wordt dat de auto van [medeverdachte 7] in de buurt van de productielocatie staat geparkeerd.
  • In de periode van 15 januari 2016 tot en met 3 december 2018 is door [medeverdachte 8] (vier keer), [medeverdachte 7] (zeven keer) [medeverdachte 6] (een keer) [medeverdachte 5] (vier keer) [medeverdachte 1] (vijf keer) en [verdachte] (twee keer) geld overgemaakt naar Chinese personen. Van de meeste van deze personen kan worden vastgesteld dat zij gekoppeld zijn aan Chinese bedrijven die zich bezig houden met de verkoop van papier en hologrammen, zijnde goederen die kunnen worden gebruikt ten behoeve van het vervaardigen van valse bankbiljetten. Ten aanzien van de twee overboekingen die verdachte heeft gedaan overweegt het hof dat van één overboeking kan worden vastgesteld dat dit een persoon betreft die is gekoppeld aan een Chinees bedrijf dat hologramstickers en papier verkoopt. Bij de andere overboeking die verdachte heeft gedaan geldt dat zijn medeverdachte [medeverdachte 1] een dag na verdachte een overboeking van nagenoeg hetzelfde bedrag heeft gedaan naar dezelfde persoon.
  • Op klantenpassen op naam van [medeverdachte 8] , [medeverdachte 7] en [bedrijf 1] wordt in de periode van 5 april 2016 tot en met 7 januari 2019 voor in totaal € 39.099,57 aan goederen zoals papier, cartridges, postzegels en adreslabels aangeschaft bij de Staples/New Office Center. Uit het dossier blijkt dat zowel [medeverdachte 8] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 4] aankopen doen. Vastgesteld kan worden dat zij daarbij vanaf november 2017 telkens gebruik maken van klantenpassen op naam van [bedrijf 1] . In veel voorkomende gevallen kan van met name [medeverdachte 7] worden vastgesteld dat hij na het doen van aankopen een bezoek brengt aan de productielocatie op de [adres 1] te [plaats 1] .
  • Op verscheidene valse bankbiljetten met het indicatief EUA0050 C00111 die zowel in het binnenland als het buitenland zijn aangetroffen, zijn dactyloscopische sporen gevonden van [medeverdachte 7] (november 2015) en [medeverdachte 2] (in de periode van 28 november 2016 tot en met 29 januari 2019).
  • Uit verschillende onderscheppingen in het buitenland blijkt dat valse bankbiljetten vallend onder het indicatief EUA0050 C00111 onder andere via enveloppen met daarin wenskaarten/ansichtkaarten met daartussen de valse bankbiljetten naar het buitenland werd verzonden. Op 13 september 2018 wordt door [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] een partij wenskaarten van 15.000-18.750 stuks aangekocht.
  • Uit onderzoek van Europol en de Nederlandse politie blijkt dat valse bankbiljetten vallend onder het indicatief EUA0050 C00111 onder meer via het Darkweb en via Telegram accounts [account 1] en [account 2] worden aangeboden.
  • Via de aanbieder [account 1] komt een pseudokoop op 6 november 2018 tot stand. De verkoper blijkt [verdachte] te zijn.
  • Via de aanbieder [account 2] komt op 9 november 2018 een pseudokoop tot stand. De valse bankbiljetten die worden aangekocht blijken te vallen onder het indicatief EUA0050 C00111.
  • Op 21 november 2018 belt [medeverdachte 8] achter een uit China afkomstig pakket aan van 55 kilogram papier. Op 22 november 2018 wordt het pakket bezorgd. [medeverdachte 8] en [medeverdachte 7] zijn tijdens de bezorging in de directe omgeving van de afleverlocatie. Resten van dit pakket worden nadien aangetroffen op de productielocatie aan de [adres 1] .
