In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Belastingdienst/Toeslagen op haar aanvraag van 2 juni 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. Eiseres heeft op 30 mei 2023 een verweerschrift ontvangen van de verweerder, maar beide partijen hebben ervoor gekozen om niet te worden gehoord op een zitting, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.
De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, zodra het bestuursorgaan in gebreke is en twee weken zijn verstreken na een schriftelijke ingebrekestelling. In deze zaak is niet in geschil dat de beslistermijn is overschreden. De ingebrekestelling is op 18 augustus 2022 ontvangen, en het beroep is op 3 mei 2023 ingesteld, wat tijdig is.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de verweerder op om alsnog binnen een termijn van twee weken na de uitspraak een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een proceskostenvergoeding van € 418,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de verweerder worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers op 7 augustus 2023.