In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 14 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats] beoordeeld. Eiser had op 9 maart 2020 een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering met als ingangsdatum 20 maart 2019, maar het college had deze aanvraag slechts met terugwerkende kracht tot 2 maart 2020 goedgekeurd. De rechtbank behandelt de vraag of er bijzondere omstandigheden zijn die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigen. Eiser stelt dat hij door een besluit van 18 maart 2019 de maatschappelijke opvang in [plaats] moest verlaten, wat zijn recht op bijstand beïnvloedde. De rechtbank oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de terugwerkende kracht van de bijstandsuitkering rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat het college terecht de ingangsdatum van de uitkering op 2 maart 2020 heeft vastgesteld, omdat eiser niet tijdig een aanvraag heeft ingediend en de inlichtingenverplichting niet is nagekomen. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en eiser krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.