  • Uit de OVC- en tapgesprekken - in samenhang bezien met overige bewijsmiddelen - komt het volgende naar voren. [medeverdachte 7] spreekt over de productie, kwaliteit, kosten en verkoop van valse bankbiljetten. Met [medeverdachte 8] spreekt hij op 20 november 2018 over het postpakket uit China. [medeverdachte 8] spreekt over productie en kwaliteit van de valse bankbiljetten en levering van onderdelen/grondstoffen. [medeverdachte 7] spreekt uitgebreid met [medeverdachte 6] over de kwaliteit van de valse bankbiljetten en het optimaliseren van het productieproces. [medeverdachte 7] noemt hem ‘de kleurspecialist’. [medeverdachte 7] praat ook met [medeverdachte 3] over productie van de valse bankbiljetten, over de kleur en de kwaliteit. Verder spreken [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] over de verdeling van de ‘markt’ tussen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] (1/3), [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] (1/3) en een ‘Hollander’ (1/3). In de OVC gesprekken praten [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] verder over de ‘plaatjes’ van [medeverdachte 4] die [medeverdachte 8] heeft en die [medeverdachte 7] kan ophalen. Ook praat [medeverdachte 7] over het ‘stickeren’ door [medeverdachte 4] . [medeverdachte 7] praat meermalen met anderen over [medeverdachte 8] in de context van vals geld. [medeverdachte 7] praat ook over [account 1] . Uit de OVC-gesprekken komt verder naar voren dat [medeverdachte 7] prijsafspraken oplegt aan [medeverdachte 4] waarvoor [medeverdachte 4] tenminste de bankbiljetten moet verkopen. [medeverdachte 4] spreekt over [medeverdachte 8] en [medeverdachte 6] in de context van de handel in vals geld. [verdachte] en [medeverdachte 2] praten over valse bankbiljetten.
[medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] praten over [medeverdachte 1] die contact zoekt over hologrammen. Ook praten ze over [medeverdachte 1] in de context van het postpakket uit China. [medeverdachte 7] zegt in het kader van het bestellen van hologrammen dat [medeverdachte 1] het, in tegenstelling tot [medeverdachte 2] allemaal regelt, ook als er even iets tegen zit. [medeverdachte 7] praat over enveloppen die hij voor [medeverdachte 1] moet halen. Op 22 december 2018 praten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] over het maken van valse bankbiljetten. Op 17 januari 2019 praten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] over bestellingen van valse bankbiljetten die [medeverdachte 1] vanavond niet kan doen maar die hij morgen wel regelt.
[medeverdachte 8] en [verdachte] spreken over het incasseren van zevenhonderd euro. [medeverdachte 5] en verdachte spreken over het brengen van valse bankbiljetten (brieven) door [verdachte] naar [medeverdachte 5] . [verdachte] vraagt [medeverdachte 2] of hij nog lijm heeft. [verdachte] en [medeverdachte 2] spreken meermalen over de voorraad en het meenemen van valse bankbiljetten. [verdachte] en [medeverdachte 4] spreken eveneens over valse bankbiljetten.
  • Op een telefoon, toebehorend aan [medeverdachte 8] , worden negen opgeslagen Chinese nummers aangetroffen. [medeverdachte 8] verklaring hieromtrent heeft het hof hiervoor als niet geloofwaardig beoordeeld. Van vier van deze nummers kan worden vastgesteld dat deze zijn afgegeven aan Chinese bedrijven die onder andere hologrammen, papier en inkt produceren. Met al deze bedrijven is in 2018 daadwerkelijk telefonisch contact geweest.
  • Ook worden in een telefoon van [medeverdachte 8] onder de opgeslagen contacten de telefoonnummers van alle medeverdachten aangetroffen, inclusief die van [medeverdachte 3] , over wie [medeverdachte 8] heeft verklaard hem niet te kennen.
  • Op een andere telefoon van [medeverdachte 8] komt op 4 november 2018 een bericht binnen van een Chinees bedrijf dat hologrammen produceert.
  • Ook wordt onder [medeverdachte 8] een PGP toestel in beslag genomen. Het is het hof ambtshalve bekend dat met PGP telefoons worden gebruikt om versleutelde berichten mee te versturen.
  • Op telefoons waarvan kan worden vastgesteld dat zij in gebruik waren bij verdachte, [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] worden chats/gesprekken aangetroffen waaruit blijkt dat de gebruikers van de telefoons handelen in vals geld. Uit tapgesprekken van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] blijkt eveneens van handel in vals geld.
  • Tijdens doorzoekingen in de woningen van de verdachten worden verder de volgende relevante goederen aangetroffen:
  • Bij [medeverdachte 8] worden nota’s van Staples aangetroffen.
