In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 7 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 23 maart 2021, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft op 12 mei 2023 beroep ingesteld omdat de Belastingdienst in gebreke was. De rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling niet prematuur was, aangezien de beslistermijn op 23 maart 2022 eindigde en de ingebrekestelling op 28 maart 2022 door de Belastingdienst is ontvangen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de Belastingdienst op om alsnog binnen een termijn van twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.