ECLI:NL:RBMNE:2023:4635
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing WW-uitkering wegens betalingsonmacht en onvoldoende bewijs van arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW). Eiseres had een aanvraag ingediend bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), die op 1 juni 2022 was afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat eiseres onvoldoende had aangetoond dat zij werkzaam was bij [werkgever] B.V., die inmiddels failliet was verklaard. Eiseres heeft in haar beroep verschillende stukken overgelegd, waaronder een belgeschiedenis, berichten en WhatsApp-gesprekken, een verklaring van een collega en foto’s, ter onderbouwing van haar claim dat zij recht had op een WW-uitkering.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de overgelegde stukken niet voldoende objectieve en controleerbare gegevens bevatten om aan te tonen dat eiseres daadwerkelijk werkzaam was bij [werkgever] B.V. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat, zelfs als er sprake zou zijn van een arbeidsovereenkomst, eiseres niet voortvarend genoeg heeft gehandeld om haar loonvordering te realiseren voordat de werkgever in betalingsonmacht verkeerde. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft beslist dat eiseres niet in aanmerking komt voor een WW-uitkering en heeft het beroep ongegrond verklaard. Eiseres krijgt geen gelijk en het Uwv hoeft geen proceskosten of griffierecht te vergoeden.