  • Bij [medeverdachte 7] wordt een groot aantal valse bankbiljetten van de indicatieven EUA0050 C00111, NLB0050 K00005 en NLB0020 K00011 aangetroffen. Ook bij [medeverdachte 6] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , verdachte en [medeverdachte 2] worden valse bankbiljetten aangetroffen vallend onder een of meerdere van de betreffende indicatieven, al dan niet voorzien van een hologram. Deze valse biljetten zijn gedrukt op de productielocatie aan de [adres 1] te [plaats 1] .
  • Bij [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] worden losse hologrammen aangetroffen.
  • Bij [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] , verdachte en [medeverdachte 2] worden goederen ten behoeve van het productieproces aangetroffen: respectievelijk cartridges, papier in verschillende wittinten, papier met watermerken erop gedrukt lijkend op watermerken op een € 50,- biljet en gebruikte cartridges en een snijtafel.
  • Bij [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] worden goederen ten behoeve van de verkoop/distributie aangetroffen: enveloppen, bubbelenveloppen, (ansicht)kaarten, adreslabels en/of postzegels.

7.Overwegingen met betrekking tot feiten 4, 1, 2 en 3

7.1
Feit 4
Onder 4 wordt verdachte verweten dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie bestaande uit een samenwerkingsverband tussen hem en zijn medeverdachten, dat tot doel had het plegen van misdrijven bestaande uit het vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten.
Van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr is sprake, indien verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt met, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie.
Onder een organisatie zoals hiervoor bedoeld wordt verstaan een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen verdachte en ten minste één andere persoon.
Uit de bewijsmiddelen blijkt van een samenwerkingsverband tussen verdachte, [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] . De hiervoor genoemde personen vormden de kern van het samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband had een zekere duurzaamheid en structuur.
Rolverdeling
[medeverdachte 3] heeft over ‘de organisatie’ verklaard dat hij de biljetten maakt en dat er iemand was die de stickers erop plakte. ‘Ze’ hebben koeriers en bezorgers. Er moest gesneden worden, gestickerd en bezorgd.
Vastgesteld kan worden dat [medeverdachte 7] de organisatie stuurde en coördineerde. [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] kochten grondstoffen in Nederland en China, zoals papier en cartridges en hologrammen. [medeverdachte 8] beschikte daartoe over de nodige contacten in China, zoals blijkt uit opgeslagen nummers van bedrijven die de grondstoffen produceerden/verkochten en telefonische contacten die hij onderhield met de betreffende Chinese bedrijven/personen. Ook [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en verdachte kochten grondstoffen ten behoeve van de productie van de valse bankbiljetten aan in China. Naast [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] kochten ook [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] grondstoffen in in Nederland. [medeverdachte 3] was degene die de valse bankbiljetten drukte in zijn woning aan de [adres 1] te [plaats 1] . [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] kwamen ook op de productielocatie en voorzagen deze van grondstoffen. Op de productielocatie is essentiële hard- en software aangetroffen waarvan kan worden vastgesteld dat de laptop heeft gedraaid op het wifinetwerk van [medeverdachte 8] . Ook [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] kwamen op de productielocatie aan de [straat 1] .
[medeverdachte 6] was als ‘kleurspecialist’ nauw betrokken bij de productie van het valse geld en bij het verbeteren van de kwaliteit van de biljetten. Hij kocht hiertoe verschillende kleuren papier in in China. Ook verkocht [medeverdachte 6] het valse geld, wat blijkt uit de bij hem aangetroffen goederen die ten behoeve van de verkoop werden gebruikt zoals enveloppen, kaarten, adreslabels en postzegels. [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , verdachte en [medeverdachte 2] voorzagen de valse bankbiljetten van hologrammen terwijl [medeverdachte 1] het stickeren van de valse bankbiljetten faciliteerde met hologrammen. [medeverdachte 4] verkocht de valse bankbiljetten, evenals verdachte, [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] via het Darkweb, Telegram en/of rechtstreeks. [medeverdachte 1] hield zich, blijkens de onder hem aangetroffen grote aantallen wenskaarten en de inhoud van het tapgesprek van 17 januari 2019 waarin [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] spreken over bestellingen die [medeverdachte 1] de volgende dag zal doen, in elk geval bezig met verzending van valse bankbiljetten.
