In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Het CBR had het rijbewijs van eiser ongeldig verklaard op basis van alcoholmisbruik, na een aanhouding op 1 oktober 2021 waarbij een alcoholpromillage van 1,78‰ werd vastgesteld. Eiser had eerder een psychologisch onderzoek ondergaan, waaruit bleek dat hij mogelijk alcoholmisbruik vertoonde. De rechtbank constateert dat het psychiatrisch rapport niet geheel duidelijk is, met tegenstrijdige informatie over het alcoholgebruik van eiser. De rechtbank oordeelt dat het CBR niet zorgvuldig heeft gehandeld door deze onduidelijkheid te negeren, en vernietigt het besluit van het CBR. Echter, de rechtbank laat de rechtsgevolgen van het besluit in stand, wat betekent dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs van eiser blijft bestaan. Eiser krijgt wel het griffierecht terug, maar zijn verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen, omdat de gevraagde kosten niet in verband staan met de ongeldigverklaring.