Op grond van deze gebleken rolverdeling in het productie- en distributieproces stelt het hof vast dat er sprake was van een georganiseerd crimineel samenwerkingsverband dat herhaald en overeenkomstig tevoren gemaakte plannen handelingen uitvoerde ten behoeve van het vervaardigen van en de handel in valse bankbiljetten. Er is daarmee sprake van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr. Het oogmerk van de organisatie is onmiskenbaar het produceren en distribueren van vals geld geweest.
Verdachte behoorde tot het samenwerkingsverband. In weerwil van wat de verdediging hieromtrent naar voren heeft gebracht blijkt uit de bewijsmiddelen genoegzaam dat verdachte bewust en dus met opzet aan de organisatie heeft deelgenomen. Hij heeft een aandeel gehad in de verwezenlijking van het oogmerk – het vervaardigen en/of in omloop brengen van valse bankbiljetten - van het samenwerkingsverband door zijn betrokkenheid bij zowel het vervaardigen als in omloop brengen van valse bankbiljetten, zoals hierna onder 7.2 en 7.3 verder uiteen zal worden gezet.
Op grond van het hiervoor overwogene is het hof van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat sprake was van een crimineel samenwerkingsverband tussen verdachte, [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] met als doel het vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten.
7.2
Feit 1
Onder 1 is kort gezegd tenlastegelegd het medeplegen van het namaken van valse bankbiljetten van € 20,- en € 50,-.
Uit de bewijsmiddelen zoals het hof die hiervoor heeft uiteengezet komt genoegzaam naar voren dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in georganiseerd verband vervaardigen van valse bankbiljetten van € 20,- en € 50,-.
Zijn betrokkenheid hierbij blijkt allereerst uit het doen van inkopen in China op 15 mei 2017 en 15 juni 2017 van grote hoeveelheden papier en hologrammen. Verder is gebleken dat verdachte zich bezig heeft gehouden met stickeren. Dit heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep erkend en op 30 januari 2019 zijn in zijn woning stickervellen met hologramstickers aangetroffen. Daarnaast heeft verdachte instructies gegeven over het aanbrengen van de ribbels in de lijm met een naald. Inkoop van grondstoffen en het stickeren van de bankbiljetten en het maken van de ribbels zijn onmisbare onderdelen van het vervaardigen van valse bankbiljetten. Uit de hiervoor ten aanzien van feit 4 vastgestelde rolverdeling omtrent de productie van de valse bankbiljetten blijkt dat ook andere (hiervoor bij naam genoemde) medeverdachten nauw betrokken waren bij het productieproces.
Het hof komt op grond van voorgaande tot een bewezenverklaring van de gehele tenlastegelegde pleegperiode.
Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of deze feitelijke betrokkenheid van verdachte kan worden aangemerkt als medeplegen.
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid bij een strafbaar feit als medepleger kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Voor de bewezenverklaring van medeplegen is niet vereist dat het gewicht van de bijdrage van de verdachte gelijkwaardig is aan dat van zijn mededader(s).
Het hof komt tot een bewezenverklaring van dit feit.
Het hof stelt vast dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en in ieder geval zijn medeverdachte [medeverdachte 2] . De uit de bewijsmiddelen sprekende bijdrage van verdachte aan de productie van de valse bankbiljetten is daarbij van voldoende gewicht geweest om van medeplegen te kunnen spreken.
7.3
Feit 2
Onder 2 is tenlastegelegd het medeplegen van het zich verschaffen, in voorraad hebben, vervoeren, invoeren, doorvoeren en/of uitvoeren van valse bankbiljetten met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te (doen) geven zoals strafbaar gesteld in artikel 209 Sr.
Het hof overweegt dat de delictshandelingen ‘invoeren’, ‘doorvoeren’ en ‘uitvoeren’ betrekking hebben op het internationale transport van valse bankbiljetten. Het hof stelt vast dat er geen wettig en overtuigend bewijs is voor een individualiseerbare rol van verdachte bij de invoer, doorvoer en/of uitvoer van valse bankbiljetten.
Wel blijkt genoegzaam uit de bewijsmiddelen zoals die hiervoor zijn uiteengezet dat verdachte zich bezighield met de handel in valse bankbiljetten van € 20,- en/of € 50,-. Zijn betrokkenheid bij de handel blijkt uit meerdere door hem gevoerde chats met de Telegram accounts [account 3] en [account 4] . Hieruit blijkt van een veel actievere rol van verdachte bij de handel dan waarover verdachte heeft verklaard. Verder blijkt dit uit zijn betrokkenheid als verkoper bij de pseudokoop op 6 november 2018 via het Telegram account [account 1] . Met zijn medeverdachte [medeverdachte 8] praat verdachte op 4 november 2017 over het incasseren van zevenhonderd euro. Met zijn medeverdachten [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] praat verdachte over valse bankbiljetten, de voorraad en het voor elkaar meenemen daarvan. Verdachte had op 30 januari 2019 10 valse bankbiljetten in bezit die waren gedrukt op de productielocatie aan de [adres 1] te [plaats 1] .
Het hof komt op grond van voorgaande tot een bewezenverklaring van de gehele tenlastegelegde pleegperiode.
Het hof ziet zich voor de vraag gesteld of deze feitelijke betrokkenheid van verdachte kan worden aangemerkt als medeplegen.
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medepleger kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Voor de bewezenverklaring van medeplegen is niet vereist dat het gewicht van de bijdrage van de verdachte gelijkwaardig is aan dat van zijn mededader(s).
Het hof komt tot een bewezenverklaring van dit feit.
Het hof stelt vast dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en in ieder geval zijn medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] . De uit de bewijsmiddelen sprekende bijdrage van verdachte bij de handel van de valse bankbiljetten is daarbij van voldoende gewicht geweest om van medeplegen te kunnen spreken.
Gelet op het voorgaande komt het hof tot de conclusie dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het zich verschaffen, in voorraad hebben en vervoeren van valse biljetten van € 20,- en/of € 50,-, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te doen geven zoals strafbaar gesteld in artikel 209 Sr.
7.4
Feit 3
Onder 3 is aan verdachte ten laste gelegd – kort gezegd – het medeplegen van voorhanden hebben van een printer, een hoeveelheid papier, hologrammen, (inkt)cartridges en vijf vellen papier met een watermerk sterk gelijkend op een watermerk van een 50 Euro biljet, wetende dat zij bestemd waren tot het namaken van bankbiljetten.
Het hof komt gelet op de hiervoor onder 3.8 gedane feitelijke vaststellingen tot een bewezenverklaring van dit feit zoals hierna wordt weergegeven, de tenlastelegging toegespitst zijnde op de datum van 30 januari 2019. Het hof spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde medeplegen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 16-025401-19 onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
zaak met parketnummer 16-025401-19:
1.
hij op meerdere momenten in de periode van 15 mei 2017 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk bankbiljetten van 20 Euro en 50 Euro heeft nagemaakt, telkens met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst te doen uitgeven;
2.
hij op meerdere momenten in de periode van 15 mei 2017 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk bankbiljetten van 20 Euro en 50 Euro, die verdachte en/of zijn mededaders zelf hebben nagemaakt, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst te doen uitgeven, telkens zich heeft verschaft en in voorraad heeft gehad en heeft vervoerd;
3.
hij op 30 januari 2019 te [plaats 1] , opzettelijk een hoeveelheid papier en hologrammen en vijf vellen papier met een watermerk sterk gelijkend op een watermerk van een 50 Euro biljet voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat deze bestemd waren tot het namaken of vervalsen van bankbiljetten;
4.
hij in de periode van 15 mei 2017 tot en met 30 januari 2019 te [plaats 1] , heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 8] en [medeverdachte 1] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, bestaande uit het vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 16-025401-19 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van bankbiljetten namaken, met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst te doen uitgeven, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 16-025401-19 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van bankbiljetten die hij zelf heeft nagemaakt, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst te doen uitgeven, zich verschaffen, in voorraad hebben en vervoeren, meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 16-025401-19 onder 3 bewezenverklaarde levert op:
het voorhanden hebben van voorwerpen, wetende dat zij bestemd zijn tot het namaken van bankbiljetten
Het in de zaak met parketnummer 16-025401-19 onder 4 bewezenverklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft verdachte ter zake van de feiten 1, 2, 3 en 4 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft primair gevorderd dat verdachte ter zake van dezelfde strafbare feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. In het geval het hof komt tot een bewezenverklaring van een beperktere pleegperiode voor de feiten 1, 2 en 4 heeft de advocaat-generaal gevorderd om een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een jaar met een proeftijd van 2 jaren op te leggen, ten aanzien van feit 1 een taakstraf voor de duur van 240 uren en voor feit 4 eveneens een taakstraf voor de duur van 240 uren op te leggen.
De verdediging heeft het hof verzocht om in geval van een bewezenverklaring af te zien van oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die langer is dan de duur van de voorlopige hechtenis maar om in plaats daarvan een voorwaardelijke gevangenisstraf met voorwaarden en/of een taakstraf op te leggen.
Overwegingen hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich 20 maanden lang schuldig gemaakt aan het deelnemen aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het op professionele wijze vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten van € 20,- en € 50,-. Deze organisatie had een productielocatie opgezet waar op grote schaal valse bankbiljetten werden vervaardigd. Ten behoeve van de productie van deze biljetten werden door de deelnemers van de criminele organisatie op grote schaal cartridges en papier aangekocht bij een grote kantoorartikelengroothandel en werden onder meer hologramstickers en speciaal daartoe geschikt papier besteld in China. Nadat de biljetten waren gedrukt, werden ze op andere locaties voorzien van hologramstickers en vervolgens zowel rechtstreeks als via meerdere accounts op Telegram en op het Darkweb verkocht in binnen- en buitenland.
Het namaken en in omloop brengen van vals geld in georganiseerd verband is uit maatschappelijk oogpunt volstrekt onaanvaardbaar. Het vertrouwen dat mensen hebben en moeten kunnen hebben in de echtheid en waarde van bankbiljetten is een essentieel uitgangspunt voor het goed functioneren van het handelsverkeer en een gezonde economie. Door het op deze schaal namaken van biljetten wordt dit principe ondermijnd. Daarnaast hebben verdachte en zijn medeverdachten ook talloze onbekend gebleven individuen financieel en (mogelijk) anderszins benadeeld.
Verdachte heeft daar geen enkele boodschap aan gehad en heeft enkel gehandeld uit financieel gewin.
Het hof heeft bij de straftoemeting ten nadele van verdachte in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 31 januari 2022 - eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van een APV-overtreding en onverzekerd rijden. Dit betroffen echter andersoortige feiten. Het hof zal deze eerdere veroordeling daarom slechts in beperkte mate laten meewegen bij de strafoplegging. Het hof heeft verder acht geslagen op de inhoud van meerdere reclasseringsrapporten waaronder het rapport van Tactus d.d. 25 februari 2022.
Het hof spreekt verdachte op een aantal onderdelen van de tenlastelegging vrij en komt hierdoor tot een beperktere bewezenverklaring dan de rechtbank en de advocaat-generaal. Gelet op het totale feitencomplex heeft dit echter geen gevolgen voor de hoogte van de op te leggen straf.
Het hof overweegt, dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur – gelet op de ernst van de feiten – het uitgangspunt dient te zijn. Het hof houdt bij de strafoplegging echter ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en zijn enigszins beperkte rol in de criminele organisatie zoals deze uit het onderzoek naar voren is gekomen.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, komt het hof tot het oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met oplegging van bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering en uiteengezet in het dictum in het geval van verdachte passend en noodzakelijk is. Het hof zal deze straf aan verdachte opleggen. Het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf is langer dan de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Het opleggen van een gevangenisstraf met een korter onvoorwaardelijk deel doet echter onvoldoende recht aan de ernst van de feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57, 63, 140, 208, 209 en 214 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het in de zaak met parketnummer 16-190392-19 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en doet in zoverre opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 16-025401-19 onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 16-025401-19 onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden op afspraken bij de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De reclassering zal contact met veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zal meewerken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland (RN0065) tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. H.J. Deuring, voorzitter,
mr. G.A. Versteeg en mr. M.B. de Wit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen, griffier,
en op 10 mei 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 27 juni 2019 met als laatste aanvulling op 24 februari 2020, genummerd PL0900-2017289121 (procesdossier) en 201806211507.10476 (financieel dossier), opgemaakt door de politie Midden-Nederland, Dienst Regionale Recherche, doorgenummerd 1 tot en met 3556 (procesdossier) en 1 tot en met 2158 (financieel dossier), tenzij anders vermeld. Tenzij anders vermeld zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Procesdossier p. 12
3.Procesdossier p. 13
4.Procesdossier p. 13
5.Procesdossier, p. 14
6.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende inhoudelijke stukken, opgemaakt in de fase van hoger beroep)
7.Procesdossier, p. 85
8.Procesdossier, p. 85
9.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende stukken, opgemaakt in de fase van hoger beroep), zie bijlage 3, p. 5
10.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende stukken, opgemaakt in de fase van hoger beroep), zie bijlage 2, p. 5
11.Procesdossier, p. 3320
12.Financieel dossier p. 126
13.Financieel dossier, p. 2121
14.Financieel dossier p. 126
15.Financieel dossier p. 2147
16.Financieel dossier p. 8 en 126
17.Financieel dossier p. 2147
18.Financieel dossier p. 8 en 126
19.Financieel dossier p. 8 en 126
20.Financieel dossier p. 126
21.Financieel dossier p. 126
22.Financieel dossier p. 126
23.Procesdossier p. 1885
24.Procesdossier p. 1884 en financieel dossier p. 126
25.Financieel dossier p. 9
26.Financieel dossier p. 9 en 126
27.Financieel dossier p. 7
28.Financieel dossier p. 9 en 126
29.Financieel dossier p. 9
30.Financieel dossier p. 9 en 126
31.Financieel dossier p. 7
32.Financieel dossier p. 9
33.Financieel dossier p. 7
34.Financieel dossier p. 7
35.Procesdossier p. 225-227
36.Procesdossier, proces-verbaal van relaas p. 15
37.Procesdossier p. 224
38.Procesdossier p. 225-227
39.Procesdossier p. 101-103
40.Procesdossier p. 106
41.Procesdossier p. 199
42.Procesdossier p. 197-198
43.Procesdossier p. 203
44.Procesdossier p. 201
45.Procesdossier p. 127-128
46.Procesdossier p. 130
47.Procesdossier p. 139
48.Procesdossier p. 151 en 152
49.Procesdossier p. 141 en 143
50.Procesdossier p. 163
51.Procesdossier p. 2880
52.Procesdossier p. 176-178
53.Procesdossier p. 214
54.Procesdossier p. 424
55.Procesdossier p. 2880
56.Procesdossier p. 184 en 1178
57.Procesdossier p. 1178
58.Procesdossier p. 192 en 196
59.Procesdossier p. 220
60.Procesdossier p. 424
61.Procesdossier p. 222
62.Procesdossier p. 424
63.Procesdossier p. 2880
64.Procesdossier p. 2885
65.Procesdossier p. 204 en 206
66.Procesdossier p. 2880
67.Procesdossier p. 208 en 210
68.Procesdossier p. 211 en 1178
69.Financieel dossier, p. 1872-1874 en procesdossier p. 129
70.Procesdossier p. 102
71.Procesdossier p. 106
72.Procesdossier p. 119
73.Procesdossier p. 2879 en 2880
74.Procesdossier p. 2879-2886
75.Procesdossier p. 256
76.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende inhoudelijke stukken, opgemaakt in de fase van hoger beroep)
77.Procesdossier p. 488-489
78.Procesdossier p. 2875-2877, p. 1232, p. 1231, p. 3255
79.Procesdossier p. 1231, p. 2876 en 2877 en p. 3109
80.Procesdossier p. 443-444, p. 440-441, 458
81.Procesdossier p. 1229
82.Procesdossier p. 906-907
83.Procesdossier p. 2137
84.Procesdossier p. 909
85.Procesdossier inhoudsopgave p. 4
86.Procesdossier p. 909 en 910
87.Procesdossier p. 239
88.Procesdossier p. 243, 244 en 245
89.Procesdossier p. 825
90.Procesdossier p. 256
91.Procesdossier proces-verbaal van relaas p. 26
92.Procesdossier p. 245
93.Procesdossier p. 256
94.Procesdossier p. 255
95.Procesdossier p. 256
96.Procesdossier p. 256
97.Procesdossier p. 256
98.Procesdossier p. 914
99.Procesdossier p. 521
100.Procesdossier p. 2950
101.Procesdossier p. 2950
102.Procesdossier p. 273
103.Procesdossier p. 2992
104.Procesdossier p. 1144
105.Procesdossier p. 1145
106.Procesdossier p. 1145
107.Procesdossier p. 1146
108.Procesdossier p. 1146
109.Procesdossier p. 1146
110.Procesdossier p. 923
111.Procesdossier p. 759
112.Procesdossier p. 1025
113.Procesdossier p. 271
114.Procesdossier p. 1028
115.Procesdossier p. 1835
116.Procesdossier p. 2992
117.Procesdossier p. 2993
118.Procesdossier p. 930
119.Procesdossier p. 529
120.Procesdossier p. 530
121.Procesdossier p. 531
122.Procesdossier p. 532
123.Procesdossier p. 533
124.Procesdossier p. 534
125.Procesdossier p. 2993
126.Procesdossier p. 537
127.Procesdossier p. 538
128.Procesdossier p. 539
129.Procesdossier p. 540
130.Procesdossier p. 541
131.Procesdossier p. 543
132.Procesdossier p. 545
133.Procesdossier p. 546
134.Procesdossier p. 548
135.Procesdossier p. 549
136.Procesdossier p. 2890
137.Procesdossier p. 551
138.Procesdossier p. 1841
139.Procesdossier p. 948
140.Procesdossier p. 1844
141.Procesdossier p. 552-553
142.Procesdossier p. 554
143.Procesdossier p. 1647
144.Procesdossier p. 1648
145.Procesdossier p. 1649
146.Procesdossier p. 555-556
147.Procesdossier p. 1650
148.Procesdossier p. 1651
149.Procesdossier p. 1837
150.Procesdossier p. 1652
151.Procesdossier p. 557
152.Procesdossier p. 558
153.Procesdossier p. 559
154.Procesdossier p. 1030
155.Procesdossier p. 1031-1032
156.Procesdossier p. 1038-1039
157.Procesdossier p. 2994 en 2995
158.Procesdossier p. 936
159.Procesdossier p. 1838
160.Procesdossier p. 1667-1671
161.Procesdossier p. 1672
162.Procesdossier p. 2994
163.Procesdossier p. 937
164.Procesdossier p. 763
165.Procesdossier p. 1684
166.Procesdossier p. 1685
167.Procesdossier p. 938
168.Procesdossier p. 1970
169.Procesdossier p. 1971
170.Procesdossier p. 1972
171.Procesdossier p. 1973
172.Procesdossier p. 865
173.Procesdossier p. 862
174.Procesdossier p. 865, 863 en 864
175.Procesdossier p. 877 en 878
176.Procesdossier p. 795-817
177.Procesdossier p. 621
178.Procesdossier p. 625
179.Procesdossier p. 2321-2328
180.Procesdossier p. 362 en 780
181.Procesdossier p. 862 en verder
182.Procesdossier p. 363
183.Procesdossier p. 366
184.Procesdossier p. 341-343
185.Procesdossier p. 364 en 366
186.Procesdossier p. 410-414
187.Procesdossier p. 2980
188.Procesdossier p. 363-366
189.Procesdossier p. 324
190.Procesdossier p. 2980
191.Procesdossier p. 2981-2985
192.Procesdossier p. 621
193.Procesdossier p. 623
194.Procesdossier p. 606
195.Procesdossier p. 621
196.Procesdossier p. 1181
197.Procesdossier p. 1225
198.Procesdossier p. 1205
199.Procesdossier p. 1208
200.Procesdossier p. 1122
201.Procesdossier p. 866
202.Procesdossier p. 1131
203.Procesdossier p. 1142
204.Procesdossier p. 1144-1145, 1145-1146, 1146, 1146
205.Procesdossier p. 621
206.Procesdossier p. 1882
207.Procesdossier p. 1883-1884
208.Procesdossier p. 2942, 2943, 2944, 2948, 2950
209.Procesdossier p. 621
210.Procesdossier p. 999
211.Procesdossier p. 989
212.Procesdossier p. 988
213.Procesdossier p. 3480
214.Procesdossier p. 2989
215.Procesdossier p. 2989
216.Procesdossier p. 989
217.Procesdossier p. 621
218.Procesdossier p. 1709
219.Procesdossier p. 621
220.Procesdossier p. 1710
221.Procesdossier p. 2009-2010
222.Procesdossier p. 2992-2296
223.Procesdossier p. 2292-2996